Daarna had hij op een gegeven moment een boerderij
in de Kampen, maar dat boeren vond hij maar niks.
Later had hij een peteroliehandel, een veehandel en
een bus. Hij is in 1935 overleden tijdens het verwis
selen van een lekke band van zijn vrachtwagen in de
garage van Peereboom in Nieuwe Niedorp.
Op 9 juni 1937 trouwde Gert met zijn Marie en zij
gingen eerst in een gemeentewoning op het Verlaat
wonen. Later verhuisden ze naar een huis in Zijdewind
tegenover bakker Boekel. Ook dit was een huis van
de gemeente. In 1948 verbouwde Gert het huis in 't
Veld en trok daar met zijn gezin in. Vader Andries en
moeder Neeltje kwamen samen met Trien en Sien te
wonen in de opgeknapte noodwoning, die er naast
stond. Gert werd in dat jaar eigenaar van het bedrijf
van zijn vader. In het begin werkte hij samen met zijn
broer Arie, die getrouwd was met Nel Bruin, dochter
van Adam Bruin. Haar vader was tuinder in Waarland.
Arie bouwde een noodwoning vlak bij zijn schoonva
der en ook een klein schuurtje, waarin hij toen zelf een
bedrijfje is begonnen. Arie is in 1953 door een ongeluk
al op zijn 33e overleden, toen hij van het dak van de
melkfabriek in Lutjewinkel viel. Zijn bedrijf werd nog
enige tijd voortgezet met hulp van Ben Groot en diens
zoon Gerrit.
Tijdens het werk heeft Gert een ongelukje gehad met
het gevolg dat hij een oog moest missen. Hij pro
beerde een schuifraam te openen, terwijl hij nog een
beitel in zijn hand had. Er zijn verschillende verklarin
gen voor zijn bijnaam „Houten Gat". Sommige mensen
beweren dat Gert op de lagere school nog wel eens
vaak stout was. Als hij dacht dat hij van de meester
stokslagen op zijn achterste zou krijgen, dan had hij
van tevoren een plankje in zijn broek gedaan om de
slagen op te vangen. Een andere verklaring is dat de
naam Gert in West-Friesland is verbasterd tot Gart en
Gat. Omdat hij timmerman was, ontstond daardoor de
naam „Houten Gat". Enkele familieleden weten zeker
dat het veel eenvoudiger was. Toen hij van de meester
op school enkele tikken met een latje op zijn achterste
kreeg, heeft hij gezegd: „Het geeft niet, want ik heb
toch een houten gat." Hij heeft deze opmerking nog
jaren moeten horen.
Gert Boekel heeft veel werk verzet. Zo nam hij in 1951
de klus aan om 1000 kozijnen en 24 wenteltrappen
voor de firma Van Kooten uit Oudorp te maken. Zijn
buurjongen heeft dagen lang gaten staan te boren
voor de houtverbindingen. Samen met zijn vader heeft
deze jongeman deze grote kozijnen geschilderd. Hij
weet zich nog te herinneren dat die wenteltrappen zo
groot waren dat een trap bijna de grote zolder boven
de werkplaats in beslag nam. Dat was echt een sterk
staaltje vakmanschap.
In 1953 bouwde Gert een stolpboerderij in Oterleek.
Hij had geen motorrijbewijs, maar hij mocht wel in de
gemeente Oude Niedorp en Heerhugowaard oefenen.
Alle dagen ging hij echter op zijn motor naar de klus
in Oterleek. Hij werd in die jaren geholpen door de
volgende knechten: Piet Postuma uit Dirkshorn, Cor
Ursem, Sjaak Ursem, Cor Beers, Harry Beers, André
Ligthart en Sjaak Stroet.
Op 14 januari 1977 verkocht Gert de twee woon
huizen, de garage en de bedrijfsruimte aan de
Rijdersstraat 39 en 41 in 't Veld, gemeente Niedorp,
kadastraal bekend gemeente Niedorp, sectie E,
nummer 112, groot zeven aren vijfentachtig centiaren
aan zijn zoon André. Vader Gert overleed op 12 maart
1987 en Marie Verhaar op 23 oktober 1977.
Zicht op de werkplaats met op de opgrond een net
aangevoerde partij hout
De twee aan elkaar grenzende woonhuizen op
Rijdersstraat 39 en 41