Je zag Casper meestal uit het pad komen op een
soort transportfiets met voorop een bagagedrager. Hij
droeg een donkere bril en een pet met een grote klep.
Zingen was een van zijn hobby's. Hij was een uiterst
gewaardeerd koorzanger. Op hoogtijdagen, zoals
Pasen, Pinksteren en Kerstmis, zong Casper solo in
de bomvolle Martinuskerk met een luide glaszuivere
stem in het Latijn: haec dies quam fecit dominus: dit
is de dag die de Heer gemaakt heeft. Dit moeten voor
Casper toch heel mooie momenten en hoogtepunten
zijn geweest in zijn eenvoudige levenswijze die hij erop
nahield, maar dat gold in die tijd voor vele mensen.
afgeleverd bij de oude melkfabriek Niet Gedacht, waar
nu Nico Zomerdijk woont en de winkel van bakker
Beemsterboer is gevestigd. Jaap Wit haalde vanaf
1941 zelf de melk op en bracht die naar de fabriek
in Lutjewinkel. De oudste broer van Casper was Piet
Stroet (zie VII-1). Die woonde in een huis aan de
Nieuwe of Noordersloot, waar Simon Tesselaar later
woonde. Dat was tegenover het agrarisch bedrijf van
de gebroeders De Boer. Piet Stroet kwam heel vaak
bij zijn jongste broer Casper. Iedere vrijdag haalde
Casper melkgeld uit Schagen. Op de fiets reed hij dan
naar café De Roode Leeuw van de familie Huiberts
aan de Markt.
Casper is rond 1964 vertrokken naar het verpleeg- en
verzorgingstehuis „Nicolaas" te Lutjebroek. In 1964
heeft Jaap Poland en zijn zonen Piet en Dirk het land
gekocht van Casper Stroet. Hier zat nog wel een klein
bijsmaakje aan! Timmerman Arie Burgmeijer en Gerard
Boekel hebben toen de boerderij verbouwd tot een
melkstal. In 1970 ging het bedrijf van Poland in zijn
totaal op in de verkaveling en had het al zijn land bij
elkaar.
In 1950 had Cor van der Gulik een elektrische klok
voor het schrikdraad aan de boerderij van Casper
opgehangen. De stroom daarvoor kwam bij Jan Koe
nis vandaan. Cor huurde in die tijd drie hectare land
van Casper. Het was half september. Opeens was er
één enkele klap. Vijf meter vanaf de melkplek was er
een bliksem insalg. Een dubbele houten lantaarnpaal
was raakgeslagen en totaal vernietigd. Desastreus!
Alles was kapot, zelfs op het oude voetbalveld was
de verlichting aan diggelen. De melkbussen waren
omvergegooid. Cor zat nog op de melkkruk met de
emmer tussen de benen, terwijl de koeien op hol
waren geslagen. Het was met recht een dolle boel.
Pastoor De Brabander kwam zelfs polshoogte nemen
en deelde Cor mee dat zijn tijd nog niet gekomen
was. Een meevaller dus! Cor moest enkele weken
met een opgezet gezicht door het leven. De enorme
zwaveldampen waren nog weken te ruiken. Toen er bij
Casper nog geen licht was, had hij wel een carbidlamp
die hij bij Thijs Hoebe had gekocht.
Casper was een zeer gemoedelijk persoon, die geen
eisen stelde. Hij leefde heel lang met zijn eveneens
ongetrouwde zuster Geertje Stroet, die volgens uiterst
betrouwbare bron Casper altijd heeft verwend. Samen
hadden ze met elkaar een goed en tevreden leven.
Casper overleed in 1969.
In 1963 is er nog een kleine verbouwing geweest aan
de stolp. Op zondag na de hoogmis ging hij steevast
in de Vriendschap biljarten met Jan en Do Schiebroek.
De borrel voor Casper stond altijd op de hoek van de
bar, want hij was een echte liefhebber van een jonge
jenever. In die tijd moest er betaald worden via de
biljartklok, maar de gebroeders Schiebroek stonden
zeker niet vooraan als het op betalen aankwam! Dat
kostte in die tijd 25 cent per uur. De tijden zijn veran
derd. Casper nam na het biljarten altijd een sigaar mee
naar huis.
Al vanaf 1923 haalde de familie Wit van de Valbrug-
weg de melk op met paard en wagen. De melk werd
Schoolfoto Martinusschool. Jan, Wout en Piet Stroet
Piet Stroet 1877-1952. Vader van Casper
Woning Piet
Stroet aan de
voormailige
ringvaart nu
Valbrugweg