6 maalde constant door als er wind was. Als het water op peil was, moest de molenaar hem vastzetten, want anders kwam de polder helemaal droog te staan (Je zal maar dorst hebben). Een paar honderd meter eerder aan de kade van de Molensloot stond de woning van Piet Kok. Het was een heel oud krakkemikkig woninkje met een rieten dak en een poepdoos boven de sloot. Piet Kok had hier zijn landbouwbedrijfje. Het gezin Kok telde vier kinderen: drie jongens en een meisje. Zoon Jan heeft zich toen ook voor de baan van molenaar en polderwerker ingeschreven, maar dit lukte niet, want er waren nog zeven gegadigden, waarvan Ligthart de uitverkorene werd. Iets voorbij het kale stuk lag de brug over de Molensloot. Daar staat nu nog het polderschuurtje van de Tjaddinxrijtpolder. Men kon toen langs het water naar de molen en de woning van Ligthart lopen en als je doorliep kwam je in de Zwarteweg uit, waar Bierman heeft gewoond, nu Peter Dekker Dzn. Zo na een tijdje gestaan te hebben om de beelden uit het verleden in het hoofd gezien te hebben als een oude film, ben ik verder gereden over de oude weg naar Zijdewind naast de Provincialeweg en langs de garage van Bil van der Stoop en Mark Kruijer. Ik dacht toen aan het geschreven stuk van een van onze jongens over de garage van Cees Slijkerman. Als Cees hulp nodig had, zwaaide hij met zijn rode zakdoek, want vanaf de garage keek je zo het land in naar de woning van Kok. Gert Kok wist dan hoe laat het was. Toen ik door Zijdewind was gereden, kwam ik op het fietspad naast de Provincialeweg en zag aan mijn rechterkant in het gras een paar mooie bloemetjes staan die gespaard waren door de grasmachine. Ik stapte even af en ben ernaar toe gelopen. Ik heb deze bloemen en de plantjes bekeken. Zij kwamen me als wilde plant erg onbekend voor en ik dacht ook nog dat degene, die hier gemaaid heeft, het ook zeker wat bijzonders vond, want anders spaar je ze niet. Ze groeiden zomaar in de berm tussen de straat en het fietspad in. De woning waarvoor ik stond, herkende ik niet meer als de woning van Jan Kok: zo mooi verbouwd met een prachtig riet gedekte dak. Jan Kok heeft eerder gewoond in Zijdewind in een huisje achter Gert Jonker. Jan huwde in 1927 met Antonia Bleeker. Zij kregen vier kinderen, vier dochters: Alie, Jo, Riet en Bets. Nieuwsgierig als ik ben, heb ik aangebeld. Na mij even voorgesteld te hebben en de reden van mijn bezoek verteld te hebben, vroeg deze mevrouw of ik soms een stekje wilde hebben. „Nee", zei ik, „ik wil alleen maar weten wat voor een plantje dit is en waar het vandaan komt, omdat het mij opviel dat eromheen gemaaid is." „Mijn man heeft dat wel als een aardig heidje gedaan", denk ik, „want hier achter en om het huis krioelt het van die dingen. Het hele erf staat er vol mee. Dus zo bijzonder vinden wij het niet of vindt u het soms wel? Je mag gerust wat stekjes mee hebben, Jan Kok met kleindochter Vera.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2016 | | pagina 17