*Maritgen Arijaens (al 15 jaar blind, 35 jaar, verzorgde
de 68-jarige Griet Cornells, kleinkind van de eigenaar
van de hofstede: Pieter Jans Piet Evers)
*Trijn Arijaens
(klopje, 32 jaar, zus van Maritgen)
*Maritgen Gerrits
(simpel van zinnen)
In het midden:
*Trijn Jacobs
(59 jaar, dienstmaagd van Mr. Baeffo Cleerbesem,
dochter van Jacob Joost van de Oostermoerbeek) en
*Anna Dircx?
In het achterste gedeelte de geestelijke zusters
*Alidt Cornells
(begijntje, heeft vanaf 1632 op bed gelegen, dochter
van Cornelis Pietersz uit de Oudenijedorperboome,
overleed op 14 juli 1675)
*Griet Pieters
(begijntje, later klopje, 32 jaar, dochter van Pieter
Jacob Dircx van Lutjewinkel, laat 100 guldens na aan
Maritje en Trijn Arijaens) en
*Lijsbet Cornelis (begijntje, 62 jaar, zus van Alidt)
Eigenaresse van het heekelhuijs was in 1659 Neel
Claes (geboren in 1616, dochter van Claes Alberts
uit Zijdewind, zus en dienstmaagd van pastoor Joost
Vercamp in Amsterdam, later van pastoor Jan van
Houten)
Opmerkingen bij de inwoners
van het klooster
Anna Dircx komt twee keer voor in het verhaal over de
inwoners, maar de heer Van Lunsen heeft ook twee
verschillende omschrijvingen. Het is niet duidelijk bij
welke Anna welke gegevens horen. Daarom vermelden
we hieronder beide dames.
Anna 165 jaar
Anna 2: klopje, 51 jaar, woonde sinds 1633 op een
eigen hofstede ten zuiden van de (Rijders)sloot, had
als dienstmaagd Guurt Jans, liet haar in een testament
na: 400 gulden, een bed met toebehoren en een vrij
huis, waar zij woonde. Anna had al op 17 april 1641
een testament gemaakt bij notaris Hoogeboom. Zij
liet aan een zoon van haar zus, Dirck Arijaens, 1000
gulden na en nam uit barmhartigheid Maritje Huijberts
in huis.
Op deze gekleurde kaart zijn de vijf kloosterhuisjes links van de Rijderssloot te zien. Aan de andere kant van de sloot hebben drie huisjes
gestaan, waaronder de hofstede.
(2_
Ook klopje Anna Pieters Droochges ondertekent in 1660 haar testament met het Latijnse kruis.