Stichting Werkgroep Oud-Castricum Jaarverslag 1977 Werkgroep 10 jaar. Op 16 mei 1967 werd de werkgroep Oud-Castricum opgericht. Bij de oprichtingsvergadering in het raadhuis waren destijds aanwezig de heren G. van Aken, D. van Deelen, H. van Deelen, N.A. Kaan, A.M. Korsman, E.J. Kortenoever, E. Mooy, N. Veldt en N.C. Steeman. De heer D. van Deelen installeerde de werkgroep en schonk daarbij diverse archeologische vondsten, waaronder veel aardewerk uit de eerste eeuwen van onze jaartelling, afkomstig uit de wijk Molendijk. Tot eerste voorzitter van de werkgroep werd de heer N. Veldt gekozen. Op 16 mei 1977 vond een jaarvergadering plaats, waarin bijzonde re aandacht aan het 10-jarig bestaan werd geschonken. De tegenwoordige voorzitter de heer G. van Geenhuizen sprak er onder meer zijn vreugde over uit dat deze bijeenkomst nu in een eigen gebouw kon plaatsvinden en memoreerde voorts de grote verdiensten die de helaas overleden heren D. van Deelen en N.C. Steeman voor de werkgroep hebben gehad. Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan ontvingen alle leden en donateurs van de werkgroep naast het jaarverslag 1976 een herdruk van een oude gravure van het 17e eeuwse VOC-schip Castricum en een overzicht van de hand van de heer S.P.A. Zuurbier van gegevens over dit schip, voorzover deze in de verschillende archieven achterhaald konden worden. Besloten is om met ingang van 1978 een jaarlijks geschrift te laten verschijnen, zodat een vaste publikatiemogelijkheid zal ont staan voor de resultaten van het archeologisch en historisch onderzoek. Behandeling rapport 'Een toekomst voor Castricum's verleden' Op 27 oktober 1977 werd het in december 1975 uitgebrachte rapport "Een toekomst voor Castricum's verleden" in de gemeenteraad behandeld. Na de eerdere vaststelling van een Monumentenverordening en na alle diskussies in het kader van een door de gemeente georganiseerde inspraakprocedure over de toekomst van de dorpskom was de eigenlijke behandeling van het rapport een formaliteit. Alle aanbevelingen werden in principe overgenomen. De uitvoering van het raadsbesluit zullen wij uiteraard zo goed mogelijk blijven volgen. We mogen wel bijzonder tevreden zijn met de waardering die allerwegen over het rapport is uitgesproken. We hebben de indruk dat er meer oog is gekomen voor de waarde van het eenvoudige dorpsschoon, zowel bij het gemeentebestuur als bij particulie ren. Indien het rapport daartoe mede een bijdrage heeft geleverd, dan is de hieraan bestede tijd rijkelijk beloond. Monumentencommissie Het rapport is mede de aanzet geweest voor de instelling van een monumentenverordening op 29 april 1976. De doelstelling van de verordening is de bescherming van individuele en van plaatselijk belang zijnde monumenten. De betreffende panden worden door burgemeester en wethouders op de zogenaamde monumentenlijst geplaatst. Op 30 september 1976 werd een technische adviescommissie in het leven geroepen, welke als volgt is samengesteld: wethouder, belast met monumentenzorg; direkteur gemeentewerken; vertegenwoor diger Bond Heemschut; vertegenwoordiger Stichting Werk groep Oud-Castricum; architect, woonachtig in de gemeente 18 Castricum met belangstelling voor de onderhavige materie. Namens de werkgroep heeft de heer F. Baars zitting in deze commissie. De interpretatie van de verordening bleek in 1977 diverse problemen op te leveren, op grond waarvan burgemees ter en wethouders hebben besloten een nota terzake aan de raad voor te leggen. De voorbereiding daarvan werd in het verslagjaar aangevangen. Overigens werden drie panden op de monumentenlijst geplaatst, te weten het café De Oude Schimmel met bijbehorende doorrijstal en het perceel Over toom 21, een uit de 17e eeuw daterende boerderij van het Noordhollandse stelptype, waarin de firma Steeman is gevestigd. Historisch onderzoek Het jaar 1977 is vooral gericht geweest op onderzoek ten behoeve van een te organiseren tentoonstelling die Bakkum tot onderwerp zal hebben. De werkzaamheden werden zo goed mogelijk over een aantal leden verdeeld. Al spoedig bleek een en ander vrij veel tijd te vragen, zodat de oorspronkelijk in het najaar 1977 geplande tentoonstelling voorlopig moest worden uitgesteld. Archeologisch onderzoek a. Terrein De Rustende Jager. Het onderzoek op het terrein van het hotel De Rustende Jager werd begin maart 1977 afgesloten. Veel Fries-inheems aarde werk kon worden geborgen, terwijl ook de bekende greppel sporen op het terrein werden aangetroffen. Dankzij financiële steun van de gemeente Castricum kon bij dit onderzoek een graafmachine worden ingezet. b. Gebied Heemstede. Door de aanleg van een grote watertransportleiding, die ten zuiden van het dorp in west-oost-richting de oude geest 'Heemstede' kruiste, kwamen over een breedte van circa 150 meter sporen vrij van eveneens Fries-inheemse bewoning. De werkgroep vergaarde onder moeilijke omstandigheden zoveel mogelijk gegevens in het terrein. Veel aardewerk werd geborgen, een puinheuvel van huttenleem werd geconstateerd met verbrandingssporen, tekeningen van het profiel werden gemaakt. De cultuurlaag bevond zich op een diepte van circa 50 cm. onder het huidige maaiveld met laagten tot 90 en 140 cm. De vondsten werden aangetroffen aan de zuidzijde van de leidingsleuf met een grootste concentratie aan de oostelijke zijde nabij de spoorlijn Castricum-Uitgeest. Beide onderzoeken te Castricum sluiten goed aan op die van enige jaren geleden aan de Cieweg en op vondsten van dezelfde periode op het terrein van het v.m. kasteel Kronenburg. c. Dorpsstraat/hoek Cieweg. Op het terrein van het afgebroken perceel Dorpsstraat 85 (Pauliens Boetiek) werd een proefsleuf gegraven, waarbij enige zogenaamde spitsporen werden ontdekt. Enige kleine stukjes 2e-eeuws aardewerk werden in de sleuf gevonden. Door de heer A. Schermer, voorzitter van de afdeling Noord-Holland-Noord van de Archeologische Werkgemeen schap Nederland, werd bij de eerstgenoemde onderzoeken assistentie verleend. Van zijn hand verscheen ook een nauwkeurig uitgewerkt verslag van een vroegere opgraving van

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 1978 | | pagina 18