Het wegenvraagstuk
Het verkeer over de weg was in het eerste kwart van
de twintigste eeuw sterk van karakter veranderd.
Vooral in de jaren na de Eerste Wereldoorlog voltrok
die verandering zich in een snel tempo. Vóór die tijd
gebruikte voornamelijk het lokale verkeer de wegen.
Maar naarmate het gebruik van motorrijtuigen toenam
ontstond daarnaast, althans op sommige wegen,
verkeer van interlokale aard. Aanvankelijk bleef dit
doorgaande verkeer in het algemeen beperkt tot de
categorie lichte personenwagens. Doch spoedig
verschenen ook vrachtwagens, van allerlei afmetingen
en gewicht op de weg, later gevolgd door autobussen.
Met name deze motorrijtuigen hadden in snel toene
mende mate de groei van het doorgaande verkeer
gestimuleerd. De eisen waaraan de wegen bestemd
voor doorgaand verkeer moesten voldoen, waren
heel andere dan die waarmee men bij de vroegere
vervoermiddelen voor het meer lokale vervoer uit de
voeten kon. Door de geringere snelheid waarmee werd
gereden en het minder drukke zware vrachtverkeer
kon men vroeger volstaan met veel smallere en veel
lichter verharde wegen.
Het wegenplan van 1925
In hun voordracht van 20 juni 1923 over de overname
door de provincie Noord-Holland (hierna: de Provincie)
van de Zaanlandsche Communicatieweg, die liep van
de rijksweg Haarlem-Alkmaar, even ten noorden van
Beverwijk, over Assendelft en Westzaan naar Zaandijk,
gaf Gedeputeerde Staten enkele denkbeelden aan
omtrent het toekomstig wegenbeheer. Zij vond, zoals
al eerder (begin 1920) in beginsel was besloten, dat
de Provincie het aangewezen lichaam was om voor
het doorgaand verkeer een behoorlijk wegennet te
onderhouden. De vaststelling van het plan voor dit
wegennet, met een lengte van 320 kilometer, vond
plaats in de vergadering van de Provinciale Staten
van 2 december 1925.
In het wegenplan van 1925 was in het noordelijk deel
van Noord-Holland als centrum de marktstad Schagen
gekozen. Vanuit Schagen waren drie wegen gepland:
1. naar Van Ewijcksluis in aansluiting met de weg over
de toekomstige Afsluitdijk, 2. naar Stolpen in aanslui
ting met de rijksweg Alkmaar-Nieuwediep en 3. via
Zijdewind en Heerhugowaard naar Alkmaar. Het tracé
tussen Schagen en Niedorper Verlaat van de weg naar
Alkmaar zou gaan lopen van de spoorwegovergang
ten zuiden van het station Schagen, langs de Laander-
weg en Grotewallerweg tot Lollebrug, de oude naam
van de Haringhuizerweg. Vanaf Lollebrug was een
nieuwe weg gepland naar het noordelijk uiteinde van
de Vennikerweg. Langs de Vennikerweg en de Oude
Niedorperweg bereikte de provinciale weg de kerk in
Zijdewind. Vervolgens liep het tracé over 825 meter ten
westen, achter de bebouwing van het dorp, om weer
de Oude Niedorperweg te volgen tot het Niedorper
Verlaat, waar met een nieuwe brug de ringvaart van de
Heerhugowaard zou worden gekruist.
Langs of door Zijdewind?
Bij het uitwerken van de voorlopige plannen was
geconstateerd dat de dorpsstraat van Zijdewind,
die smal, bochtig en dichtbebouwd was, volkomen
ongeschikt was om te worden ingericht tot weg voor
doorgaand verkeer. Als oplossing voor dit probleem
koos de Provincie aanvankelijk voor het omleiden van
de weg langs de westkant van het dorp. Daartegen
waren verschillende bezwaren. Zo zou de ringvaart
voor de inwoners hierdoor moeilijk bereikbaar worden,
terwijl het wegverkeer door het overladen van tuin
bouwproducten zou worden belemmerd. Toen is geko
zen voor een nieuwe weg ten oosten van het dorp. De
R.K. Kiesvereniging “Eendracht maakt Macht” heeft in
1931 nog wel gepleit het tracé door het dorp te laten
lopen. Er waren meer voorstanders van dat tracé,
onder wie gemeenteraadslid W. Kolkman, wethouder
J. Bakker sr. en het bestuur van de W.O.L. polder.
F.C. Jong, secretaris van het polderbestuur, wees
op de ‘funeste gevolgen voor de neringdoenden’ als
de weg langs Zijdewind zou komen. Zoals hiervoor
opgemerkt was de dorpsstraat te smal. Zelfs als de
‘voor-erven’ voor een groot gedeelte werden opgeof
ferd, zou de breedte van de provinciale weg toch
nog onvoldoende zijn. Verder wees Gedeputeerde
Staten op een aantal hinderlijke bochten. Met het
rechttrekken daarvan, wat het aankopen en slopen van
vele gebouwen betekende, zouden zeer hoge kosten
gemoeid zijn.
De aanleg van de provinciale weg
Niedorper Verlaat-Schagen