Bijna vijftig jaar geleden werd in zeven afleveringen een verhaat in de Purmerendse krant over de voorouders van
de bekende familie Boekel geschreven. Omdat het een goed beeld geeft van die tijd, hebben we geprobeerd het
verhaal samen te vatten.
Zevende aflevering van vrijdag 23 oktober 1964
Het viel Gerritje mee dat moeder geen tegenwerpingen
maakte. Ze zou morgen naar Jaap Sinnige gaan om te
zeggen dat ze wel zin had om als huishoudster naar
zijn zwager te gaan.
Een paar dagen later ging ze met Jaap met de boot
naar Alkmaar en daar verder met het spoor naar
Velsen. Ze wilde wel eens zien hoe het er uitzag. Ze
was ook nieuwsgierig naar de kinderen. Ze wilde
immers geen kat in de zak kopen. De zwager van Jaap
keek eerst raar op, omdat ze zonder bericht zomaar
voor de deur stond. Ze vielen met hun neus in de
boter, want een van de kinderen was jarig. Het werd
een leuke dag. Er werd van alles bepraat en het viel
haar alles mee. Over een maand zou ze dan voorgoed
komen. Bar loof maar voldaan kwam ze tenslotte weer
in 't Zand. Moeder was nog op, niks nieuwsgierig
vanzelf. Toen ze naar bed gingen, waren ze allebei loof
van het praten. Op een avond kwamen de pastoor en
het armbestuur bij Trijntje en ze vertelden dat er was
besloten om het weeskind Agie Celie voor onbepaalde
tijd bij Trijntje te plaatsen. De volgende dag werd zij
al gebracht. Agie was rap met de stopnaald en zij
zat zowat bij Gerritje op de vingers als die met de
naaimachine in de weer was. Er was een juffrouw in
het dorp die enkele meisjes leerde naaien. Gerritje ging
naar de pastoor en hij besloot dat het armbestuur de
naailessen voor Agie zou betalen.
Op de dag dat Gerritje naar haar nieuwe baan
verhuisde, gingen moeder en Agie mee. Ze was
benieuwd hoe het er bij die Slok in Velsen aan toeging.
Als moeder mocht ze toch wel weten waar haar kind
terechtkwam. Om acht uur stonden ze op de steiger
te wachten op de boot die hen naar Alkmaar zou
brengen. Daar namen ze de trein naar Haarlem. Bij het
station van Velsen stond de knecht van de slager ze
op te wachten. Het werd een bedrijvige dag en veel
te gauw werd het tijd voor Trijntje en Agie om terug te
reizen.
In 't Zand ging alles z'n gewone gangetje. Trijntje had
haar nering in haar winkeltje en Agie naaide. De men
sen hadden in het begin er heel wat over gesproken,
maar later leek het of het altijd zo was geweest: Agie
bij Trijntje en Gerritje als huishoudster bij de zwager
van Jaap Sinnige in Velsen. Een enkele keer werd de
geschiedenis van Gert Boekel wel eens opgerakeld,
maar de mensen vergaten te zeggen dat de bedelnap
nooit honderd jaar aan dezelfde deur hangt. Dat
hadden de kleinkinderen van de kooiboer, de kinderen
DEEL 4 (SLOT)
De familie Boekel
Deze foto is gemaakt na de levering van een nieuwe lintzaag. Van
links naar rechts ziet u: een knecht, opa Andries Boekel, 3 knech
ten, tante Trien(tje), oma Cornelia Wiering in verwachting van
Gerard, tante Sien(tje) en weer een knecht
V.l.n.r. Andries Boekel, Vader Gert, ome Arie, tante Trien, tante
Sien en Neeltje Wiering