Groete uit 't Waarland
ten was Hein ook kelner in de Posthoorn bij Ophem.
Het schildersbedrijf liep goed en zijn werk werd goed
gewaardeerd. Al gauw moest hij een knecht erbij
nemen. In die tijd zal hij vaak gezegd hebben, dat een
schilder in de zomer geen tijd had om te eten en in de
winter geen eten had.
Inmiddels bezat Hein ook een fiets, want de afstanden
in de omgeving waren te groot om bijvoorbeeld naar
de Speketer of Slootgaard te lopen. Dit nam natuurlijk
te veel tijd in beslag. Het uurloon was toen ook al
opgelopen tot zestien cent, dus tijd was geld. Voor op
de fiets was een bagagedrager en een hengselmand
voor de verfpotten en het gereedschap. Dit was zijn
vervoermiddel en met de bekende schilderskiel aan
kon je hem zo in het dorp zien, soms ook wel met
de glazenmars op zijn rug, als er ergens een ruit stuk
was. De toen bekende schilderskiel was een lang wit
hemd tot op de knie met aan iedere kant een klein
splitje, een inkeping van een centimeter of tien. Omdat
zo'n kiel lastig was met lopen en vooral met fietsen,
werd het hemd tot de middel opgerold. Schilders
werden wel eens uitgescholden voor geesten, als ze
zo in hun hemd langs kwamen. Ook een handwagen
was onmisbaar voor het vervoer van ladders en trap
pen. Zij werden door alle vakmensen gebruikt. Deze
wagens waren toen een vertrouwd beeld langs de weg
en als er een klinkerweg was, liepen en ratelden deze
handwagens er lekker licht overheen met die ijzeren
banden.
Op zondag ging Hein op vrijersvoeten op de fiets naar
Limmen, naar Geertje, die nog in betrekking was bij
de voormalige baas van Hein. Het was wel een hele
afstand, maar met de fiets en een beetje de wind mee
was het heel goed te doen en spaarde hij daarmee de
reiskosten uit. Zo werden plannen gemaakt en bespro
ken. Toekomst was er wel en plannen ook, maar om
die uit te voeren was er geld nodig. Dit was toentertijd
ook al een probleem, omdat er nog geen banken
op deze dorpjes waren, waar je geld kon lenen.
Wel waren er particulieren met geld, die je konden
helpen tegen een redelijke rente en aflossingstermijn.
Als je echter uit een andere plaats kwam en je was
onbekend, dan moest je wel een goede kennis of een
familielid hebben, die je dan raad kon geven of kon
helpen. Als er dan iemand je met geld wilde helpen,
dan moest je ook nog een borg hebben. Die moest
dan garant voor jou staan. Dit is toen zeker gelukt,
want er werd aan de Weelweg in Waarland een nieuwe
woning gebouwd en tevens een schilderswerkplaats.
In het jaar 1910 zijn Hein en zijn Geertje in het huwelijk
getreden en hebben toen de nieuwe woning betreden.
Naast de woning stond het pand van Jan Mul. Hij was
klokkenmaker en juwelier en had een winkeltje aan
huis. Zijn eigenlijke vak was timmerman, want van
het winkeltje en de klokken kon hij niet leven. Aan de
andere kant woonde tuinbouwer Groot en even om de
hoek kruidenier en caféhouder Ophem.
(Wordt vervolgd)
Bocht Weelweg en Veluweweg te Waarland met links woning met schilderwerkplaats van Hein van der Eng. Voor de werkplaats met fiets Hein.