Eerste klas
De overstap naar de 'grote school' volgde in septem
ber 1950. Toen kwam ik onder de hoede van juffrouw
Den Braasem. Ik was het dertiende kind van ons gezin
dat bij haar het Aap, Noot, Mies leerde. Mijn jongste
zus Annie was de laatste die bij haar in de klas kwam.
Van het schooljaar in de eerste klas herinner ik me
een bezoek van de inspecteur. Ik mocht een gedichtje
voordragen over een kat. Als sluitstuk moest ik met
mijn tong een schoteltje leeglikken. Dat leek een peu
lenschil, maar op dat schoteltje lag als beloning een
toverbal. Het lukte me niet om al likkend dat snoepje
op m'n tong te krijgen. Overal om me heen hoorde ik
lachen. Annie, heb jij me ook uitgelachen? Ik kon wel
door de grond zakken. Waarschijnlijk mochten we
onder de les niet naar de wc, zodat ik een keer in m'n
broek plaste. Ik voelde het warme vocht door de korte
pijpen van m'n broek langs m'n benen naar beneden
sijpelen. Onder de bank ontstond een plasje, dat niet
onopgemerkt bleef. Juffrouw Den Braasem boos.
Waarom had ik m'n vinger niet opgestoken? Misschien
durfde ik dat niet. Ze stuurde me met mijn natte broek
direct naar huis. In mijn herinnering staat Cornelia den
Braasem gegrift als een strenge juf. Ik was blij dat ze
een poosje niet naar school kon komen, doordat ze
haar arm had gebroken. Ze woonde aan het begin van
het pad dat naar ons huis leidde. Eigenlijk was zij een
buurvrouw van ons, maar zo heb ik haar nooit ervaren.
Jongensschool
Van de Mariaschool naar de Martinusschool was
een grote overgang, maar bij mijn grotere broers,
Bertus en Cor, voelde ik me veilig. Wanneer ik op het
schoolplein werd geplaagd, kon ik hun hulp inroepen.
Dat werd anders toen zij van school gingen. Andere
jongens hadden nogal eens de pik op mij, mogelijk
omdat ik minder weerbaar was, altijd afdankertjes
droeg, of omdat mijn kleren stonken. Zij realiseerden
zich waarschijnlijk niet dat mijn moeder de zorg had
voor veertien kinderen, dat het in de tuinderij van mijn
vader armoe troef was en dat ons huis het door de
afgelegen ligging moest stellen zonder elektriciteit en
waterleiding. Aan die pesterijen kwam een einde toen
ik bij een vechtpartij tegen Henk Wit had laten zien dat
ik sterker was. Jammer hé Annie, dat je in dit soort si
tuaties je spierballen moet tonen! Gelukkig hebben die
pesterijen me nooit achtervolgd. Van de onderwijzers
op de jongensschool is meester 'Snuif' me het beste
bijgebleven. We noemden Kees Ruiter zo, omdat hij
altijd luidruchtig door zijn neus ademde. Hij kon mooi
vertellen, maar hij kon ook gemeen aan je oren trek
ken. Ik herinner me de schoolplaten aan de wand. De
hoge kachel met het ronde scherm waarop we in de
winter onze natte wanten en sjaals te drogen hingen.
Het grote koekblik met speculaasjes of frou-froutjes
waarmee de meester rondging wanneer hij jarig was.
De gele boterballetjes die ik uitdeelde op mijn eigen
verjaardag. Natuurlijk herinner ik me de wekenlange
spanning rond Sinterklaas. Mijn naam kwam één keer
in zijn boek voor. Ik kreeg een complimentje voor
mijn gedrag. Annie, nu realiseer ik me dat hij me ook
bestraffend had kunnen toespreken, want achter Sint
Nicolaas ging jouw vader schuil, Vivo-kruidenier Jong,
die bij ons thuis 'Poedel' werd genoemd, Joost mag
weten waarom. Wanneer ik de kans kreeg om in zijn
winkel een snoepje te stelen, deed ik dat. Ik haalde
ook een keer met een smoes een krijtje voor meester
'Snuif', zogenaamd omdat de krijtjes op school op
waren. 'Poedel' geloofde me of speelde het spelletje
mee. Ik kreeg nog een snoepje ook. Dankzij een spaar
actie bij de Vivo mocht iemand van ons gezin gratis
op de foto. Dat voorrecht viel mij te beurt, zodat ik de
enige ben met zo'n mooi ingekleurd jeugdportret.
Naast de Vivo-kruidenier bevond zich de smederij
van Hoebe. Daar heb ik menig uurtje doorgebracht. Ik
was een koukleum, 's Winters klaagde ik al gauw over
koude vingers en tenen. In de smederij van Hoebe kon
ik me bij het vuur warmen. Ik genoot van het gekets
van staal op staal en van de geuren die ontstonden
wanneer paarden van een nieuw hoefijzer werden
voorzien. Hoebe was ook de eerste in het dorp met
een televisie. Samen met een aantal andere kinderen
dromden we zaterdagsmiddags bij Hoebe voor de
deur om tante Hannie op de televisie te zien zwaaien.
Ligging van het huis (in het rode vierkant) van de familie Smit.
De jongensschool in 't Veld.