Frankrijk
Hoewel Franse uitvinders, zoals Denis Papin aan het
eind van de 17e eeuw, goed bezig waren om een eer
ste stoomlocomotief te bouwen, namen Fransen toch
niet het voortouw. Ingenieur Marc Sequin had in 1829
al een goed werkende locomotief gemaakt, maar er
lagen in die tijd nog weinig spoorstaven. Vanwege de
oorlogen van Napoleon slokte de wederopbouw grote
investeringen op. Bovendien had Frankrijk een goed
wegen- en kanalennet. Op 24 augustus 1837 werd
de eerste lijn alleen voor personenvervoer in gebruik
genomen. De stoomlocomotief „Mare Sequin" legde
de 18 km lange rit tussen Parijs en Saint-Germain-en-
Laye af in 25 minuten. Omdat de houten brug over de
Seine de trein niet kon dragen, ging het laatste stuk
van de reis per postkoets.
van Amsterdam naar Haarlem aangelegd en werden
vier locomotieven in Engeland gekocht: De Snelheid,
De Hoop, De Leeuw en De Arend. Op 20 september
1839 werd de eerste spoorlijn in Nederland officieel
geopend. Om 13.00 uur blies de conducteur op een
trompet en zette de eerste trein zich in beweging.
De trein met negen rijtuigen werd getrokken door De
Snelheid en De Arend en vervoerde bijna 300 mensen.
In de voorste wagon speelde het muziekkorps van de
Amsterdamse schutterij.
Er waren drie klassen rijtuigen. Voor de diligence (1e
klasse) moest men een rood biljet van f 1,20 kopen,
voor de char-a-banc (2e klasse) een blauw biljet van
f 0,80 en voor de wagon (3e klasse) een wit biljet van
f 0,40. De treinreis duurde 25 minuten en dat was
zeven keer sneller dan met de trekschuit.
Handelaren in Amsterdam waren positief over de
spoorlijn. Nu kon iedereen goedkoop met de trein
reizen en ook kon de post veel sneller verspreid
worden. Niet iedereen was enthousiast over het spoor.
De voerlieden, de schippers en de herbergiers waren
bang dat ze geen werk meer zouden hebben. Andere
mensen waren bang voor hun gezondheid. De trein
reed veel te snel, met veel te veel lawaai en zorgde
voor een burn-out. Ook een staatscommissie was van
mening dat er geen grote behoefte aan een spoorlijn
was. In de loop van de tijd verstomde de kritiek: de
koeien bleken normale melk te geven en een ritje met
de trein bleek voor de passagiers geen zelfmoord te
zijn.
Nederland
William Archibald Blake, 1783-1843, was generaal-
majoor van de artillerie, ingenieur, spoorwegpionier
en ondernemer. Tijdens de Belgische revolutie werd
Blake naar Engeland gestuurd voor de aankoop van
wapens. Op 15 september 1830 was hij aanwezig bij
de opening van de eerste spoorlijn tussen Liverpool en
Manchester. Hij sprak daar met George Stephenson
en raakte daar onder de indruk van de mogelijkheden.
Terug in Nederland maakte hij plannen voor een
spoorweg van Amsterdam naar Keulen. Koning Willem
reageerde positief op het plan. In 1834 schreef Blake
een lening uit van 12 miljoen gulden voor de op te
richten IJzeren Spoorweg Maatschappij Amsterdam
- Keulen. De financiering kwam echter niet van de
grond. Blake trok zich terug en richtte de „Koninklijke
Nederlandsche Grofsmederij" op voor de productie
van o.a. rails.
Een andere oud-militair Willem Christiaan Brade kreeg
een concessie voor de spoorlijn van Amsterdam
via Haarlem naar Rotterdam. In 1834 werd de Hol-
landsche IJzeren Spoorwegmaatschappij (HIJSM)
opgericht. Voor een bedrag van f 1.048.000 werd
evenwijdig aan de Haarlemmertrekvaart een spoorlijn
De „Mare Sequin".
Ter gelegenheid van 170 jaar stoom had het spoorwegmuseum
in Utrecht de „Arend" op 19 september 2009 weer op stoom
gebracht.