school was schrijven. In die tijd schreven de kinderen
met een kroontjespen. In het midden van de bank zat
een inktpot. Het sierschrift werd vaak gebruikt. Eens
in de week ging ze naar catechismusles. De lessen
werden gehouden in de pastorie van 't Veld. Pastoor
Verberne kan ze zich nog wel herinneren. Naast
rekenen, lezen, taal en schrijven kregen de leerlingen
eens in de week ook zangles. Namen van meesters
en juffen willen haar niet meer te binnen schieten. Er
werden in die tijd geen schoolfoto's gemaakt, zoals in
deze tijd. Maar wat wil je als je ruim 90 jaar teruggaat
in de tijd.
Onderwijs in Zijdewind en 't Veld
Zo'n 400 jaar geleden stonden de huizen in Zijdewind
en 't Veld zeer verspreid. Alleen in Sijdtwind waren de
huizen wat dichter bij elkaar gebouwd. Dit zal de reden
wel zijn geweest om daar een schooltje te beginnen.
Wanneer men precies is begonnen met het geven
van onderwijs in Sijdtwind is niet bekend, maar in elk
geval voor 1613. In dat jaar werd Jan Cornelisz. als
onderwijzer verbonden aan deze openbare school.
Openbare scholen waren neutraal en kinderen
moesten wel worden opgevoed tot deugden die
maatschappelijk en christelijk moesten zijn. Daarom
werd er veel aandacht besteed aan de bijbel en het
zingen van psalmen. Dirk Kwantes uit Heemskerk werd
in 1765 benoemd als onderwijzer aan de openbare
school te Zijdewind. De meeste onderwijzers hadden
in die tijd een bijbaantje. Het salaris van de onderwijzer
was in die tijd dermate gering dat ze wel één of meer
bijbaantjes moesten zoeken. Zo ook Dirk Kwantes. Hij
verdiende in die tijd met les geven zo'n 200 gulden op
jaarbasis. Zijn bijbaantje was koster van de kerk die
in 1652 naast de school werd gebouwd. Hij kreeg de
volgende taken toebedeeld:
de klok luiden als er een dienst was,
de predikant vrije intrek in zijn huis geven,
de bijbel voorlezen,
de vloer van de kerk schoon houden.
De overleden hervormden en katholieken werden in
die tijd in de kerk begraven. Voor het toeleggen van
het graf kreeg Kwantes 10 stuivers. In 1850 was J. de
Jongh schoolmeester en tevens burgemeester van
Oude Niedorp. Meester Wijn was onderwijzer, dood
graver en waterverkoper te Nieuwe Niedorp. Meester
Tissen was een gereformeerde onderwijzer aan de
openbare school te Zijdewind waar ook veel katholieke
kinderen zijn lessen volgden. Voor en na de lessen
werd niet alleen het Onze Vader maar ook het wees
gegroet gebeden. In de geschiedenislessen vertelde
hij over het leven van heiligen. Tevens was hij dirigent
van het kerkkoor van de Sint Martinusparochie in
't Veld. A.C. van Hest was de eerste dirigent van het
pas opgerichte fanfarecorps St. Martinus. Hij overleed
na de schoolmis van 19 januari 1951. Dat de onder
wijzers in die tijd met moeite het hoofd boven water
konden houden blijkt wel uit het volgende; In 1860
bedroeg het inkomen van een onderwijzer met een
gezin van 3 kinderen 6 gulden per week. Het grootste
deel van dit bedrag werd aan eten en drinken besteed.
Het onderwijs op school
Het onderwijs in de 17e en 18e eeuw was bijzonder
slecht. De onderwijzers waren slecht opgeleid en de
klassen waren veel te groot. In sommige klassen zaten
meer dan 100 kinderen. Er werd met ijzeren hand
geregeerd. De meester had altijd zijn „bullepees
(zweep) bij de hand.
Was het stelsel van straffen erop gericht om door
gestrengheid kinderen vrees in te boezemen om het
kwaad te laten, bij belonen was de eerzucht vaak een
drijfveer. Er waren onderwijzers die de namen van
ijverige leerlingen op een erebord noteerden. Ook
werden er kinderen beloond met kleine geschenken.
Sommige onderwijzers waren niet eens in staat om
behoorlijk Nederlands te schrijven. Zodra iemand
„een naem conde schrijven ende een psalm zingen",
achtte men hem al geschikt voor het werk in het
onderwijs. Veel onderwijzers waren zwak in rekenen.
Er waren in die tijd geen methodes zoals we die nu
6
Schoolplaat „Het volle leven", uitgegeven door Wolters
Het klassieke leesplankje zoals de meeste van ons het kennen