Alles verandert. Je moet ook toegeven dat er ook veel dingen zijn verbeterd. Zo ging het ook bij de tuinder die de vijftig al gepasseerd was en nog altijd als werkkleding een manchester broek droeg en een mouwvest of een afgedragen zondags jasje. De mouwvesten en het echte manchester werden steeds moeilijker te verkrijgen. Bovendien was het voor de huisvrouw ook zwaar werk om het te wassen en te drogen. Dus had moeder de vrouw op aanraden van de schoondochter besloten voor haar man een overall te kopen. Maandagochtend heeft ze deze voor hem klaargelegd. Na enig gemopper en een strak goor smoelwerk heeft hij onder voorbehoud het ding dan aangetrokken. Met koppiestijd vroeg zijn vrouw hoe het hem beviel, want in eerste instantie liet hij zich meestal nergens over uit. „Nou", zei hij, 't Valt me niet of en as ik zo om me heen koik, benne er toch wel meer met zo 'n ding an". „Nou", zei z'n vrouw, „Het staat je oak bar goed.„Je laik wel een stuk jonger", zei de slijmerd. Met deze veer in z'n kont ging hij na deze schafttijd weer naar het land. Na enige tijd moest het dagelijks ritueel weer plaatsvinden. De broek moest af om de bruine te verzuipen. Dit gebeuren vond plaats op de kant van de sloot tussen het hoge gras en het riet en ver in het land. Niemand die het ziet. Deze gebeurtenis had weer zijn voordelen, want hier zaten geen galgen (bretels) aan. Alleen was het nog wel even gymmen om de overall over de schouders te knjgen. Tijdens zijn werkzaamheden op het land dacht hij wel: „Wie is er nu aan het mest rijden?" Hij rook de stank al een hele tijd en bedacht dat het om deze tijd ook nog niet mocht. Tijdens het vuil kruipen ging hij staan en keek om zich heen, maar zag in de wijde omtrek niemand met een gierwagen of met een mestkar. Even voor twaalf uur ging hij rustig op huis aan voor de middagpot. Hij waste zijn handen bij de aanrecht. Zijn vrouw liep achter hem langs en zei: Wat ruikt het hier toch naar stront sinds jij binnen bent.„Ja, dat ruik ik ook al een hele tijd. Daar snap ik niks van. Ik dacht al dat ze aan het ier rijden waren.Zijn vrouw die achter hem stond schoot onbedaarlijk in de lach en zei: „Joh, je heb in je eigen nek skete. Toen begon het ook bij hem te dagen en hoefde zij ook niets meer te vragen. De nieuwe tijd

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2016 | | pagina 26