h Pastoortje spelen De kerk speelde een prominente rol in het dorp, dus ook in mijn herinnering. Mijn moeder stuurde ons elke dag naar de H. Mis. Kerkbezoek werd ook vanuit school zoveel mogelijk geactiveerd. Ik verveelde me gauw in de kerk, zag alle vogeltjes vliegen. Ik keek meer achterom naar wie er binnenkwam, dan naar het altaar. Dat irriteerde blijkbaar een non, die op een bank achter me knielde. Ze pakte mijn hoofd hardhandig tussen haar handen en draaide die naar het altaar. Mijn wispelturigheid verdween toen ik misdienaar werd en gedwongen werd al mijn aandacht te richten op de activiteiten van de pastoor of de kapelaan. Mijn belangstelling voor wat zich op het altaar voltrok werd zelfs zo groot, dat ik in mijn vrije tijd pastoortje speelde. Meestal deed ik dat met Jan Kamp. Ik benijdde hem omdat hij een goudkleurig kelkje had dat op een echte ciborie leek. Als miswijn gebruikten we water, soms limonade, en als hostie een snoepje. Een ander vriendje met wie ik speelde was Siem van der Gulik. Zijn vader had een boerde rij. Het stonk er naar koeienmest en kuilgras, maar wat een pret: we mochten er in het hooi spelen. Ik schaam me nog wanneer ik terugdenk aan zijn verjaardag. Elke zondag kreeg ik een dubbeltje zakgeld. Daarvan kocht ik snoepgoed bij kruidenier Van der Stoop. Ik besloot een koeienreep te bewa ren om aan Siem cadeau te doen. De chocolade brandde echter in mijn zak. Ik kon de verleiding niet weerstaan om de reep onderweg aan mezelf cadeau te doen. Met lege handen kwam ik op het feestje van Siem. In een sloot langs de weg naar de boerderij van Siem ontdekten we eens een grote snoek. Die bleek er de volgende dag, ogenschijnlijk roerloos, nog te zitten. Siem ging er met een hooivork op af. Maar de vis liet zich niet vastpin nen. Over dieren gesproken, bij boer Snip, recht tegenover onze school, konden we getuige zijn van het liefdesspel tussen een stier en een koe. Op het erf van boer Groot, tegenover de kerk, liep een hond rond, die een lange lintworm achter zich aan sleepte. Tijdens een speelkwartier konden we niet anders dan lijdzaam toezien hoe meeuwen een soortgenoot dood pikten. Hoe speelden we? Op het schoolplein tikkertje en bokkie springen. Op de verharde weg tollen en hoepelen. Knikkeren kon je overal, evenals steltlopen op lege conservenblikken, en vliegeren. Thuis speelde ik met mijn zusjes Willie en Annie. Jongensgilde Van sporten hield ik niet. Voetballen vond ik vreselijk, al ging ik, waarschijnlijk uit verveling, wel elke zon dagmiddag naar het VZV-terrein om te kijken of er iets te beleven viel. Ik was blij dat ik bij het Jongensgilde mocht. Niet alleen vanwege het uniform en de fluit. Ik vermaakte me met knutselen, figuurzagen en spoorzoeken. Een zwart houten gebouw achter de kerk en tegenover het voetbalveld was ons Jeugdhuis. Tijdens een verkenningstocht kreeg ik vanuit het niets keihard een eierkool op mijn kop. Heb ik die deuk in mijn schedel daaraan te danken? Ik ging ook met het gilde op kamp bij boer Zwemmer in Sint Maartenszee. We werden weggebracht in een vrachtauto. Onderweg hield de politie ons aan, omdat we in de laadbak werden vervoerd. Van de maaltijden die door de begeleidsters werden bereid, herinner ik me nog de rijst met krenten. Bah! De pannenkoeken smaakten beter. Wanneer er 's winters ijs op de sloten lag, trok het schotsen trappen op de gracht bij de St. Martinu- skerk altijd grote belangstelling. Ik behoorde niet tot de durfals die over de golvende ijsvloer renden, al ben ik wel eens door het ijs gezakt. Eén keer gebeurde dat in een poepsloot, toen ik onderweg was naar school. In kletsnatte en stinkende kleren keerde ik terug naar huis. M'n moeder had net de zware maandagwas achter de rug. Ze stuurde me direct naar bed. Niet alleen voor straf, maar ook omdat ze geen andere kleren voor me had. Seksuele voorlichting stond niet op het lesprogramma. Wél voorlichting over kuisheid. Dat werd door kapelaan Hollander gegeven tijdens de godsdienstles. Hij vertelde wat je moest doen wanneer je in het bijzijn van anderen je zwembroek aan- of uit wilde trekken. Een handdoek om je heen slaan, zodat anderen niets konden zien. En je rug naar anderen keren wanneer zij zich omkleedden. Kijken naar iets wat je beslist niet mocht zien, was een zonde. Daarom was er altijd veel gegniffel wanneer de schoolarts was geweest. Terwijl je op je arm blies, keek hij in jouw onderbroek. Bollenbozen Ik ging graag naar school. Het leren ging mij goed af. Er ontstond zelfs enige competitie met de bollebozen Piet Broersen en Sjef Klein. Menigeen was jaloers op de cijfers die op mijn rapport prijkten. Ik heb het boekje altijd bewaard. Helaas wordt de kaft ontsierd door een grote vieze plek. Die is ontstaan doordat ik onderweg naar school met het rapport in de modder !2 Luchtfoto met zicht op de St. Martinuskerk en de pastorie, op de achtergrond is "het oude voetbalveld" te zien.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2017 | | pagina 22