Al aan het einde van de achttiende eeuw was Landmans Welvaren een befaamde pleisterplaats. Dat het ook vroeger al goed toeven was in de knusse gelagkamer laat zich raden. Reizigers, veedrijvers en handelaren uit de wijde omtrek deden steevast de gezellige herberg aan. In de doorrijstal werden paarden uitgespannen en verzorgd. Het uithangbord met stoomzeilschip aan de pui gaf de herberg een uitstraling van allure. Het lage deurtje met paardenkop en levensboom erboven was toen van een normale hoogte; de mensen waren vroeger niet zo groot. In maart 1817 vindt bij notaris Jan Roggeveen in Nieuwe Niedorp de overdracht plaats van het bij het kadaster bekend staande huis met erf van herbergier Dirk van Stipriaan aan Johannes Mooijen. In 1836 gaat in de acte van transport het eigendom van als herberg vermelde over in handen van Gerrit Bleeker, schipper op Alkmaar, wonende aan de Zijdewind. In een uitgave van "De Speelwagen" orgaan van de historische genootschappen in Hollands Noorderkwar tier uit begin jaren vijftig van de vorige eeuw stond dat volgens de akte van de notaris de naam van de herberg werd vermeld als De Vergulde Valk. Wanneer de naam in Landmans Welvaren is veranderd is helaas niet bekend. Landmans Welvaren zoals het in ons geheugen staat gegrift. De Vergulde Valk Uitsnede van de eerste kadaster tekening van een groot deel van Zijdewind

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2016 | | pagina 4