Meyerop heeft een verslag van zijn jacht naar Den Haag gestuurd. Hij wilde dat wel mondeling komen toelichten, maar als het weinig uitmaakt blijf ik liever thuis, „want gelijck men seijt: als de catten van huijs sljn, hebben die muijsen vreught ende lopen die varekens int coren." Een bijzondere familie Al eerder in dit verhaal schreven we over Pieter Jans Piet Eves (Evers), eigenaar van de hofstede in 't Veld-Oost. Hij was vader van Jan Pieters en Griet Pieters. Omdat zijn zoon Jan Pieters 3 dochters had, was Pieter Jans Piet Evers, opa van Maritje, Grietje en Lijsbet. Alle dochters hadden de achternaam Jans. In een testament uit 1647, dat door notaris Reijer van der Bijl was opgemaakt, staat beschreven dat Maritje Jans en Grietje Jans hun innocente (onnozele, met zwakke geestelijke vermogens) zuster Lijsbet Jans als erfgename van hun bezittingen, waarschijnlijk dus ook van de hofstede, hebben aangewezen. In een testament van 1653 werd Maritje Jans vermeld. Zij ondertekende met het Latijnse kruis. In 1656 werd Maritje beschreven als klopje en Grietje Jans en Lijsbet Jans als begijntjes. Papenjacht Dezelfde dag ging het gezelschap naar „den Zijtwindt", waar ook de roomse kerk werd bezocht. Er was een klopje aanwezig. De kerk was helemaal leeg: geen altaar en geen banken. De kerk werd dichtgetimmerd en het klopje mocht de kerk niet meer open maken. Ze zou dat ook aan haar zuster vertellen. Omdat we zeker weten dat er in Zijdewind in 1648 een nieuwe kerk werd gebouwd (en in 1649 weer werd afgebroken), staat dus vast dat er in 1644 al een roomse kerk in Zijdewind bestond. Hierna gingen de heren naar de Wateringskant, want zij hadden gehoord dat bij Willem Willemsz regelmatig geheime kerkdiensten werden gehouden. Toen er gevraagd werd waar de diensten werden gehouden, nam hij ze mee naar de grote hooischuur en zei: „Soo wanneer hier enige predicatie wordt gedaan, dan is dit de plaats en de kerk." Ook hier werd bijna alles dichtgetimmerd met meer dan veertig spijkers. De volgende dag, dus op 5 juli 1644, bezocht Antho- nius van Meyerop met twee schepenen uit Winkel de „stede Winckel". Anthonius van Meyerop verbood Claes Jansz Woggelum, Arie Janssen en Aris Cornelisz Crol „haere huijsen te laten gebruyeken tot paepse conventiculen (samenkomsten)". Volgens een testament uit 1647, opgemaakt door notaris Reijer van der Bijl, beschrijven Maritje Jans en Grietje Jans hun innocente (verstandeloze) zuster Lijsbeth Jans als erfgename van hun bezittingen. Maritje Jans ondertekent het testament met het Latijnse kruis tussen de voor- en achternaam. Een klopje, ook geestelijke maagd of geestelijke dochter genoemd, was een ongehuwde vrouw, die ten overstaan van een priester een kuisheidsgelofte had afgelegd en meestal gehoorzaamheid betrachtte aan een overste of biechtvader. Deze maagdelijk vrouwen leefden en werkten niet in een kloostergemeenschap, maarstonden midden in de maatschappij. Wordt vervolgd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2018 | | pagina 23