Er was ook een boer die een paar druppels kaarsvet
van een gewijde kaars op de kop van het dier drup
pelde. De verzekeringspremie was immers al duur
zat. Misschien was dit de oplossing. Zo kon je hier
wel uit opmaken dat deze mensen liefde voor hun
dieren hadden en bezorgd waren. Als de koeien waren
uitgelaten in het land en met elkaar aan het kopstoten
waren, gebeurde het wel eens dat er een hoorn afbrak.
Dat was voor het dier geen pretje en ook wel pijnlijk.
Zo heb ik van een slimme boer vernomen dat hij,
voordat de koeien het land op gingen, de hoorns van
de koe nat maakte met wat keukenazijn. Dit was een
probaat middel en voorkwam een hoop narigheid voor
mens en dier. De huismoeders die de schoonmaak
klaar hadden en ook de wijwaterbakjes, die bij de
bedden hingen, geleegd en schoongemaakt hadden,
gingen deze weer vullen. De flessen, waar nog wat
wijwater van een jaar oud in zat, werden dan langs
de fundering van het huis geledigd of bij de bloemen
in de tuin. Wijwater kon je toch niet zo maar weg
gooien. Op zaterdag voor Pasen was er weer nieuw
en vers wijwater te verkrijgen in de kerk. Dat had de
pastoor met behulp van de kapelaan in de paaswake
gemaakt met veel ceremonie en gebeden. De koster
had in die tijd ook nog een rot klusje. Hij moest nieuw
vuur maken met een tondeldoos. Dat deed hij met
een paar vuurstenen, met een oud, droog lapje en
met een droog wijwatertakje. Dat vuur was nodig voor
het paasgebeuren: om de paaskaars en de godslamp
aan te steken. Mijn broer ging dan samen met een
vriend de buren langs om wijwater voor hen te halen
in de hoop hier een paar centen mee te verdienen.
Het was achter in de kerk nogal druk, want er waren
veel kinderen die hun flessen aan het vullen waren. De
vrienden besloten daarom hun flessen te vullen met
water uit de kerkegracht.
Het stoepje bij het kerkhof vlak naast de waterplaats
(pisbak) was een prima plaats om de flessen te vullen.
Piet zei: „Geen mens heeft er erg in en ze drinken het
toch niet op." Was dit handelsgeest of slim of was
het een zonde? Wie het weet, mag het zeggen, maar
de flessen werden gevuld en afgeleverd. Ze werden
hartelijk bedankt, zulke goeie jongens toch! Dit is waar
gebeurd, helaas zijn deze guiten nu ook op het kerkhof
vertegenwoordigd.
Als een jong paar trouwplannen had, werd dit in
de kerk kenbaar gemaakt en op het aanplakbord
van het gemeentehuis stond dit ook vermeld. Over
de trouwtradities heb ik al eerder geschreven in de
achtste jaargang nr 1Laatst vertelde iemand mij dat
hij het maar smeer- en slijmavondjes vond als ze op
visite moesten bij ooms en tantes, want de een was
winkelier, de ander melkboer en de derde bakker. Het
ging dus gewoon om de klandizie. „Nou dan ben je
mazzel dat er geen uitvaartondernemer bij zit", zei ik
toen, „maar dan had je wel kans op korting."
Zo waren er heel wat tradities en gebruiken, die met
het geloof hadden te maken. In de kerstnacht werd
door veel gelovige boeren een hoeveelheid hooi
buitengezet en dit werd dan in de ochtend aan het vee
gegeven met een kerstwens. Enkele boeren deden
dit met een emmer hemelwater, dus met water uit de
regenbak. Was dit nu geloof, traditie, of bijgeloof?
Wie het weet, mag het zeggen. Maar dit waren toch
allemaal mooie en leuke herinneringen van die goeie
ouwe tijd.
De oude tradities in de hooitijd, als de boer zijn laatste
vracht hooi binnenhaalde, moeten niet vergeten wor
den. Zijn kinderen en ook de buurtkinderen mochten
dan mee boven op de hooiwagen.De bakker bracht
op afroep warme bollen, die dan werden gegeten
met gesmolten roomboter en suiker. Zelf word ik nog
misselijk, als ik eraan denk dat ik ze heb geproefd in
het bakkerijmuseum in Medemblik. Het was een heel
smakelijke hap, maar enorm machtig.
Zo waren er ook allerlei tradities en gebruiken, als er
een nieuwe woning werd gebouwd. De vlag ging in top
als het hoogste punt bereikt was. Daar werd dan een
borreltje op gedronken. Voor de bouwers was het pan-
nenbier wel het grootste feest, als het dak met pannen
bedekt was. De bouwers werden dan door de eigenaar
royaal getrakteerd. Bij menig timmerman en metselaar
viel het wel eens verkeerd, want dit feest was meestal
in de late middag en dan kwam de drank in een lege,
hongerige maag. Maar gevierd werd het, want het
hoorde zo en je liet je als bouwvakker niet kennen.
Nu wordt in het algemeen nog de verjaardag van
iemand, die vijftig is geworden, gevierd met een
pop voor het huis met bepaalde teksten en met een
gevulde Abraham van speculaas. Een paar dorpen
verder kreeg men een halve Abraham als je vijfen
twintig werd. Ik geloof vast dat er nog meer van deze
tradities waren. Als u ze weet, schrijf ze ons, want dan
besteden we er aandacht aan, want ze moeten niet
verloren gaan. Voorheen was het eerste deuntje van
de kermis een groot feest en je kon zomaar bij ieder
huis binnenlopen en kon je zo mee-eten. Dit gebeurde
op het platteland, maar helaas zijn er maar weinig van
deze tradities en gebruiken over.
Dit was zo een samenraapsel van mijn herinneringen
uit mijn jeugd.