Sh$<&$£g$^
het ruim van een schip naar een vrachtauto moesten
worden gesjouwd. Trappetjes op en af en op, met
zakken bonkige cacao van 50 tot 60 kilo, tussen kerels
die twee keer zo breed waren als hij. Als hij na een
dag werken bij het kosthuis kwam, kon hij bijna niet
eten en ook niet slapen van vermoeidheid. Hij trok niet
eens zijn kleren uit bij het naar bed gaan, total loss.
Na een week of drie moest hij capituleren en terug
naar Zijdewind, waar Riek in het huisje woonde. Vóór
het gedeelte dat door IJf Zijdewind werd bewoond en
naast schipper Droog, tegenover de Koeienkerk. Hij
werd weer landarbeider. Er werd een zoon geboren,
(29-4-48), die vernoemd werd naar Jans vader, die
nog ergens onder de wolken van de cacaofabriek van
Wessanen woonde.
Jan was uitgekeken op het werk als landarbeider. Bij
Cees Slijkerman werd hij buschauffeur en hij reed ook
wel vracht.
Een anekdote uit die tijd moet vermeld worden in „'t Is
mooi weest".
Het huisje van Jan en Riek bood uitzicht op een kerk
waar hooi op de grond lag, een stal zonder Jozef en
Maria. De functie van geloofshuis was al veranderd in
schoolgebouw voordat de koeien van Piet Droog erin
overwinterden. De naam koeienkerk klopte wel, maar
ook ratten hielden er domicilie. Johan Mak haalt een
herinnering op: ,,Mijn vader vertelde graag het vol
gende voorval. Piet Droog stond met zijn rug tegen de
kerkmuur te „rossen". Het schurken ging met grimas
sen gepaard, mijn vader zag het en riep: ,,Wat doe jij
nou, Piet?!" ,,Noh, ik heb wel zö'n verskrikkelijke jeuk!"
was het antwoord. Opeens gleed er een grijs ding op
de grond, vanonder zijn „mesjistere" jassie*. Het ding
ging er subiet vandoor waarna mijn vader besefte
dat dat voorwerp een rat was. (In het verhaal van
mijn vader klonk dat als „een rot.") De boer met zijn
kenmerkende vooruitgeschoven onderkaak moet het
beest vanaf de zolder in zijn kraag hebben gekregen.
Heel vreemd, want meestal betrad hij nogal luidruchtig
de hoge ruimte, om de ratten de kans te geven zich uit
de voeten te ritselen.
De kerk heeft later plaatsgemaakt voor een rotonde
en markeert het hart van het lintvormige dorp. Vlakbij
waren vroeger bakkers (o.a. respectievelijk Beemster-
boer en Laan - In de muur: EET MEER BROOD.), een
kruidenier (Burger met een Vivo-winkel) en de slagerij
van Burger. Binnen een paar honderd meter bevonden
!2
Dirk Dekker, de touwtjes strak in handen.