1555 tot en met 1559 was Adriaen Moller de huurder. Daarna werd het kerkhof meestal per jaar verhuurd aan verschillende mensen. Cornelis Gerbrands was in 1592 de laatste huurder. In 1593 wordt er in het register geen huurder vermeld. Wel staat er bij dat jaar geschreven: „ruijmgemaekt". Dit kan duiden op het ruimen van het kerkhof. Rond 1600 wordt gemeld dat de hofstee was gelegen tussen de Nieuwesloot en het hoge kerkhof. Hierna volgt de letterlijke tekst. „Pieter Lambert Ariaens erfpacht op t erff en landt daer zij huijs op staet is groot twee geers 5 snees belend die nieuwe sloot en beijsebreg ten westen die wech ten noorden en t hooge kerckhoff ten oosten" (In die tijd was 1 morgen 3 geers (gars) 0,87 ha 720 roeden en 1 geers 12 snees.) In maart 1607 wordt in het register het huis van Claes Claesz Weel als volgt omschreven. „op t erff daer zij huijs op staet gedolven (uitgegraven) vuijt het hooge kerckhoff groot drie snees belendt (grenzend aan) t selve hooge kerkckhoff ten oosten en suijden sijmon Pieters, Jaep Keijns ten westen ende die wech ten noorden". Op de kaart is dat waarschijn lijk kavel 120. In het register van april 1590 staat het volgende te lezen. „In forma hier aen volgende ende verclaert heeft Sijmon Tijss aen Heertjen Adriaensz ende Sijvert Pietersz kerckmeijsters met rade en advijs van burge- meijsters en schepenen zo in coope genomen vierhalf snees lant vuijt t hooge kerckhoff bij Pieter Lammerts hoffstee aen wech mits dat Sijmon Tijss den sloot op zijn erfgen delffnen sal en Sijmon Tijssen gehouden zijn te betalen veur ijder snees thiendalffne guld. Te betalen kersmis tecomen". De bovenstaande tekst heeft betrekking op de aankoop van een klein stukje land door Sijmon Tijss, genomen uit het hoge kerkhof. Dat stuk lag bij de hofstee, de boerderij van Pieter Lammert. Op de bovenstaande kaart uit de 19e eeuw is de hofstee aangegeven met de letter H. Daarnaast is het gekochte land te vinden. De brug over de Nieuwesloot is op de kaart aangegeven met een pijl. In verschillende aktes wordt de bebouwing beschreven als „leggende aen beijsebrug". Later kwam men ook tegen: „beijtsebrug, brug bij Beijtse en brug bij Beijse". Op deze kaart van 1654 valt op dat ten westen van de valbrug er nog maar een huis staat en ten oosten van de brug zijn er vijf huizen getekend. De buurtschap Beijse(brug) heeft zich blijkbaar verplaatst. Het huis van de overleden Claes Claesz Weel werd op 17 februari 1628 als volgt beschreven. „Arian benames Veddes aliter Jong Arian als ge ordineere (gewone) voocht van joncse kinderen van salige Claes Claesz Weel met namen Louris en Pieter Claes mitsgaders (alsmede) Jan Sijvers Cuijper man en voocht van Trijn Claes erven beken tsamen vercocht te hebben aen Claes Claesz haren broeder die gherechte drie vierde paerten (delen) van t huis en erve bij Claes Weel haeren vader nae ghelaten staen en leggen in onsen banne (rechtsgebied) aen westerwech omtrent die beijse breg daer aff Claes Claesz selffs het vierde paert van toecomt naest belendt (grenzend) mette (met de) wech ten noorden de ghemeente bosch genaemt t hoghe kerckhoff ten oosten en suijden,

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2011 | | pagina 5