Deel 3 (slot) In de 30e uitgave van 't Is mooi weest" heeft u kunnen lezen dat de begijnen en de klopjes van het klooster achter de garage van Stoop en Kruijer rond 1632 problemen kregen met de bewerking van vlas. Door de inpoldering van de Tjaddinxrijd verdween het water dat nodig was om het vlas te bewerken tot garen als basis voor linnen of voor het maken van touw. Dit was waarschijnlijk de voornaamste reden om naar het oosten van 't Veld, dat in die tijd de Campen werd genoemd, te verhuizen. Nog meer bezoek Reijer van der Bijl heeft als rechterhand van Herman Hartman van der Woude vaker een bezoek gebracht aan het klooster in de Kampen, 't Veld-Oost. Officieel waren deze bezoeken uit hoofde van zijn functie als notaris voor het opmaken van de vele testamenten van de geestelijken, maar gelijktijdig zal hij een goed beeld hebben gehad in de wijze van het bestaan en van het geloof van de geestelijken. Zowel de testamenten als de beschrijvingen lieten niets anders zien dan de vele goede bedoelingen tegenover de lichamelijk, geestelijk en financieel zwakkeren en dat zal Reijer van der Bijl ook hebben ondervonden. En wat voor kwaad konden de klopjes en de begijntjes verder als bejaarde dan wel „bedaegde" vrouwtjes met een gemiddelde leeftijd van meer dan 60 jaar. Toch kwam schout Herman Hartman van der Woude op 8 oktober 1659 en vijf jaar later op 16 oktober 1664 op bezoek. Hij bezocht in 1659 samen met twee schepenen, Pieter Bossenaer en Jan Koeman, en secretaris Reijer van der Bijl ook het hekelhuis. Vijf jaar later nam de schout uit Nieuwe Niedorp twee andere schepenen mee: Simon Joost Kruijf en Cornells Claes Egmond. Ook toen was Reijer van der Bijl aanwezig, want die moest immers het verslag maken. In die verslagen zijn de bewoners van het hekelhuis en van het klooster vermeld. Een klopje of een geestelijk dochter was een, veelal ongehuwde, katholieke vrouw, die in de tijd van de schuilkerken (na de reformatie) langs de deuren ging om leden van de kerk uit te nodigen voor een mis op een geheime plaats in een schuilkerk. Veel priesters schakelden de hulp van deze vrouwen in bij de opbouw van hun staties of parochies. Klopjes waren dikwijls betrokken bij het geloofsonderricht aan katholieke kinderen en ook verleenden zij hulp en begeleiding aan zieken en stervenden. Klopjes brachten daarnaast veel geld in voor de kerk. Zij schonken vaak kostbare voorwerpen of maakten kerkelijke gewaden voor de statie of parochie. Bewoners hekelhuis In 1659 In 1664 achter *Lijsbeth Cornelis (65 jaar) *Aeltje Cornelis (61 jaar, heeft 29 jaar op bed gelegen) 1*Lijsbeth Cornelis (70 jaar) 2*Aeltje Cornelis (66 jaar) midden *Anna Dircx (68 jaar) *Trijn Jacobs (51 jaar) 3*Anna Dircx (73 jaar) 4*Trijn Jacobs (56 jaar voor *Maritje Gerrits (51 jaar) *Maritjen Arijaens (38 jaar, blind) *Trijn Arijaens (35 jaar) 5*Maritjen Arijaens (43 jaar) 6*Trijn Arijaens (40 jaar) Het nieuwe klooster in de 17e eeuw

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2019 | | pagina 10