het werk waar ze vlak langs reden. Dit scheelde veel
sjouwwerk, want men moest vanaf het station nog een
aardig stuk lopen. In 1918 werd door pastoor Verberne
van 't Veld het besluit genomen om een vierklassige
R.-K. jongens- en meisjesschool te gaan bouwen. Voor
dit doel had pastoor Verstappen reeds eerder f 10.000
aan de parochie nagelaten. De aannemers, gebroeders
Boekel, bouwden de school, die bij de inzegening
werd toegewijd aan de H. Maria, voor f 47.000. Toen
deed het bijzonder onderwijs zijn intrede. Het eerste
schoolhoofd dat door de pastoor werd benoemd, was
meester Simon Snel. Die was voorheen hoofd van de
openbare school te Zijdewind.
In de dertiger jaren hadden Andries en broer Jan een
deurenfabriek. Ook bouwden ze in het Gooi honderd
woningen. De zaken gingen toen nog goed. Er werd
fors uitgebreid. Zo kwam er een nieuwe werkplaats
met de modernste machines. Willem Bierman, later
tuinder aan de Zwarteweg, heeft er gewerkt en ook
Dirk Busker uit Zijdewind. Dirk heeft later jarenlang bij
een orgelbouwer in Alkmaar gewerkt. De oude werk
plaats werd in die tijd gebruikt als garage. Tijdens de
tweede wereldoorlog is dit verbouwd als noodwoning
voor de familie Lemke, evacués uit Den Helder. Ook de
dochters Trien en Sien hebben er gewoond. Sien was
kraamverzorgster en Trien hielp in de huishouding bij
vader en moeder, want moeder was vaak ziek. Trien
was zeer muzikaal, had een stem als een nachtegaal.
Als het „wassersdag" was, hoorde je haar over de
hele buurt galmen en dan gebeurde het wel eens dat
een buurmeid van een paar huizen verder ook inviel.
Meestal werd een aria gezongen uit een licht klassiek
repertoire. Ook heeft Janny van der Fluit in dit huis
gewoond. Er werd een vrachtauto aangeschaft voor
het vervoer van materialen. Daarmee haalden Andries
en Jan hout uit Oostenrijk. In die tijd was dat een hele
onderneming. Het ging niet altijd van een leien dakje.
In de dertiger jaren, in de crisisjaren, bouwden de
gebroeders in Naarden een school en een kerk. Zij
hadden deze klussen voor een te lage prijs aangeno
men, waardoor zij aan de rand van een faillissement
kwamen. Ook thuis was het niet altijd rozengeur en
maneschijn. Zijn vrouw was zeer vaak ziek en lag
meestal op bed.
Het bedrijf van Andries Boekel had net als de meeste
bedrijven problemen in de tweede wereldoorlog.
Hij kon het bijna niet draaiende houden, omdat hij
geen materialen meer kon kopen. Hij ging klompen
verzolen en maakte propellers voor molens om elek
triciteit op te wekken. Er werden machientjes gemaakt
voor het raspen van aardappels tot aardappelmeel en
ook voor het malen van graan. Als er helemaal niets te
doen was, draaide men tollen van afvalhout.
Zoon Gerardus Adrianus heeft het aannemingsbedrijf
in de dertiger jaren overgenomen, maar vader Andries
bleef tot 1948 eigenaar. Oma Neeltje Boekel-Wiering
overleed op 25 december 1951 in de gemeente Oude
Niedorp en opa Andries op 18 april 1953.
Vader Gerardus Adrianus (Houten Gat)
Gert werd geboren op 12 januari 1912 in 't Veld, toen
nog gemeente Oude Niedorp. Hij leerde het timmervak
van zijn vader Andries. In de crisisjaren ontmoette hij
Maria Cornelia Verhaar. Zij was de dochter van Willem
Verhaar, die de jaren vóór Kees Slijkerman het garage
bedrijf runde. Willem was een beetje een gelukszoeker.
Hij bezat enige tijd hotel 't Roomhuis in Lisse.
Overzicht bedrijf Boekel vanuit de lucht
Het woonhuis aan Rijdersstraat 39