Op een dag kwam de notaris met wel zes klerken uit
Schagen en uit Schagerbrug. Ze begonnen alles op
te nemen. Een paar dagen later was een groot papier
aan de poort geplakt. Daarop stond te lezen dat er
over veertien dagen boelhuis op de Kooiplaats zou
zijn. Klaas ging nog even bij de boerin kijken. Die was
al een dag of wat niet goed. Doortje zei tegen hem
dat hij een van de jongens van jonge Gert maar om
de dokter moest sturen, want de vrouw deed zo raar.
De dokter kwam, onderzocht de vrouw en schudde
zijn hoofd. Het was het beste dat ze opgenomen werd
bij de zusters in Schagen. De eerste vrouw van Gert
overleed heel jong. Ze was nog maar 37 jaar.
Nog voor de boeldag vertelde Gert aan Klaas dat de
Kooiplaats was overgenomen door twee lappiespoe-
pen. Klaas kon er niets aan veranderen. Ze zouden
hem, de oude knecht, toch niet wegsturen. Hij bracht
nog heel wat eenden naar de poelier, maar hij kreeg
er geen geld meer voor. Alleen nog maar een briefje
met het aantal eenden en dat moest naar de notaris.
Daags voor de boeldag had hij alle gevangen eenden
opgeteld. Het waren er meer dan duizend. Het was het
bewijs dat hij nog best mee kon.
Op de boeldag was Klaas al vroeg uit het Kooibos
gekomen. Het was nog geen acht uur, toen Klaas het
laatste damhek doorkwam en de eerste mensen voor
het boelhuis zag: allemaal kaairidders uit Schagen.
Klaas dacht: „Er zit zweet van mij aan al die dingen die
uitgestald lagen." Om tien uur kwam de notaris met de
deurwaarder en zijn helpers. Met trillende knieën stond
Klaas toe te zien wie er met dit en met dat wegging.
Toen kwam er een poosje rust, want de notaris moest
eten. Op de dars waren tafels en banken neergezet.
Daar kon iedereen koffie en broodjes kopen. Dat was
nering van herbergier Gert de Wit. Na de middag
kwamen de spullen uit de kamer en de keuken onder
de hamer. Klaas werd er koud van. Eer de avond viel,
was er alleen nog maar een lege behuizing. Zelfs Gert
had geen aandenken aan het ouderlijk huis kunnen
bemachtigen.
Voor Klaas brak er een rustige tijd aan. In de vroege
morgen naar de kooi om eenden te vangen en daarna
naar Schagen. Op zaterdag was er echter geen baas
die hem betaalde. Hij ging het eens aan de notaris
vragen. Die vertelde dat de nieuwe kooiboer met
kerstmis zou komen. Omdat die zelf personeel had,
kon Klaas wel gemist worden. Hij zou alvast naar een
ander huisje kunnen uitzien. Anders had de notaris
nog wel een huisje aan de Keins. Het deed maar een
V.l.n.r. Ina, André, Tinie, Corrie, Arie, vader Gerard, Gerard, Wim, Ria, To, Thea en moeder Marie