Het oprichten van kerkelijk gebonden scholen was in principe niet toegestaan. De financiering van het onderwijs moest vooral komen uit het schoolgeld dat ouders betaalden. Er was geen sprake van leerplicht. Tegen dit stelsel van onderwijsvoorzieningen rees al spoedig het nodige verzet. In de grondwet van 1848 werd vrijheid van onderwijs onder leiding van Thorbecke opgenomen. Hiermee was de eerste fase van de schoolstrijd beëindigd. Bekostiging van het bijzonder onderwijs (1848-1889) De schoolstrijd die ruim een eeuw heeft geduurd, mondde uiteindelijk uit in een stelsel van voorzie ningen waarbij er onderscheid werd gemaakt tussen openbare en bijzondere scholen. De openbare scholen vielen onder verantwoordelijkheid van de gemeente en het rijk. De bijzondere scholen vielen onder verant woordelijkheid van het schoolbestuur die door ouders (of kerkbestuur) werden bemand. De school strijd mondde uiteindelijk erin uit dat ouders vrij waren om scholen naar eigen inzicht op te richten en in financieel opzicht gelijk gesteld werden aan de openbare scholen. Dit werd vastgelegd in de wet op het lager onderwijs van 1920. Onderwijsvernieuwing De onderwijsvernieuwing kwam in 1919 een stap dichterbij, toen het Nutsseminarium voor Pedagogiek te Amsterdam o.l.v. professor Ph. A. Kohnstamm werd opgericht. Met het tot stand komen van de nieuwe onderwijswet van 1920 moest nu onder schooltijd gelegenheid worden geboden voor het geven van godsdienstonderwijs. De lessen werden verzorgd door de kerkgenootschappen. Na 1920 nam het bijzonder onderwijs sterk toe. Er bestond een algemene drang om de achterstand in scholenbouw in te halen. Veel katholieke scholen stonden onder leiding van religieuze leerkrachten. 119' Men kende in die tijd jongens- en meisjesscholen. Gemengde scholen kwamen weinig voor. De Martinusschool was een vierklassige school met hoge lokalen en een trappenhuis. De lokalen boven boden een prachtig uitzicht over de wijde omgeving. Meester Simon Snel die voorheen hoofd van de openbare school te Zijdewind was, werd het eerste hoofd van de school in 't Veld. De school in 't Veld ontwikkelde zich goed. Ook vanuit Nieuwe Niedorp en Waarland bezochten leerlingen de school in 't Veld. De school groeide uiteindelijk uit haar voegen. Dit leidde er toe dat in 1932 een tweede lagere school werd gebouwd.: De r.k. meisjesschool. Deze school werd gerund door de zusters Ursulinen uit Bergen.De school zal de naam Mariaschool dragen. De jongensschool heette vanaf die tijd St. Martinusschool. Schoolgeldheffing In 1941 ontving het bestuur van de jongensschool een verzoek van het gemeentebestuur van de gemeente Nieuwe Niedorp om het papierverbruik zoveel mogelijk te beperken. Dit ten tijde van de Tweede Wereld oorlog. De gemeente stelt voor de heffing van de schoolgelden te reorganiseren van een kwartaal- naar een jaarheffing. Dit gold voor alle betrokken ouders. In 2 termijnen kon men het bedrag aan de gemeente ontvanger voldoen. De gemeente schrijft: „Deze maatregel zal niet alleen leiden tot de nodige papierbesparing, doch zal bovendien een belangrijke administratieve vereenvoudiging betekenen, zowel voor uw bestuur als voor de gemeente". (26 augustus 1941) Uitzicht vanuit kerktoren op gesticht en Martinusschool. Liinks staand meester Rohde en daarnaast meester Van Hest, zittend juffrouw Ramler en rechts juffrouw Ursem.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2011 | | pagina 19