Het tweede weekeinde werd ik opgehaald door een zuster van de lagere school. Het werd een weekend vol verdriet en angst. Op weg naar huis vertelde zij me dat mijn vader op 21 oktober 1942, ook mijn broer Wim zijn verjaardag, was meegenomen door de Nederlandse politie en in de gevangenis gezet. Dit omdat hij een kalf had geslacht wat tegen de Duitse wet in ging. In de gevangenis in Winkel mocht moeder hem nog een keer bezoeken en schone kleren brengen. In zijn cel heeft hij mij geschreven, alsof hij voor mijn 13de verjaardag in Bergen op school, thuis zou zijn. Het was een verfrommelde brief, daar ver baasde ik me over. Toen heeft hij nog stellig gedacht weer gauw naar huis te mogen. Maar de politie gaf hem over aan de Duitsers en dan was je verloren. De Duitsers vervoerden hem voor verhoor naar Amster dam. Daar was de eerste marteling bij ondervraging over waar het vlees was en of het verkocht was. Vader heeft alles alleen gedragen en over verkoop niets losgelaten, anders had het nog meer koppen gekost. Beste zwager en zuster. Hier zit je liefhebbende broer op de rand van zijn kooi met het schrijfpapier op de stoel. Het bevalt me uit stekend in me nieuwe betrekking, alleen moest je even meer uit huis mogen want dat begint wel te vervelen... Smit zit in Winkel ik in Nieuwe Niedorp in net zo’n cel als er bij ons op het erf staat, maar nieuwer hoor. Het eten gaat best dat brengt me moeder bij de bewaarder van me die leeft wel met me mee. Deze brief schrijven mag ook niet maar ik geef hem door een luikje aan de luchtwacht die ‘s avonds in een vertrek naast me zit. Het is een geluk dat dat luikje in de deur zit dan kunnen ze stiekem nog eens wat aan me geven begrijp je zoals A. Bode doet die werkt op het raadhuis. Die komt ’s middags bij me met reepjes of koek of een stukje brood of wat sigaretten. Doch ze hadden het luik dicht gespijkerd maar we hebben het weer opengebroken en als het bestemde goed weer in mijn cel is spijkert Bode het weer vast. Ik zat nooit geen minuut stil, nu zit ik hier al 500 uur vast, zitten eten slapen dat is mijn dagtaak. Jan schrijft: ’Het is maar goed dat mijn vader er niks vanaf wist anders was de ramp nog veel groter geweest. Wat zal die man geschrokken zijn toen twee agenten hem bij de arm namen en zeiden, Klaver we moeten je arresteren wegens een frauduleuze slachting bij Smit. Hij zakte zowat door de grond want die goeie man wist er niks van af. Snel hadden ze in de gaten dat ze de verkeerde Klaver hadden, zijn lieve zoon was in de weer geweest. Nou dat was helemaal mooi. Ik werkte bij Raatgers en daar kwamen ze me om 7 uur ’s avonds vandaan halen. Nou, Jan daar ga je dacht ik bij mezelf, wat ben ik toch begonnen. Een dag doodsangsten uitstaan, martelen en zwoegen want het was daar veel te laag dus het kalf kon niet hangen. Mijn rug bijna in elkaar gezakt en de messen stomp en geen bijl er bij al dat gesodemieter meer. Vera er omheen te springen en zegge Jan wat haal je toch uit. ’t Kind kon wel huilen van verdriet toen ze me zo zag martelen. En nu tot overmaat van ramp nog vast zitten ook. Was ik die dag maar dronken geweest.’ Familie Klaver vertelt: ’Jan Klaver, slagersknecht uit Zijdewind had als 19-jarige verkering met Vera Smit. Dochter van Michiel Smit, boer aan de Zwarteweg in ’t Veld. Omdat er een feest in het verschiet lag, vatten ze het plan op om een gemest kalf illegaal te slachten voor eigen gebruik. Eigenlijk wisten ze wel dat dit verboden was en zwaar bestraft zou worden als het uit zou komen, hoe zwaar dat zal later blijken. Ook was het gewoon dorps dat dit niet geheim zou blijven en bovendien ’De verrader slaapt nooit’ luidt het gezegde. Zo kwam het dat op 21 oktober 1942 twee agenten naar Zijdewind gestuurd werden om Klaver op te pakken.’ Jan werd vastgezet in de cel naast de Prins Maurits in Nieuwe Niedorp en vader Smit zat eenzaam in de cel in Winkel. De ontberingen van Michiel Smit en Jan Klaver Annie Leegwater-Smit vertelt: ’Ik was 12 jaar toen ik naar de huishoudschool in Bergen ging, je genoot daar intern onderwijs van de Zusters Ursulinen. Met mijn hutkoffer, van hout gemaakt door Arie Burgmeijer, met op het deksel mijn nummer 48 HH gespijkerd, werd ik door vader, moeder, Bob en Cor met de paard-en- wagen naar de Loudelsweg gebracht. Na zes weken mocht ik naar huis, mijn eerste keer, geweldig! Bob en Cor stonden me bij aankomst op station Noord-Scharwoude al op te wachten. Jan Klaver geb. 17 januari 1923 en Vera Smit geb. 14 januari 1926.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2021 | | pagina 8