I
lillik
mi
bidprentjes en de pastoor verzorgde de tekst op de
achterkant met een of ander prevelementje. De koster
was ook vertegenwoordiger van de een of andere
leverancier van grafstenen. Ja, trouw en rouw hadden
altijd hun kostenplaatje.
Als ik terugdenk aan de eerste paasdag of de eerste
pinksterdag, dan was het middenpad in de kerk net
een catwalk, zoals ze dat nu noemen. Het leek net
een modeshow. Er werd gepronkt met de nieuwe
hoedjes, met de mantels en de heren deden dat met
hun kostuums. Er werd dus gekeken naar de nieuwe
mode, zoals de roklengte, de broek met smalle pijpen,
de mantelpakjes, de hoedjes en noem maar op. Thuis
aan tafel was er op zulke dagen weer voldoende stof
tot praten.
Kort geleden merkte iemand op dat sommige dames
er met vrolijke, gekleurde en korte jurkjes liepen, maar
dat zij daaronder de lange wit van hun vader of opa
aan hadden. Dat vond hij geen gezicht, vooral als ze
die broekbandjes er ook nog aan hadden te slierten.
„Ja, joh, wat is mode", zei ik toen, „ieder zijn meug."
Elke zaterdag werd het parochieblad zorgvuldig
gelezen en vooral aandacht besteed aan het lijstje
van de voorgenomen huwelijken. Ook stond toen
al vermeld de leeftijdsgrens voor de film, die in de
bioscoop van Schagen werd vertoond. Dus berg je als
jonge knaap, als je moeder of oudere zus gelezen had
dat de toegang achttien jaar was en je was zeventien.
Dan was het wel hel en verdoemenis.
.*Êtm
Door de huisvrouwen werd ook uitgeplozen of het
uitreiken van de communie voor of achter in de kerk
begon en in welke mis, want als je achter in de kerk
zat en het begon van af voor dan kwam je later thuis.
Je moest immers er voor zorgen dat de koffie klaar
stond, als die andere huisgenoten thuis kwamen. Zo
van achteraf bekeken, was het geen geloven maar
sociale controles, want men wist ook precies wie zijn
paas niet gehouden had of na de communie te vroeg
de kerk verliet.
Waren de paasdagen in het vooruitzicht, dan hadden
sommigen de voorjaarkriebels. Dan werd het hele huis
van boven naar onder schoongemaakt en de bedden
moesten naar buiten om te luchten. De hele boel ging
op zijn kop, maar het ergste van alles was wel dat de
kachel de deur uitging, want meestal was het om die
tijd nog bitter koud. Dit waren dan van die onbeschre
ven wetten en voorschriften. Zo hoorde het, want dat
deden ze vroeger ook zo. In die week stond het gehele
dorp letterlijk en figuurlijk op zijn kop en was van de
rel. Bij de boeren gingen de koeien het land in, als het
redelijk weer was. Dat was dan op de boerderij een
aparte gebeurtenis. Zo was dat in deze omgeving een
oude, katholieke traditie. Voordat het vee van stal ging,
besprenkelde de boer de koeien met het paastakje
met wijwater. Ik heb ook gehoord dat een boer iedere
koe, die door het hek het weiland in ging, een tikje op
zijn achterste gaf en sprak: „God zij met je" of „God
zegen je."
ik. 'li I
Schilderij Frans Van der Eng, het neerlaten van de kist in het graf.