is overigens in 1928 voor de tweede keer verbrand.
Toontje buur, zoals we hem noemden, was altijd een
opgeruimde man. Ook al kwam je hem storen als hij
op zijn middagtukje lag, dan nog zag je hem nooit met
een sacherijnig gezicht. Zelfs op zondag kon je bij
hem terecht al was het maar om een pakje vloei.
Bij deze man is het leven echter niet over rozen
gegaan, want al vroeg kwam moeder Jaantje op de
leeftijd van zesendertig jaar te overlijden. Zo bleef
Toon achter met zes kinderen. Gelukkig voor de kin
deren kreeg Toon hulp van familie. Later kreeg hij hulp
van Marie Wijnker, waar hij enorm mee was geholpen.
Toen Marie in het huwelijk trad, kwam er een nieuwe
huishoudster. Marie Boots uit Opmeer deed haar
intree. Al heel gauw werd het tante Marie. Zij was een
lieve vrouw voor de kinderen, stond dag en nacht klaar
voor het gezin en ook hielp zij de klanten in de winkel.
Zij was niet meer weg te denken in het gezin Ruiter.
De oudste drie jongens moesten ook hun dienstplicht
vervullen, toen zij de leeftijd daarvoor hadden. Arie
de oudste geraakte naar Indië om het vaderland te
dienen, maar ook de daaropvolgende zoon Kees was
hetzelfde lot beschoren. Bernard heeft gediend bij de
marine. Na zijn diensttijd is hij al jong geëmigreerd
naar Canada samen met zijn vriend Cees Bierman.
Arie werd net als vader kruidenier en vestigde zich
in Schagen. Kees bleef dichter bij huis. Hij werd
onderwijzer in zijn eigen dorp, maar zijn levensloop
had een ander plan. Hij kreeg verkering en trouwde
met een Zijdewindse schone. Om vooruit te komen
in deze maatschappij had hij gesolliciteerd naar een
betrekking met een woning. Kees belandde in de
universiteitsstad Wageningen. Dries had broederdienst
en was dus vrij van dienst. Hij vond later een betrek
king in Alkmaar. De meisjes Annie en Riet zijn gehuwd
met tuinbouwers. Annie heeft vele jaren haar vader
geholpen en was in de winkel een graag geziene hulp
voor de jonge mannen. Menig jonge snuiter kwam
voor een pakje tabak of sigaretten in de avonduren.
Vader Toon heeft het ook lang niet gemakkelijk gehad,
vooral niet na het overlijden van zijn nog jonge vrouw.
Hij was wel een doorzetter met een veebedrijfje en
met een winkel en dat was toch een zware taak. Vroeg
Toon was lang niet vies van werken en heeft dat later
wel degelijk bewezen. Hij heeft met het buurtwinkeltje
een grote klantenwijk opgebouwd.
Toon is in het voorjaar getrouwd, gelijk met zijn broer
Willem en zus Jansje. Alle drie op dezelfde dag: 6 mei
1925. Dat zal wel een heel gebeuren geweest zijn met
alle broers, zussen en genodigden van drie families
met hun aanhang. Dit was toch een stuk familiege
schiedenis. De pastoor heeft wel lopen te glimmen
van trots en de koster zal wel een paar extra sigaren
hebben gekregen. Helaas is in dezelfde maand vader
Arién overleden, op 31 mei 1925. Hij heeft toch nog
mee mogen maken dat zijn zoon winkelier werd en
tevens zijn buurman.
Al eerder vermeldde ik dat bijna alle huizen in deze
buurt voorzien waren van rieten daken. Het viel op
dat het huis van Toon met dakpannen was bedekt,
terwijl het toch al een paar decennia's oud was. De
verklaring hiervoor is dat het in 1870 of een paar jaar
later nieuw gebouwd is, omdat het vorige verbrand
was. Dat gebeurde gelijk met de eerste boerderij van
Jan Ligthart, dat aan de overkant van de weg stond.
Vonken waaiden door een harde zuidwester wind op
het rieten dak dat heerlijk droog was.
De boerderij van Klaas Ligthart (nu Taxi Van Diepen)
De Strobuurt, van links naar rechts: kinderen van J. Veldman, Lou Bleeker, Piet Jong en de knecht van Lou, Nico Haring
Rijdersstraat 20, boerderij van Klaas Ligthart. Nu Taxi Van Diepen