Wij hadden Wout en Ank Slijkerman ingelicht dat wij een artikel wilden gaan schrijven over Cees Slijkerman.
Ank stelde direct voor om Annie Slijkerman (73) woonachtig in Hippolytushoef er ook bij te vragen. Nou dat pakte
goed uit. Het weerzien met de familie Slijkerman was een prettige gebeurtenis.
plaatsing van de advertentie was niet het gevolg van
een vlaag van boosheid. Cees Slijkerman was iemand
die pas een besluit nam, als hij er een paar nachtjes
over had geslapen. Hij had er ook lang over nage
dacht, eer hij met open vizier de NACO te lijf ging.
Hij was niet gauw op het kookpunt. Aanvankelijk was
hij slechts ontstemd, toen de NACO zich bemoeien
ging met het vervoer, waarvan hij meende dat hij er
als eerste gegadigde het meeste recht op had. Cees
Slijkerman ging zich verzetten en waagde er een paar
clandestiene ritjes aan. Het kostte hem een bekeuring,
het kostte hem reisjes naar Den Haag, het kostte hem
energie, maar niets hielp. Langzaam maar zeker zag
Slijkerman allerlei geregelde ritten aan zijn neus voorbij
gaan in de richting van de Helderseweg te Alkmaar,
waar de NACO zijn hoofdkantoor had.
NACO maakte dankbaar gebruik van zijn voorkeurs
recht en ging niet beneden zijn prijs werken, bood
de hoofden van de scholen geen geschenken aan,
de NACO was om den brode geen goede maatjes
met de heren van de Rijksverkeersinspectie, maar
de NACO maakte alleen maar gebruik van het
voorkeursrecht dat al in 1939 bij de wet werd verleend
aan ondernemingen, die in een bepaald deel van
het land lijndiensten onderhielden. Want wat was de
gang van zaken? Als een touringcarondernemer, of
het nu de heer Slijkerman was of een ander, tussen
bepaalde plaatsen geregeld groepsvervoer wilde
verzorgen van bijvoorbeeld scholieren of arbeiders,
dan moest hij daarvoor een vergunning aanvragen bij
de Rijksverkeersinspectiedienst. Deze inspectie ging
met het verzoek naar
de onderneming die in
het betreffende gebied
een lijndienst onderhield
met de vraag of die
onderneming in staat
was en bereid was
het groepsvervoer,
waarvoor vergunning
was aangevraagd, voor
haar rekening wilde nemen. Wilde en kon de onder
neming dat, dan ging de aanvraag met commentaar
van de lijndienstonderneming naar de commissie
voor vervoersvergunningen en daar werd beslist aan
wie de vergunning werd verleend. De commissie voor
vervoersvergunningen moest daarbij rekening houden
met de wet, die voorschreef dat bij die toekenning
de lijndienstonderneming voorkeur verdiende, mits
Cees Slijkerman bestreed de NACO
Maar meer nog een wet van 1939! Als je niet vocht,
bereikte je nooit wat. Busondernemer uit Oude Nie-
dorp wilde scholieren vervoeren, waar en wanneer hij
dat wilde. Slijkerman wilde rijden voor 50% van wat
de NACO rekende.
Cees Slijkerman uit Oude Niedorp was dwars. De
toen 60-jarige Cees, die al meer dan dertig jaar per
autobus door Noord-Holland toerde, was in opstand.
Tegenover collega's had hij een enkele maal revolutie
gepreekt, maar dat hielp niet. In Den Haag had hij
met zware argumenten gezwaaid. Het was vergeefs.
Cees Slijkerman kon niet gedaan krijgen dat hij
met zijn tien touringcars - dat jaar kwam de elfde
erbij - scholieren mocht vervoeren, waar en wanneer
hij wilde. Vroeg hij bij de rijksverkeersinspectie een
vergunning aan om schooljongens uit Sint Maarten
naar het overdekte zwembad in Alkmaar te mogen
brengen, dan kreeg hij een negatief antwoord. Wilde
hij met zijn wagens de leerlingen van de school te
Petten naar de zwemlessen in Alkmaar brengen, kreeg
hij geen toestemming van de overheid. En wat zag
hij? Met al dit geregelde groepsvervoer ging de NACO
strijken in plaats van Slijkerman. De NACO reed nu de
jeugd van Sint Maarten, van 't Zand, Petten, 't Rijpje
en de meisjes van de Mater Amabilisschool in 't Zand.
Cees Slijkerman nam dit niet .En daarom plaatste hij
in het Noordhollands Dagblad van die zaterdag een
advertentie, waarin hij aanbood groepen te vervoeren
voor de helft van de prijs die de NACO berekende. De
DEEL 3 (SLOT)
TonrinprMrijf Cees Slijkerman
gagjW-3TA«M
SL'JKERMAM
Een touringcarbus van de firma Slijkerman, een Volvo uit 1949