<8
zwart, maar toen de schuur weer dicht was, kon het
zo niet doorgaan. Je moest immers ook rekeningen
kunnen overleggen. Jan Keet maakte dus het kantoor
en firma De Jong de achtermuur. De spanten stonden
ook niet meer recht, maar die werden met een kraan
weer rechtgezet. In januari 1967 zijn we weer met de
bouw verdergegaan. Tijdens de bouw kwam ook nog
de arbeidsinspectie controleren. Deze ambtenaar
kwam uit 't Zand. De verlichting in de smeerkuil werkte
nog niet goed, want na 30 seconden mag het licht pas
aangaan, want voor die tijd moet de afzuiger al aan
staan. Na veertien dagen kwam de ambtenaar weer,
maar het was nog niet klaar. Weer veertien dagen
later was hij er weer. Ik begon te lachen. Hij zei: „U
lacht mij uit." Ik zei: „Nee, hoor." Ik stond hem echter
in zijn smoel uit te lachen. Arie Berkhout en Martien
stonden op een paar heftrucks om het dak te isoleren.
Arie was echter niet bij ons dienst. Martien had geen
boodschap aan de ambtenaar. Het licht was immers
goed gemaakt. Na vele jaren begonnen ze te drenzen
over de verlopen olie in de gierkelder. Ik sprak Giel
Post en die had op zolder nog melassevaten liggen,
die hij toch niet meer gebruikte. Ik heb een gat achter
de trap gemaakt naar de kelder. Ze hebben die weer
leeggezogen, toen er ongeveer 12.000 liter verlopen
olie in zat. Ik heb hem met een stoffer en blik en een
vacuümtank van B en K schoongemaakt. De tanks
van Giel werden er ingezet en aan elkaar gekoppeld.
We hadden toen een opslag van ongeveer 4.000 liter.
We moeten in de gaten houden dat ze op tijd werden
geleegd. Het is al eens gebeurd dat we te laat waren
en dan wordt het rommelig. Ik had al direct een olie-
water-afscheider bij de bouw laten maken, maar die zit
onder het pad en is dus slecht bereikbaar. Vlak bij de
garage hebben we daarom een tweede laten maken.
Achter de garage hebben we op een betonplaat een
spuitplaats laten maken met een vet- en moddergoot.
Theo Broersen en zijn vrouw gingen op een gegeven
moment naar het bejaardenhuis of naar een bejaar
denhofje. We hebben toen hun huis gekocht. De sloot
vlak naast de garage was al voor de helft van ons
en na de koop toen helemaal. Die hebben we door
Poland dicht laten maken met spoelzand, dat we van
Strijbis mochten hebben. Toen zijn er stelconplaten
op gelegd, zodat we buitenom naar achter konden
komen. Het huis van Broersen hebben we weer
verkocht. We hebben alleen een stuk van de tuin zelf
gehouden. De betonplaat achter de garage wilden we
wind en waterdicht maken. Er was al een gedeelte
dicht, maar dat hebben we eerst gesloopt. Op een
gegeven moment moesten we grondmonsters laten
nemen. We hadden kostbare grond: er zat van alles
in. Er waren petroleumsporen op ongeveer 2 meter
diepte. Gezien de locatie moest van de gemeente
deze grond eruit, maar van de provincie mocht het
blijven zitten. Er is 50 m3 grond vervangen en „de
(geld)lade gelicht". Wat een gat! Je kon onder de
garage lopen. We kregen er een mooie ruimte bij. Het
kantoor is een paar keer veranderd en de hefbruggen
uiteraard ook.
In januari 1977 begonnen we in de nieuwe garage
te werken. Waar we tot op de dag van vandaag nog
steeds met heel veel plezier werken.
1972. Jan Kramer met het personeel. Foto is toentertijd gemaakt voor de nieuwjaarskaart
1977. Garage in winterse sfeer