In welke vakken was u goed?
In gymmen! Gymmen vond ik altijd heerlijk. Dat deden
we in het "dorpshuis". Dat was een zwarte barak die
stond achter de kerk. We hebben er ook getraind voor
de handbal.
Wat wilde u later worden?
Nou ja kind daar hadden we het helemaal niet over.
Je ging van de huishoudschool naar de naaischool en
daarna ging je te werk. Ja, wij zijn niet zo geleerd als
jullie hoor. Ik heb heel lang, jarenlang, bij Piet Burger
gewerkt, de slager in Zijdewind.
Welke kleding werd er gedragen op school?
Wij mochten nooit geen lange broek aan. We hadden
lange kousen aan en dan een rok. En als het winter
was dan hadden we een lange broek aan onder onze
rok. En als we dan op school kwamen bij zuster
Angelica dan moesten we in het rond gaan staan en
allemaal onze lange broek weer uittrekken.
Wat was uw eerste baantje?
Nou opa stuurde mij naar Jan Wijnker en Trien Bruin.
Die woonden in het Gesticht. Wij noemden dat het
Patronaatsgebouw. Opa zei, ga die mensen maar
helpen. Jan Wijnker had een heel groot gezin en die
kon dan wel wat hulp gebruiken. Daar heb ik aldoor
heel lekker gewerkt. Vroon Jong was er dan te werk en
ik was er te naaien. Het was er altijd heel gezellig.
Lies Biersteker woonde er vlak naast en die kwam
altijd om de koffie samen met Ans Jansen. Zij gingen
dan aardappelen schillen en bieten klaar maken.
Als ik daar was aten we altijd bieten. Onder de middag
aten ze warm en dan at ik mee. Verder kreeg ik er
zelf niks voor. Dat regelde mijn vader. Hun kinderen
kwamen dan ook altijd naar huis om te eten.
Heeft u ook gehandbald?
Ja zeker, toen ik 12 jaar was mocht ik handballen.
Totdat ik trouwde,dan moest je stoppen. Maar later
toen mijn zoon Dennis nog jong was, ben ik weer
gaan handballen. We hebben nu nog een groepje van
meiden waar ik toen mee in het 2e gespeeld heb. We
speelden op het grote voetbalveld. Later ook nog jaren
bij de veteranen.
U bent in de oorlog geboren.
Weet u daar nog iets van?
Ik was natuurlijk nog heel jong en ik weet er eigenlijk
niet zo veel van. Het ging bij ons allemaal wel goed
hoor. Ik weet nog wel dat we een meisje over huis
hadden. Een meisje uit Amsterdam. Madelijn heette
ze. Haar vader kwam af en toe langs op de fiets als hij
op zoek was naar eten in de Wieringermeer. Ze zal de
eerste keer mee geweest zijn en mocht bij ons blijven
om aan te sterken en is toen heel lang gebleven. Mijn
vader en moeder gingen af en toe op visite bij Dirk
Stadegaard. Madelijn was 12 jaar en die paste dan
op. Als er dan eens in de verte geschoten werd dan
zei mijn moeder: Kom Arie we moeten snel naar huis
want Madelijn is doodsbang. Ze 'slopen' dan naar
huis want je mocht eigenlijk na 8 uur 's avonds niet
meer buiten zijn. Mijn moeder vond het ook heel erg
dat ze later weg ging. Maar ze hebben wel aldoor
contact gehouden. Ze kwam regelmatig op bezoek
bij mijn moeder. Jaren later toen moeder al overleden
was, ben ik nog met broer Piet en zus Tiny naar haar
begrafenis geweest.
De zusters na de kerkdienst onderweg naar het zusterhuis.