Castricum - honderd jaar geleden
Aan de hand van stukken aanwezig in het gemeente-archief kun
nen we ons een aardig beeld vormen van de belangrijkste gebeur
tenissen in Castricum in het jaar 1877.
Op 1 jan. 1877 telt Castricum 1483 inwoners. In 1877 worden 72
kinderen geboren, worden 19 huwelijken gesloten en overlijden
32 pérsonen.
31 jan. 1877
Door de gemeenteraad wordt besloten voortaan geen hulpon
derwijzeres meer aan de openbare lagere school (de enige school
die Castricum telt) te benoemen en daarmee het naai- en breion-
derwijs te beëindigen. Het besluit wordt met de kleinste raads-
meerderheid genomen. De burgemeester Carel Hendrik Moens
is fel gekant tegen het besluit; hij wijst op het feit, dat door op
heffing de kinderen van de bedeelden en minvermogenden van
alle handwerkonderwijs verstoken zijn (de beter gesitueerden
kunnen privé onderricht bekostigen) en deelt mee dat hij het be
sluit ter vernietiging zal voordragen aan de koning. In de gemeen
teraad hebben zitting naast burgemeester Moens en wethouder
J.Schotvanger de raadsleden A. van der Park, C.Mooij, Glorie,
Jacob Kuijs, Jan Cz. Kuijs en Jan Pz. Kuijs.
Op 20 aprü 1877 sturen een aantal ingezetenen een bezwaarschrift
naar de gemeenteraad en naar Provinciale Staten met het ver
zoek op dit besluit terug te komen. Laatstgenoemde instantie
richt na ontvangst eveneens een dringend verzoek aan de gemeen
teraad om op het besluit terug te komen.
Naar aanleiding van wijziging in de samenstelling van de gemeen
teraad en de ontvangst van de verzoekschriften brengt de bur
gemeester meerdere keren het voorstel in stemming om terug te
komen op het besluit, hetgeen echter vanwege de financiële con
sequenties telkens wordt verworpen.
27 maart 1877
De schoolvakanties worden iets verlengd en als volgt vastgesteld:
1 week met Pasen, 2 weken in juli, de kermisdagen en 10 dagen
met kerstmis.
30 mei 1877
Op deze dag brengt de "schoolopziener" (tegenwoordig inspek-
teur van het onderwijs) een bezoek aan de school. Hij merkt op
dat het onderwijzend personeel niet toereikend is. Voor een school
van 200 leerlingen moet de hoofdonderwijzer namelijk bijgestaan
worden door 2 hulponderwijzers. Op deze school zijn er echter
meer dan 200 leerlingen met slechts één hulponderwijzer en voor
de laagste klas, die volgens de opziener de meeste zorg vereist
en zeer bezet is wordt een 15-jarige kwekeling gebruikt, die ge
zien zijn leeftijd voor deze taak niet berekend is. De Opziener
dringt er bij het gemeentebestuur'sterk aan op de aanstelling
van een tweede hulponderwijzer. Op 4 sept. 1877 wordt hiertoe
door de gemeenteraad besloten en op 29 okt. 1877 wordt de e-
nige sollicitant Pieter Cornelis Vroegop, op dat moment hulp
onderwijzer te Driewegen in Zeeuws-Vlaanderen en een goede
staat van dienst, benoemd op een jaarwedde van 600,-.
3 juni 1877
Koningin Sophia, gemalin van koning Willem III, is overleden.
Te Castricum wordt het telegram ontvangen met de plicht om
de klokken 3 maal daags, één uur lang en dit gedurende 8 ach
tereenvolgende dagen te luiden.
5 juni 1877
Jacob Apeldoorn wordt benoemd als raadslid en vult de plaats
op, die is opengevallen door het vertrek van Jan Cz. Kuijs naar
Limmen.
28 juni 1877
Verzoekschrift gericht aan de burgemeester om een verbod uit
te vaardigen op het gebruik van hondenwagens. De brief luidt
als volgt:
"De ondergeteekenden allen ingezeten van de gemeente Castri
cum, woonende aan de Rijksstraatweg in den kom der gemeen
te als mede aan den Straatweg langs duinzijde en Bakkum nemen
de vrijheid zich langs deze tot U Edel-Achtbare te wenden ten
einde eene klagt in te dienen tegen het zoo algemeen in zwang
zijn van hondenwagens en wel hoofdzakelijk tegen die honden
wagens van Egmond aan Zee, terwijl de daarbij zijnde personen
door het slaan der honden en door het nachtelijk rumoer dat zij
maken, de nachtrust der aan den straatweg woonende burgers
op eene verre gaande wijze wordt verstoord. Dat verder bij den
dag met het tegenkomen of passeeren zoowel van voetgangers
als van rijtuigen, de bestuurders dier honden karren niet dan door
dwang zullen wijken of uithalen.
Ter vermijding van ongelukken verzoek om hondenwagens in
deze gemeente Castricum te verbieden.
25 juli 1877
Door de gemeenteraad wordt het besluit genomen om de zand
bank in de Schulpvaart voor de stetten (schelpenopslag in de om
geving van de Stetweg) uit te graven. Door de afwatering van het
duingebied is veel zand in de Schulpvaart terecht gekomen, waar
door deze zeer moeilijk bevaarbaar is geworden.
10 okt. 1877
De burgemeester Carel Hendrik Moens wordt benoemd tot no
taris van Beverwijk. Tot zijn opvolger wordt bij koninklijk be
sluit op 1 dec. 1877 benoemd Jhr. Mr. Jacob Willem Gustaaf
Boreel van Hogelanden tot burgemeester en secretaris van de
gemeente Castricum. De nieuwe burgemeester woont in Velsen
(op het landgoed Meervliet, hij was eveneens eigenaar van Bee-
ckesteijn en Waterland) en wordt bij kon. besluit vrijgesteld van
de verplichting om in Castricum te wonen, mits hij in Velzen ge
vestigd blijft. Wel dient hij op elke woensdag om 11 uur 's-mor-
gens voor de ingezetenen van Castricum te spreken te zijn.
8 nov. 1877
De gemeenteraad besluit tot de bouw van het brandspuithuisje
aan de Kramersweg (nu Burg. Mooijstraat).