zijn moeder heel goed kende, had het niet mis. Oma Takken gaf haar kleindochter zestig harde guldens van het gespaarde schapenwol om daar het fel begeerde vervoermiddel te kopen. In de steden en ook in grotere dorpen waren toen ook fietslessen, net zoals er nu autorijscholen zijn. Bij aankoop van zo'n rijwiel en zoveel bijbetaling kreeg men dan rijles voor de fiets. Het remmen ging toen met een rubber remblokje op het voorwiel. Misschien kreeg je bij aankoop wel een paar blokjes cadeau. Vrouwen werden geadviseerd om in de zoom van de jurk een paar stukjes lood te naaien om het opwaaien van de rokken te voorkomen. Maar Guusje, die ook goed bijdehand was, had die flauwe kul niet nodig en had ook hier en daar al verschillende malen wat mensen op zo'n ding zien voorbijgaan en bekeken hoe zij dat deden met op en af stappen. Verkeersregels waren er niet, maar je moest wel goed uitkijken en zorgen niet te vallen. Oma had al eens gevraagd of dit wel serieus was met haar verkering, want deze scharrelpartij duurde en duurde maar. Altijd kreeg zij een ontwijkend antwoord. Toen Guusje weer eens bij oma was, waren de rapen gaar. Zij had al lang genoeg gezwegen, vond zij zelf. „Hoor eens meisje", zei oma Ida. „nou houd je die knul niet langer aan het lijntje. Of je trouwt met hem of de fiets terug, want de maat is vol." Zo was moeder Ida. Ze was zelf altijd eerlijk en rechtuit. En dit is ook gebeurd. Het stel is toen kort daarna getrouwd. Toen de eigenaresse van de Turkse schop overleden was, kwam een zoon van haar terug en was voor Simon het kermisleven afgelopen. Hij heeft nog een tijd samen bij moeder gewoond, maar dat werd ook sukkelen. Moeder werd vergeetachtig en een beetje slonzig. Op een zekere dag heeft Siem haar naar haar zus Leen in Amsterdam gebracht. Zij is daar gebleven en dat was maar goed ook, want het werd in huis wel puur rommelig. Ze was en bleef weerbaar en vinding rijk. Er is mij verteld dat ze in de wintermaanden en in natte tijden last van ratten had. Ze prikte die heel gewoon levend en wel aan een gloeiende kachelpook. Wij hebben op internet gezocht en hier en daar gevraagd of er foto's van een Turkse schop waren. Er was wel wat te vinden maar niet een specifieke foto uit Zijdewind. Gelukkig is er nog een schilderijtje. Deze heeft een mooie plek gekregen op de omslag. Deze Turkse schop stond in de tuin van de melkboer in Zijdewind, recht tegenover café De Landbouw. Kermis in Monnickenmdam, 1906. Olieverf schilderij W.B. Tholen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2015 | | pagina 7