buurvrouwen gingen de overledene afleggen. Later werd dit werk door de wijkverpleegster gedaan. Dat afleggen was van oudsher een burenplicht. Zo moes ten de naaste buren ook als drager functioneren, leder dorp had wel iemand die als aanspreker de buren en de dichtbij wonende familie het overlijden aan huis kwam melden en ook meedeelde wanneer de uitvaart en de avondwake was. Tot begin negentienhonderd was er ook nog een nachtwake. Dit werd dan door een paar buurmannen gedaan. Voordat de nacht begon, werd door de huisvrouw of huishoudster een grote pot koffie en wat brood klaargezet, want de nacht was lang. Er stond ook een kruikje met geestverrijkend vocht met een paar kleine glaasjes klaar. Men moest immers wakker blijven, want stel je voor dat zo'n lijk ervandoor gaat of dat zijn ziel niet weet welke kant hij op moet. Tijdens drie avonden werd dan in het sterf huis het rozenhoedje gebeden en de litanie van alle heiligen. Dit was voor de zielerust van de overledene. Deze gebedsavonden werden ook door de aanzegger verzorgd. Voor dit beroep of baantje had je geen diploma nodig. Dat kwam je zo maar aanwaaien. Als je dit een keer op verzoek had gedaan en het was door gemeenschap goedgekeurd, dan zat je er voor het leven aan vast. Je moest er natuurlijk wel een beetje uitgestreken gezicht voor hebben en een beetje deftig voorkomen, denk ik. En als het nodig was, moest je meehuilen met de wolven in het bos. Het was ook de gewoonte dat in het sterfhuis witte lakens aan de bin nenkant van de ramen hingen. Er is ook nog een tijd geweest dat de spiegel en de schilderijen waar glas voor zat, omgekeerd werden, want als je in de spiegel de overledene of de kist kon zien, dan kon de ziel niet weg, zo was de gedachte. Bij de katholieken in de Streek werd door de timmer man een zwart houten kruis voor het huis geplaatst en bij de gereformeerden werd een zwart lint aan de voordeur gehangen. In Zeeland werd een bos stro als kennisgeving naast de deur gezet, links als de boerin was overleden en rechts voor de boer. Na de uitvaart werd dit dan verbrand. Iedere streek had zo zijn eigen tradities. Op de dag van overlijden kwam de timmerman het lijk opmeten. Hij wilde weten van welke kwaliteit de kist gemaakt moest worden en wat voor beslag erop moest. Ook de prijs was natuurlijk van belang. Veel tijd had deze timmerman niet, want ook de schilder moest voor de uitvaart de kist nog lakken en afwerken. Op de dag van de begrafenis werd in alle vroegte de kist door de timmerman met zijn knecht gebracht en deze mensen legden dan de overledene in zijn houten jas. Als de afstand niet te groot was, werd de kist op een baar door de buren op de schouders naar de kerk gedragen. Was de overledene een moeder die in het kraambed was gestorven, dan werd de baar onder hands getild en zo ook als het een kind was. Zo'n vijftig jaar geleden werd de overledene achter in de kerk gezet met een groot zwart kleed eroverheen en met de voeten naar het altaar gericht. Je werd begra ven met de voeten naar het oosten. Dit was in verband met de opstanding, want dan liep je zo de zon en het hemels paradijs tegemoet. In het verleden werd, voordat de kist het kerkhof op werd gebracht, eerst driemaal rechtsom het kerkhof gedragen en dan nog driemaal linksom. Men deed dat om de boze geesten op een dwaalspoor te brengen. Tot de jaren zestig werd dit ritueel nog in Friesland gedaan. Voordat het graf door de koster werd gedicht, haalde hij het kruisbeeld van de kist af en bracht deze dan terug bij de timmerman, die hem dan een gulden gaf als dank voor de bewezen dienst. Dit was dan ook weer zo'n traditie die er niet meer is. De nabestaande familieleden moesten nog enige tijd een zwarte band om de mouw van de rechter arm dragen. Als een moeder of zuster was overleden, droegen de vrouwen een zwart vierkantje op de mouw van de mantel. De rouwtijden waren verschillend. Voor een man of vrouw was dat een jaar en zes weken, voor vader of moeder zes maanden en voor een zus of een broer zes weken. Voor verdere familieleden en aange trouwde broer of zus was dat ook zo. De rouwtijd was overigens in iedere streek verschillend. Zo waren er allerhande historische gebeurtenissen en gebruiken in het dorp en ook in de omgeving. De koster leverde de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2015 | | pagina 24