Wanneer? In een testament uit 1639 worden twee begijntjes (geestelijke zusters) vermeld, Lijsbeth Jans en Lijsbeth Aerians, die volgens de tekst eerder woonachtig waren in het oude klooster aan de Zijdewind en in 1639 in de Campen, dus in het nieuwe klooster. Dit klooster is blijkbaar ontstaan tussen 1632, de inpoldering van de Tjaddinxrijd, en 1639. Daarvoor was het een hofstede. In Noord-Holland was dat vaak een monumentale boerderij met een herenkamer voor de geldschieters. Secretaris en notaris Reijer van der Bijl Hoe de hofstede veranderde in een klooster, is beschreven in een schrijven uit 1668. De dames Griet Cornelis (80 jaar) en Lijeff Jacobs (72 jaar) legden toen een verklaring af ten overstaan van Reijer van der Bijl. Reijer was „Secretaris der stede Niendorp" en notaris. We weten van hem dat hij op 19 juni 1656 van Jan Coensz te Nieuwe Niedorp een huis en 7 geersen (ongeveer 2 ha) land aan de „lange Reijs" kocht. Grafschriften van de oude NH kerk te Nieuwe Niedorp zijn bij de restauratie van de oude kerk genoteerd. Veel zerken zijn echter in de loop van de tijd verloren gegaan, maar een aantal is rond de Fenixkerk nog te zien. Op de zerk van Rijer van der Bijl stond het volgende te lezen. „Hier leijt Reijer van der Bijl, Van de doodelijke Pijl, Schielijk neergeschoten, Menig mensch heeft hier te land, Van zijn weibegaafd verstand, Raad en hulp genoten, Obiit (overleden) den 5 rij 1669." Verklaring van twee dames De twee genoemde dames Cornelis en Jacobs verklaarden dat „sij wel gekent hebben Pieter Jans Piet Eves (Evers), wonende op de hofstede daer de pastoirs nu ordinair (alledaags) wonen in de campen ofte closter". Zij hebben ook gekend „Griet Pieters, de dochter van Pieter Jans voorschreven (hiervoor genoemd) ende dat de selve (zijzelf) was een geestelijke dochter, een clopzuster, wonende met haer vader op de geseijde" (gezegde, genoemde) plaets, maer dat sij al voor haer vader doot was, en haer vader achter int huijs op de hofstede woonde soolangh hij leefen en aldaer is overleden sonder dan men anders wiste oft het was sijn eijgen huijs en erve". 1191 Tijdens de sloop van de hervormde kerk van Nieuwe Niedorp in 1876 werden de zerken bij de kerk neergelegd. Het fundament van de toren stamt uit de 13e eeuw. Voorbeeld van een hofstede: Beeokestijn te Velsen. Welgestelde stedelingen investeerden vanaf het einde van de 16e eeuw hun spaargeld in landbezit of hofsteden, die ook wel buitenplaatsen of (zomerverblijven werden genoemd. Zij deden dit om 's zomers de stank, de pest en de drukte in de stad te vermijden. Om het land rendabel te maken, werd er een boerderij gebouwd, die verpacht werd. De boerderij was aanvankelijk voorzien van een aparte herenkamer, een luxe kamer, die door de landheer en zijn familie 's zomers kon worden gebruikt voor hun verpozing. Omdat de eigenaren in het midden van de 17e eeuw steeds rijker werden, lieten ze in de loop der jaren een apart buitenhuis naast de boerderij op het landgoed bouwen. Uiteinde lijk ontwikkelde deze trend zich vanaf het eind van de 17e eeuw in de bouw van luxueuze buitenplaatsen met siertuinen en bossen. De kern van een buitenplaats was het herenhuis. Daaromheen lag een pleziertuin met fonteinen en standbeelden. Meestal waren er ook een oranjerie met uitheemse planten, een theekoepel en een volière. Hoe zou de hofstede van 't Veld (De Kampen) er uitgezien hebben?

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2018 | | pagina 19