In deze aflevering van het onderwijs in 't Veld, Zijdewind en Moerbeek richten we ons op de
St. Martinusschool in 't Veld. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw werd er begonnen
met de bouw van drie belangrijke gebouwen in 't Veld.
SS
De St. Martinuskerk (1853 start van de bouw.)
De Martinusschool.
Liefdesgesticht St. Antonius
In 1881 kreeg het kerkbestuur toestemming van het
bisdom Haarlem om een huis met erf te kopen met de
bedoeling om hier ooit een lagere school te bouwen.
De akte uit 1881 vermeldt een legaat van f 2500,- dat
een gedeelte is van het legaat van pastoor Verstap
pen. Pastoor Liebregs wendt zich als volgt tot het
bisdom:
"Monseigneur, een buitengewone schoone gelegen
heid heeft zich voorgedaan om een begin te maken
aan den uitersten wil van den Zeer Eerwaarde Heer
A. Verstappen Zaliger. Een huis met terrrein op de
meest geschikte plaats in deze parochie voor de in
latere tijd te bouwen Catholieke school groot 14
roeden, gelegen in de gemeente Oude Niedorp, N 326
is te koop voor eene som van f 2500,-, welke som
reeds door een ander was aangeboden. Ofschoon
deze som voor het ogenblik slechts 3 procent kan
opbrengen, meent toch het kerkbestuur machtiging te
moeten geven tot aankoop".
Op pagina 37 van „Iets verteld over Zijdewind en 't
Veld", lezen we iets merkwaardigs:
„Pastoor Liebregs gaf aan het legaat van pastoor
Verstappen de daaraan verbonden bestemming.
Het Antoniusgesticht werd gesteld onder leiding van
religieuzen, Zusters van een Duitse Orde. De exploi
tatie van dit „Liefdesgesticht" werd geen doorslaand
succes". Integendeel, tijdens het bewind van de
volgende pastoor Henricus van Hertum, vertrokken
de zusters al weer. Onder het pastoraat van pastoor
de Graaf werden van dit verzorgingstehuis woningen
gemaakt. Een vreemde wending in de geschiedenis
zou je dit kunnen noemen.
Pastoor Verstappen gaf f 10.000,- voor de bouw van
een katholieke lagere school. En de parochie bouwt
in 1881 het "Liefdesgesticht". Waarom. Dit om de
ziekelijke pastoor Liebregs goed te kunnen verzorgen.
In 1918 werd er begonnen met de bouw van de St.
Martinusschool. De opvolger van pastoor Liebregs,
pastoor Verberne, gaat voortvarend te werk. Het is
een r.k. Jongens - en meisjesschool. De school werd
gebouwd door de gebroeders Boekel voor een bedrag
van f 47.000,-.
In 1919 werd de onderwijsraad ingesteld. Deze raad
geeft op verzoek of uit eigen beweging advies aan de
minister omtrent vraagstukken die het lager onderwijs
betreffen. Bij koninklijke boodschap van 26 april 1919
werd onder het ministerie Ruijs de Beerenbrouck
(1918-1922) een ontwerp voor een nieuwe wet op het
lager onderwijs ingediend. De Tweede Kamer nam het
ontwerp op 30 juni 1920 aan met 75 stemmen voor en
3 tegen. De Eerste Kamer keurde het ontwerp zonder
hoofdelijke stemming meteen goed. Koningin Wilhel-
mina bekrachtigde deze wet op 9 oktober 1920.
Deze wet had ten doel de bij artikel 192 van de
grondwet voorgeschreven financiële gelijkstelling van
het bijzonder en het lager openbaar onderwijs.
Schoolstrijd
De schoolstrijd in Nederland was een sterk ideo
logisch geladen worsteling in het negentiende- en
twintigste-eeuwse Nederland over de vormgeving van
het onderwijsbestel. Deze strijd mondde uiteindelijk
uit in de gelijkstelling van het openbaar en bijzonder
onderwijs
Vrijheid van onderwijs (1806 -1857)
In de Franse tijd (1795-1813) ontstond er in Nederland
een krachtige neiging tot nationale wetgeving.
In het begin van de 19e eeuw komen er verschillende
grondwetten en wetten op het onderwijs tot stand.
De wet uit 1806 bevatte de volgende elementen.
Het onderwijs is openbaar en richt zich op de
ontwikkeling van alle maatschappelijke en
christelijke deugden.
Orthodox of katholiek onderwijs was niet mogelijk.
De Martinusschool 't Veld
De Martinusschool, rechts het Liefdesgesticht St. Antonius.