op nummer 96 Maritjen Jaep Schippers. In die tijd werd ook in de registers vermeld: „de rommelbosch van t leege (lage) kerckhoff". Dat is het westelijke gedeelte van perceel 95. Het „riet of leeghe riet van het kerckhoff" werd gedurende vele jaren verhuurd oftewel verpacht. Werd dat riet gebruikt om de daken ermee te bedekken? Vroeger was het een zeer goedkope oplossing om een huis waterdicht te maken. In de 17e eeuw werd geschreven: „Registratie van de landen den kercke van Nijendorp bij de voor- gemelte sententie (vonnis) als eijgen toegeweesen. Gelegen in costverlooren polder." Op een andere plek in de registers stond: „Het lage kerckhoff, belent met (grenzend aan) het hooge kerchof ten noorden, de koetebosch ten zuiden." Elders is het volgende te lezen: „Het hooge kerckhoff. Belent (grenzend aan) de westerwech ten noorden, Floris Pieters ten westen, t leege kerckhoff ten zuijden, Jan Boers ten noorden." In de latere jaren werd het perceel 124 nog vele malen genoemd als het hoge kerkhof, zoals bijvoorbeeld dit verhaal uit 1652: „Louris Claesz Weel, lakencooper op de sijtwind bekent schuldig te wezen aan zijn broer Jan Lakencooper, out schepen, een somme van zeshonderd gulden, als onderpand een huijsgen met sijn erf lioggende in de Costverloren polder aan de westerweg bij de beijtsebreche, belent Trijn Sijmons ten westen en het hoge kerckhoff ten oosten. Tevens is in dit onderpand een hofslootgen (slootje) bij een boerderij." In 1658 is het „huijsgen aan de westerweg sijnde vervallen ende het hofslootgen verkocht." Ook in de 18e eeuw werden nog het hoge en het lage kerkhof vermeld. Hierbij een voorbeeld uit 1719. „Nog 't hofsteetje aan de weg, Joffrou de Leeuw ten oosten, 't hooge kerkhof ten westen". Dit boerderijtje heeft waarschijnlijk op nummer 98 gestaan. In datzelfde jaar stond er geschreven: „Nog het erf met boslant daar aan, aan de valbrug, Sijmon Doeter en 't hooge kerckhof ten oosten, de nieuwesloot ten westen." Deze omschrijving geeft aan dat het land en het erf naast de valbrug op nummer 123 lag. Waar het voormalige kerkhof precies heeft gelegen, is tot heden nog niet duidelijk geworden. Archeologen uit Schagen weten zeker dat ze met hun onderzoek in de buurt zitten, maar de echte juiste plek hebben ze nog niet gevonden. Ze veronderstellen dat de percelen 120 en 98 in aanmerking komen voor de goede locatie. Op deze kadastrale kaart uit de 19e eeuw zijn aan de noordzijde van de Westerweg drie percelen getekend. De Hartweg loopt hier nu deels overheen. In 1644 werd het volgende opgeschreven: „Gerrit Pieters Droncken woonend omtrent de beijsebrug bekent aen Heijndrick Cornelisz man en voocht van Trijn Gerritsdr. mitsgaders (alsmede) Ariaen Raiwels man en voocht van Griet Gerritsdr. zijne kinderen chepasseert bij salige Maritjen Jansdr. zijn eer huijsfrouw in voldoe- ninghe van haer meder erve soe ghedeelt te hebben het huijs en erve daer hij comparant tegenwoordich in woont staen aen off op de westerwech naest Maerten Jansz ten westen en de wech voorts rontsom." Dit betrof perceel 119. Bovenstaande kaart is uit 1611. Het is duidelijk dat de buurtschap Beijsse of Beijtse grotendeels ten westen van de Nieuwesloot was gelegen. Ook is de Oosterkampermolen ten westen van de Nieuwesloot getekend. Bekend is dat deze molen al in 1593 zijn werk deed riet v/h lege kerkhof tege kerkhof kleine bos IBfÜ ftfiff! •pff IZJ

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2011 | | pagina 7