of niet, je ging gewoon.We hebben het nog niet zo
slecht gehad.
Kerstherinneringen
Er is mij gevraagd of ik nog iets weet van vroeger.
Hoe we kerst vierden. Met kerst ging iedereen naar de
kerk. Bij ons thuis ging Moeder met 4 meisjes lopend
naar de nachtmis. We gingen al vroeg weg. We hoor
den onderweg de klokken om half 5 al luiden, want
de nachtmis begon om 5 uur. Onze jongens gingen op
de fiets. Moeder had al warme kruiken in de bedden
gelegd, want het was meestal in die dagen erg koud.
Vader bleef altijd met een van de jongens thuis, want
vroeger waren er ook al dieven op pad. We woonden
in een café in Langedijk. Sigaretten en drank waren
voor hen zeer gewilde artikelen. Als wij dan thuiskwa
men, gingen vader en zijn zoon altijd om 7 uur naar de
kloosterkerk in Nieuwe Niedorp. Uit de kerk gingen we
nog een uurtje of wat naar bed, naar de warme kruik.
Als vader en zijn zoon ook thuis waren gekomen, was
er een broodtafel met tulband, met ham, met worst en
iets dat er niet altijd was. Het was in de jaren 30-40
een heel arme tijd.
Het café was op eerste kerstdag gesloten. Dan ging
vader met de jongens kaarten of in het café een
spelletje biljarten. Moeder ging met de meisjes kaarten
of spelletjes doen. We bleven allemaal thuis, het was
echt gezellig en huiselijk. Met de middag was er soep
met ballen, aardappelen met bloemkool en rollade.
Dat kwam anders nooit op tafel, want het kon er niet
af. Het was toen echt luxe. We hadden toen al een
kerststal met echte kaarsjes. Er was geen kerstboom,
want die stond alleen maar bij protestanten. De hele
dag waren er kerstliedjes op de radio en er brandde
een kaars voor de sfeer. Maar alles was heel eenvou
dig, zonder veel opsmuk. Toch waren het wel altijd
twee gezellige kerstdagen. Ze waren allemaal thuis en
ze hoefden niet te werk.
Deze herinneringen komen uit mijn jeugd. Ik was
ongeveer 10 jaar oud, want ik ben van 1926. In
Langedijk ben ik als kind opgegroeid, maar ik woon al
63 jaar in 't Veld.
Kerstfeest 80 jaar geleden
De kerst was voor ons gezin met 13 kinderen hetzelfde
als op andere zondagen. Nu moesten we wel vroeg
uit bed vanwege de nachtmis. Moeder, sterk gelovig,
liep voorop. Ik weet nog dat er vaak sneeuw lag. We
liepen over de paden van de boeren die met een
glazen wagen, zo noemden ze die kar, naar de kerk
gingen. Wij liepen daar zonder laarzen, hadden geen
lange broek aan en hadden het zo vroeg in de morgen
behoorlijk koud. We hadden mazzel met onze schoe
nen, want ome Janus was schoenmaker en die zorgde
voor goede schoenen om naar de kerk en naar huis te
lopen. Daar was het wel warm. Vader zorgde daarvoor
en had de zakpot met water in de kachel laten zakken.
Er was maar een stookgelegenheid, maar dat was bij
veel mensen zo. Toen we thuis kwamen, zette vader
koffie. Hij had de melk afgeroomd voor een lekker
kopje. Koek of iets anders was er niet. Moeder was
erg zuinig en dat moest ook wel met zo'n „brad joos".
Vader had zelf een kerststal gemaakt. Het dak van stro
was met strobalentouw vastgezet. De beelden hadden
we van tante Trien. Veel beelden waren onthoofd,
maar moeder had fietsbandlijm om ze er weer
bovenop te zetten. Als zij geen lijm had, dan lijmde ze
met het slijm van een ei.
's Middags liepen we weer naar de kerk voor de
vespers en maar luisteren naar de preek, waar ik niks
van begreep. Moeder had voor de oudere kinderen
druivenwijn gemaakt. Ze kreeg van haar zwager de
druiven, waar ze wijn van maakte. Ze had daarvoor
een Keulse pot en een houten lepel in de kooi onder
haar bedstee. Ze moest alle dagen de wijn roeren. Zo
hadden we toch een wijntje. Ik vond het wrang, maar
het was wel feestelijk. Vader had een sigaar, die hij half
oprookte. De andere helft deed hij in de tabakspot.
„Hij is dan niet zo lekker, maar beter wat dan helemaal
niks", zei vader.
Als de straatverlichting aanging, moesten we allemaal
op de knieën. Moeder bad dan het rozenhoedje en
er kwam geen eind aan de litanie van de heiligen. Wij
zeiden „Bid voor ons" al eerder dan moeder de naam
van de heilige genoemd had. Je kreeg er zere knieën
van. Oh wee, als we een beetje lachten. Dan werd ze
zo boos. Daarna kregen we nog een kopje melk met
cacaopoeder. Het had een klein kleurtje, maar het
smaakte naar niks. Om half tien, de kachel ging al uit,
moesten we naar boven, want Janus en Jan moesten
op de tweede kerstdag er weer vroeg uit. Om 4 uur 's
morgens liepen ze naar boer Kuiper om te melken.
Zo verliep het bij ons gezin met kerst.
Dank aan:
mevr. C. Biersteker-Laan
mevr. Tinie Groen-Leegwater
mevr. Fita Jaspers-Bakker
mevr. Nel Kramer-Besteman
mevr. Nel Wijn-Ursem
r