J'- de buren dan wel de benodigde artikelen verkrijgen, zoals suiker, stroop, zout en zeep. Dus de algemene en gangbare benodigdheden voor het huishouden. Jan Moras werd op 25 april 1867 in Sint Maarten geboren. Hij was dus een echte jongen van het plat teland met veel humor en „kwaie" jongensstreken. Streken zoals het een echte Moras bij zijn geboorte word meegegeven. Tijdens zijn schooljaren had deze Jan het voornemen om geen landarbeider te worden. Jan wilde meer dan op het land rondkruipen met zijn neus naar de grond gericht om vuiltjes of bonen te plukken of aardappels te rooien. Nee, de schoffel en de wieder waren niet voor hem gemaakt en ook niet het spitwerk, want je had meer dan een rug om die te verknoeien, vond Jan. De school was al erg genoeg: je was er gebonden en je was je vrijheid kwijt. Alleen voor rekenen en schrijven had Jan aandacht, want dat was iets wat onmisbaar was voor de handel. Langs de weg, de handel, de omgang met mensen, de vrijheid, niet opgesloten zitten en geen baas boven je. Dat was zijn toekomstdroom: lekker vrij, alle vogeltjes zien vliegen en veel ruimte om je heen. Maar wel wist hij dat er brood op tafel moest komen, want voor niets gaat de zon op, zo had zijn vader 't hem geleerd. Direct na zijn schooltijd werd Jan als hulpje bij het plaatselijke winkeliertje gevraagd die ook een groen teboertje was en toen al petroleum verhandelde. Daar had onze Jan wel oren naar, want hij kon goed met hem overweg ook al was deze man zijn baas. Jan had ook wel in de gaten dat hij op deze manier een goede leerschool kreeg om voor de toekomst ervaring op te doen. Hij had plannen om voor zichzelf te begin nen, voor de handel de boer opgaan. Met mensen omgaan ging hem goed af en ook de losse handel van groenten. Hier en daar verkocht hij in een groot gezin een heel kaasje. Jan had een vlotte babbel, een gulle lach op zijn gezicht en had ook de humor om de klanten aan hem te binden. Zo werd dan ook de klantenwijk voor zijn baas steeds groter en de omzet steeg. Jan had veel plezier in zijn werk, maar hij had een hekel aan het venten van peterolie. Dat gelek en gepriek met die kannetjes en die stank, daar was hij niet zo gek op. Maar hij had wel ondervonden dat hij door de olie aan zijn handen nooit „kouwe" handen meer kreeg, als hij hiermee aan het venten was. Dit had dus ook weer een voordeel in de wintertijd. Zo verliepen er al enige jaren zonder dat hij er zelf erg in had. Maar baas Piet kreeg inmiddels ook weer een opvolger. Dit was dan een jonge Piet. De jonge Pieter had inmiddels ook de schoolbanken verlaten en had ook de aanleg voor het kruideniersvak van zijn vader meegekregen. Met het bezorgen van de boodschap pen heeft hij veel opgestoken van Jan en zag hij hoe die met de klanten omging, altijd goedgehumeurd ook als het rot weer was. „Vooral niet klagen", zei hij dan, „want dat doen ze zelf wel als de rekening te hoog is". Geef ze maar gelijk, huil maar mee met de wolven in het bos, dat is het recept. Met ziek en zeer moet je ook je plaats weten, moet je medeleven tonen, want er is ook een boel narigheid langs de weg. Ieder huisje heeft immers zijn kruisje. De mensen zijn vooral gek op nieuwtjes, want lang niet iedereen leest de krant. Die is voor de gewone man veel te duur. „Ja joh, langs de weg kun je je brood verdienen, maar je moet ook een hoop toneelspelen, want daar zijn de mensen gek op. Bak ze echter niet te bruin, want er is altijd een middenweg. Wees ook niet te krenterig bij echt arme mensen. Geef een koolraapje of een rood kooltje weg. Dat kost jou je kop niet en je houdt er altijd tevreden en dankbare klanten aan over. Belazer de boel niet, wees altijd eerlijk, want later als je boven komt, moet je dat verantwoorden." Ja, die oude Moras kon zo nog heel veel wijze lessen geven en dit deed hij dan ook met een „gloim" op zijn gezicht in de echte stijl van de Morassen. Jan had toen besloten om voor zichzelf te beginnen. Nu had hij zelf aardig kunnen sparen om een hondenkar te kopen en daarmee de boer op te gaan. Hij dreef handel in allerhande dingen, zoals levensmiddelen, dweilen, boenders, bezems en ó£Sid/V C lr 6^' Z? <vf- .- - f j De bewuste ansichtkaart, met de boerderij van Koomen Achterzijde van de ansichtkaart, gericht aan Jan Moras

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2013 | | pagina 21