De historische stichting VZM wil trachten door middel van een aantal artikelen een beeld te schetsen van de onderwijsgeschiedenis in 't Veld, Zijdewind en Moerbeek. De vorming van rooms-katholiek onderwijs in de Middeleeuwen Aan de basis van het rooms-katholieke onderwijs stond de parochie. Uit dit instituut komen talloze scholen voort. Aanvankelijk gebruikt de rooms-katholieke kerk de school voor eigen religieuze doeleinden. Aan het einde van de Middeleeuwen komt hierin verandering. De vorm en inhoud van het onderwijs worden steeds meer door de stad (gemeente) bepaald. De invloed van de kerk op het onderwijs wordt steeds kleiner en de intellectuele ontwikkeling steeds belangrijker. Aan het eind van de 18e eeuw (er is dan nog geen leerplicht) kan 60% van de mannen en 40% van de vrouwen in min of meerdere mate lezen. In de 19e eeuw was er nog veel kinderarbeid. Dit was in die tijd een heel normaal verschijnsel. Kinderen werkten op het land, in de winkel of werkplaats. Op die manier kon het gezinsinkomen worden verhoogd. Toen tijdens de industriële revolutie kinderen ook in fabrieken aan het werk werden gezet, stuitte dit op veel verzet. De werkomstandigheden waren in die tijd ronduit slecht. Er kwam steeds meer kritiek op de kinderarbeid, met name van onderwijzers en doktoren. In 1874 werd de kinderwet van Van Houten ingevoerd. Deze wet ver bood kinderarbeid voor kinderen tot 12 jaar in fabrieken en werkplaatsen. Zo'n 110 jaar geleden werd de eerste wet op het onderwijs voor het gehele land afgekondigd. In 1901 werd de leerplichtwet in werking gesteld. Deze wet verplichtte kinderen van 7 tot 12 jaar tot het volgen van onderwijs. De wet maakte voor sommige kinderen wel een uitzondering. Kinderen van boeren moesten in de oogstperiode vaak mee helpen op het land, zodat ze gedurende die tijd geen onderwijs kregen. In 1969 werd de leerplichtperiode met 3 jaar verlengd. In 1975 kwam hier nog een jaar bij. De leerplicht gold toen van 6 tot 16 jaar. In 1994 werd er nog een onderdeel aan de wet toegevoegd: iemand die ouder was dan 16 jaar werd gedeeltelijk leerplichtig. Eind jaren zeventig van de vorige eeuw stond het lager onderwijs in Nederland voor één van de grootste vernieuwingen in de geschie denis: de integratie van het kleuter- en lager onderwijs. Bij deze operatie waren zo'n 15.000 scholen, 69.000 leerkrachten en 2.000.000 kinderen betrokken. De toenmalige minster van onderwijs Jos Van Ke- menade gaf een aantal uitgangspunten aan voor de geïntegreerde school. Het belangrijkste uitgangspunt was het realiseren van een doorgaande lijn in de ontwikkeling van het onderwijs binnen de school voor kinderen van 4 tot 12 jaar. De integratie van het kleuter- en lager onderwijs leidde in 1985 tot de invoering van de nieuwe basisschool. De ontwikkeling van ons onderwijs zal voortdurend in beweging blijven, juffrouw 4 Het onderwijs in 't Veld, Zijdewind en Moerbeek in de spiegel der geschiedenis. Een van de eerste leesplankjes Q. qujtrtcl

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2011 | | pagina 4