(OORKONDE
Uitgereikt op 26 mei 199? aan:
de heer Lou Kok
wegens zijn belangeloze inzet en
verdiensten als verenigingsconsuï
gedurende een periode van 30 jaar.
Bij deze wordt liij benoemd tot
lid van verdienste van onze
vereniging.
de kruidenier. Moeder Marie probeerde er het beste
van te maken. Het was een gezellige, joviale vrouw
die zich niet zo gauw druk maakte en makkelijk met
huishoudelijke taken omging. 's Ochtends was het
voor de kinderen altijd haasten om op tijd op school te
zijn. De vroege ochtenddienst in de kerk werd vrijwel
altijd overgeslagen. Op school werd er elke ochtend
gevraagd wie er naar de ochtendmis was geweest.
Af en toe stak Lou evengoed maar zijn vinger op.
Op het rapport werd namelijk vermeld hoeveel keer je
naar de kerk was geweest.
Lou doorliep de lagere school met vlag en wimpel.
Het schooljaar liep toen nog van 1 mei tot 1 mei.
Gedurende de maand augustus hadden de kinderen
vrij. De lagere school stond aan de Kerkweg, op
de hoek van de huidige Volleringweg. Het waren
gemengde klassen, maar de jongens en meisjes zaten
in aparte rijen. Ook werden de jongens en meisjes
gescheiden tijdens het buiten spelen: de jongens
aan de voorzijde van de school en de meisjes aan de
achterzijde. De route naar school ging over de Hoge-
brugweg, Veluweweg en dan de Kerkweg. Langs die
route woonde Jaap van der Fluit, waar Lou regelmatig
mee opliep. Een andere route was via de Westkade,
die toen helemaal tot de Kerkweg, later Kerkstraat,
liep. Je volgde de ringvaart tot het oude huis van
Bertus en Truus Ruiter-Kok, nu Volleringweg 30, dan
over een pad naar de molen en tenslotte door het land,
28
waarbij je uitkwam op de Kerkweg tussen het huis dat
nu Kerkstraat 57 is en de kerk. Op de linkerkant van
dit huis zie je nog een bordje Westkade staan
Lou weet nog precies bij welke leerkrachten hij in de
klas heeft gezeten:
in de eerste klas bij juffrouw Bakker;
in de tweede klas bij juffrouw Bruin;
in de derde en vierde klas bij meester Oud;
in de vijfde klas bij meester Van Baar en
in de zesde klas bij meester Raas.
Eigenlijk was er nog een zevende klas, maar die mocht
Lou overslaan, omdat hij zo'n goede leerling was. Als
de leerlingen iets uithaalden, moesten ze strafregels
schrijven of nablijven. Een draai om de oren door de
leerkrachten was heel normaal. Meester Van Baar
gooide regelmatig een borstel door de klas. Met Van
Baar gingen ze op de fiets naar het hertenkamp in de
Hout in Alkmaar en Lou mocht mee, mits hij goed kon
fietsen. Tot dan fietste hij „onder de stang", maar hij
zat, omdat hij graag meewilde, rap op het zadel.
Het geloof speelde een grote rol in het dagelijks leven.
Elke zondag ging men naar de kerk en natuurlijk ook
op de katholieke feestdagen. De plechtige communie
of het klein aannemen was een groot gebeuren. Dit
deed je in de eerste klas. Elke week moest de school
jeugd naar de kerk, waar ze lering (godsdienstles)
kregen. Om de veertien dagen gingen ze te biecht met
altijd hetzelfde rijtje zonden en als penitentie kregen ze
drie Weesgegroeten en een oefening van berouw. Het
kwam regelmatig voor dat Lou de catechismus niet
goed had geleerd. Meerdere keren moest hij voor straf
in het kolenhok van de pastorie. Het was er stikdonker.
Huishoudster Toni zette dan de deur stiekem een
stukje open, natuurlijk nadat pastoor Vollering thuis
was gekomen. In de zesde klas deed je het groot
aannemen. Ter voorbereiding gaf pastoor Velzeboer,
de opvolger van Vollering, de lessen en thuis moest
dit op schrift worden gezet. Zus Trien, die tegelijk met
Lou het groot aannemen zou doen, lette altijd goed
op en maakte een mooi verhaal. Lou nam het verhaal
Bestuur v.v. V.Z.V.
Een klaslokaal rond 1940