was iedereen 's avonds na het venten verplicht vis te eten, want er was bijna niets verkocht. Voorlopig was het hele gezin antivis. Vreet het zelf maar op, was het motto. Gert kon van alles. Hij kon ook fietsen repareren, maar het schildersvak trok hem ook. Jan was liever op het land. Hij was een man voor de bloembollenteelt. In het voorjaar van 1925 brak de Spaanse griep uit. Zo werd deze ziekte toen genoemd en heeft toen ook heel wat slachtoffers gemaakt. Als er dan weer iemand was overleden, moest Hein vaak de timmerman helpen om de overledene te kisten. Toentertijd maakte de timmerman de lijkkist en de schilder moest hem dan lakken of schilderen. De huisarts had toen ook gewaarschuwd dat ze voorzichtig moesten wezen, omdat deze griep ook besmettelijk was. Uit voorzorg staken ze dan een sigaar op en bliezen de kamer en de bedstee vol rook voordat zij de overleden persoon aanraakten en in de kist legden. Op deze manier dachten ze dat ze de besmetting konden voorkomen. Helaas was deze griep hardnekkig en duurde een lange tijd. Huize Van der Eng werd ook niet ontzien, want moeder Geertje werd zwaar ziek en overleed op15 juli 1925. Tien kinderen liet zij achter en de jong ste was nog geen drie maanden oud. Agie, de zus van Geertje, heeft toen het gezin verder geholpen. Hein kreeg een burn out, zo noemt men dit tegenwoordig. Ook kreeg hij allerhande kwalen, die er niet waren. De gebroeders Boekel uit 't Veld, waar hij ook veel werk voor deed, hadden dit ook al een poos in de gaten en zagen dat het niet goed ging met Hein. Boekel had toen een aannemersbedrijf in 't Veld. Jan Boekel die enkele jaren kostganger was bij Gert Veldman, de schoonvader van Hein, heeft toen een gesprek met Hein gehad. Hij heeft Hein het advies ge geven om de boel te verkopen en van deze plaats weg te gaan om ergens anders opnieuw te beginnen. Na veel wikken en wegen heeft Hein de raad opgevolgd en heeft toen een stuk grond gekocht in de Strobuurt van 't Veld. Al heel gauw was er een koper komen opdagen voor de zijn zaak. Willem Woestenburg werd de nieuwe eigenaar. De firma Boekel heeft toen een nieuw huis met werkplaats en winkel gebouwd aan de Rijdersstraat in de Strobuurt. In 1928 was het dan zover en vond de verhuizing plaats. De nieuwe woning werd betrokken. In deze jaren kreeg Hein bezoek van de pastoor. Die vond het maar een kwalijke zaak dat hij met zijn huishoudster onder een dak sliep. Dit was zeker niet goed voor hun ziel en zaligheid, want hier rustte toch geen zegen op. Pastoor heeft toen dringend geadviseerd om zo vlug mogelijk te trouwen. Het voormalige huis met werkplaats in Waarland is op een nacht volledig verbrand. Kwade tongen beweerden dat de eigenaar het zelf had aangestoken. „Waar het rookt, is er vuur", wordt wel eens gezegd, maar de familie Van der Eng woonde nog maar kort op de Strobuurt toen door een blikseminslag de naaste boerderij van Jan Ligthart op een avond is verbrand. Dit was de tweede keer dat deze boerderij is verbrand. Of Hein naar de pastoor heeft geluisterd of dat hij verliefd werd op zijn schoonzus dat weet ik niet, maar wel dat hij in 1930 met haar in het huwelijk is getreden. Hein van der Eng heeft tot zijn dood hier gewoond en werd 76 jaar oud. De sigarenwinkel heeft toen nog enkele jaren dienst gedaan als kapsalon. Nu is deze buurt net als in andere dorpen verlaten van de buurtwinkels. Is dit de nieuwe tijd? Katholieke kerk met pastorie, 1918

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2012 | | pagina 21