/aar 1654heékelhuils
woonachtig, net als Jan Gerritsz Klooster. Deze Jan
was later landmeter in Oudcarspel. Geleijn Pietersz
Clooster was in die tijd een bekende kaarttekenaar.
Hij tekende in 1652 een kaart van Zijdewind en de
ingepolderde Schagerwaard. Deze familie heeft bijna
zeker niet in de cloosterhuisjes gewoond, omdat zij
deels gelijktijdig met de begijnen op de kavel woonde.
Bovendien is het aannemelijk dat de begijnen bij hun
vertrek hun huisjes hebben afgebroken en het bruik
bare materiaal hebben meegenomen naar het nieuwe
klooster in 't Veld-Oost. De archeologische vondsten
uit een oude sloot stopten plotseling rond 1630. Ze
zijn dan ook enkel toe te schrijven aan de begijnen.
De andere bewoners hadden naast hun eigen huis
waarschijnlijk een eigen afvalput.
Uit oude aktes heeft de heer J. van Lunsen een aantal
bewoners, die na 1630 nog op het cloostererf woon
den, weten te achterhalen. Hier volgt een overzicht.
1663: Jan Derckx Camper;
16641669: Jan Sijmonsz Clooster, overleden in 1669;
1669: Cornelisz Ariaens Clooster, verkocht een lege
hofstede in 't clooster aan de erfgenamen van Jan
Sijmonsz Clooster;
1671Pieter Janssen trouwt op 22 november met
Guert Jans uyt Clooster;
1678: Jan Dirxen Clooster trouwt op 23 januari met
Mari Joris van 't Sydewind;
1682: Adriaen Simonsz Clooster;
Ongeveer 1685: Cornells Jans Metselaer, Adriaen
Sijmons Clooster en Gerrit Pieters, zoon van de eerder
genoemde Pieter Gerrits;
1700: Adriaen Pieters, huis en erf in het clooster naast
een ledig erf;
1707: Pieter Simonsz van de Weel verkoopt aan Albert
Claes een huisje met erfje aan het begin van het
voetpad naar het clooster;
1735: spagestoken (door bewoners verlaten landen
i.v.m. hoge kosten van onderhoud. Ter teken van
verlating werd er een spa in de grond gestoken.
1760: Cornells Cornelisz Sotjes;
1789: Michiel Tieuwis Smit.
Op een kaart uit 1745 staat het „oudt Clooster" nog
vermeld. Het is echter duidelijk dat het in de loop
van de 18e eeuw economisch niet goed ging met het
gebied rond het vroegere clooster. De begijntjes waren
vertrokken en hadden waarschijnlijk het bruikbare
materiaal van hun huisjes meegenomen. De vlasteelt,
de productie en het verwerken van linnen en de
productie van lijnzaad was verdwenen en dus ook
de werkgelegenheid. De matig vette grond was wel
goed voor de vlasteelt, maar was minder geschikt
voor andere producten. Een akkerbouwer verlaat niet
zomaar zijn stukje grond. Als er ondanks het harde
werken geen brood op de plank komt, dan zal hij ten
einde raad zijn spa in de grond steken en zal hij met
zijn gezin zijn huis en erf in de steek laten op zoek naar
meer geluk. Op kaarten uit de 19e eeuw zien we dat
het oude clooster niet meer wordt vermeld.
De archeologische vondsten
In 1998 werden er in opdracht van de provincie nieuwe
waterleidingsbuizen van Schagen via 't Veld naar
Heerhugowaard aangelegd. De aanleg werd door
RAAP (Regionaal Archeologisch Archiverings Project),
een archeologisch adviesbureau, in aanwezigheid
van de AWN (Archaeologische Werkgemeenschap
Nederland) afdeling Schagen begeleid. De baan van
de nieuwe buizen liep niet over de grond waarop het
klooster had gestaan, maar langs dat perceel. Tijdens
de graafwerkzaamheden werd door een vroegere,
gedempte sloot gegraven. Deze had dienst gedaan als
afvalsloot van de bewoners van het klooster. Restan
ten van de huisjes zijn toen niet gevonden en zullen
nog steeds in de akkers verborgen liggen. Het oudste
materiaal dat in de sloot gevonden werd, stamt uit
de laatste 20 jaar van de 16e eeuw, dus van 1580 tot
1600. De jongste vondsten zijn rond 1630 vervaardigd.
Het klooster heeft naast deze plek gestaan van onge
veer 1590 tot ongeveer 1630 en dat komt overeen met
de vondsten. Er is een rapport van het onderzoek en
van de vondsten gemaakt.
Het klooster bestond uit drie naast elkaar liggende
huisjes en was gebouwd van geelroze stenen en had
groene ruitjes van waldglas. Glas was in die tijd een
luxe-product. Het was immers niet zo makkelijk om
glas te fabriceren. De glasmaker gebruikte naast zand
en kalk ook soda en potas. Deze ingrediënten verlaag-
!0
Op de vergrote kaart uit 1654 is duidelijk het „eiland" te zien.
Voorbeeld van vensterglas, bestaande uit groenig getint woudglas.