je je aan bij de beurs. Daar kreeg je een nummer. Als
dat nummer aan de beurt was, mocht je een vracht
kiezen uit het aanbod dat paste qua tonnage en het
materiaal dat vervoerd moest worden. Als je het eens
was met de prijs die er voor stond, dan kon je deze
vracht aannemen. Zo kwam je door heel Nederland
of moest je soms naar België of Frankrijk. Als er even
geen passend aanbod was, moest je dagen wachten.
Dan lag Dirk vast voor de kroeg van neef Frans aan de
Prins Hendrikkade in Rotterdam. Dit veraangenaamde
de tijd van wachten.
Ook in deze tijd veranderde er veel en moest alles
sneller en beter en goedkoper. Bij het overschrijven
van het eigendom van de ms „Margaretha" van vader
Jan naar zoon Dirk in 1949 werd het schip getaxeerd
op, en verzekerd voor 8.000 gulden. Acht jaar later
steeg het verzekerde bedrag naar 12.000 gulden
blijkens de polissen.
Maar het vervoer met kleine schepen werd steeds
minder interessant. Groter was beter en 300 ton werd
de norm voor economisch vervoer over water. Door
deze omstandigheden moest Dirk het vrije bestaan
opgeven en nam hij in 1960, tegelijk met 5 andere
schippers, het besluit om bij de Koninklijke Houthandel
Eecen uit Oudkarspel, waar ze al regelmatig voor
voeren, als houtwerfwerker in loondienst te treden.
Hun schepen hielden de schippers aan. Zo konden
ze, als dat aan de orde was, snel met zes boten een
coaster leegvaren.
Het hout werd toen balk voor balk en plank voor
plank uit de coaster gehaald en uitgevloerd in het
binnenschip.
Dit wil zeggen dat het hout netjes gestapeld werd
zodat het vast lag en niet beschadigde tijdens het
transport over het water naar Oud karspel. Daar werd
alles weer gelost en opgeslagen om te drogen en
verzaagd te worden. Later werd het hout per bundel
met een kraan aan boord gehesen, dus werd het werk
lichter, maar de tijd dat je op het water was, korter.
!0'
Hout stouwen vanuit een coaster. Lossen in Oudkarspel.