was er overal in huis een beetje licht. De kinderen brachten voor schooltijd de accu's naar het noodzie kenhuis dat in het patronaatsgebouw in 't Veld was gevestigd. Ondanks de oorlog draaide de boerderij op volle toeren. Iedereen hielp mee. Later heb ik nog wel eens een ver familielid ontmoet die in de oorlog bij ons kwam, aldus Arie. Het familielid vond het gezin Keesom zeer geordend. Er was orde en regelmaat. Ad Bandsma was ook onderduiker geweest bij de familie Keesom en had in Delft gestudeerd. Ook hij werd al lange tijd gezocht door de Duitsers. Via Cor Stadegaard belandde hij bij de familie Keesom. Willem Keesom en Jansje Ruiter waren de beste ouders die hij ooit had ontmoet. Vader Keesom was streng, maar ook zeer rechtvaardig. Bandsma's verblijf in 't Veld is hem altijd bijgebleven. Tijdens de oorlogsjaren leidde hij een onzeker bestaan, maar werd toen opgenomen in een betrouwbaar, harmonieus en vrolijk gezin. Hiermee is de periode 1940-1945 afgesloten. Ieder jaar trok de familie Keesom er een dagje op uit. Twee paarden voor de kapwagen en zo ging het op naar Schoorl. Bij het klimduin was een speeltuin met een café. Later werd dit met de melkwagen van buurman Niek Wit gedaan. Alle melkbussen werden er met een rotgang afgehaald, stoelen op de wagen en rijden maar. In 1940 ging Willem met zijn zoon Arie naar het ziekenhuis in Alkmaar. Op de vraag of hij een ziekte kostenverzekering had, antwoordde hij: „Nee". Toen werd hem gevraagd hoeveel kinderen hij had. Willem antwoordde: „Dertien meneer". „Oh, dan mag u voor niets", was het antwoord. Hiermee kwam Willem goed weg uit Alkmaar. In 1949 kwam de bestuurszetel van de „Noorder Marktbond" in gevaar in verband met een tekort aan leden. Om het probleem op te lossen gaf Willem meteen zijn zoon Henk op als lid. „Zonen genoeg", zei Willem. In 1953 zat Willem ook in het kerkbestuur en dat betekende dat hij tevens lid was van het schoolbe stuur. Met het schoolhoofd meester Wester werd afgesproken dat de leerlingen van de 5e, de 6e en 7e klas voortaan geen 3 weken maar 1 week vrij kregen om koolplanten aan te geven. Kinderen horen op school te zitten en niet op het land, was de mening van Willem. Een goede gedachte natuurlijk. In 1947 vond er een cursus handmelken plaats op het land van Willem Keesom. Docent was de heer Van der Graft. Cursisten waren in die tijd Piet Poland, Piet Dekker, Arie Keesom, Siemen Tesselaar, Gert Veldman en Henk Keesom. Periode 1940-1950 In deze periode bracht Willem regelmatig een aantal zusters Ursulinen met de landauer naar het moeder klooster in Bergen. Het jaar 1949. We gingen naar de kapitale boerderij van Klaas Swaag Fijnheer in Barsingerhorn. We werden er vriendelijk ontvangen. We praatten over de fokvereniging van Lutjewinkel. Klaas had heel wat jaargangen van het bijbehorende tijdschrift van de vereniging te voorschijn gehaald. Ook hiervan was Willem Keesom in 1949 lid. We wilden graag weten wat Willem voor de fokvereniging had betekend. In 1952 werd hij vice-voorzitter tot genoegen van velen. In 1967 trad hij af. Hij was toen 65 jaar. Bij de fokvereniging was Willem enorm in zijn element, aldus het mooie verhaal van Klaas Swaag Fijnheer. Willem Keesom werd omschreven als een zeer vooruitstre vend persoon. De fokvereniging van Lutjewinkel was kortom gezegd een florerende vereniging van veehouders. De stam boek- en melkregistratie werd nauwkeurig in de gaten gehouden. Alles werd genoteerd. Men wilde het beste van het beste eruit halen en dat siert een veehouder. Periode 1950-1966 Willem was ook bestuurslid van het K.I.-station Hollands-Noorden in Schagerbrug. Het was belangrijk te weten welke stieren moesten worden aangeschaft. Er werd vooraf veel informatie verzameld, voordat men tot aanschaf overging. De zeer hoge eisen die werden gesteld, moesten immers worden waarge maakt. Als bestuurslid werkte Willem mee aan de voorbereidingen voor de showdagen. Hierbij kwamen veehouders van heinde en ver met hun allerbeste vee naar Schagerbrug. Vele stierkeuringen en kijkdagen zijn er in de loop der jaren gehouden. Met de strenge keuring van de topstieren wilde men op de boerderijen „toppers" onder het melkvee zien te krijgen. Willem Keesom voelde zich hier heel duidelijk op zijn plaats. Men hield er een puntensysteem op na. Op deze manier konden de keurmeesters tot een goed eindoordeel komen, aldus Arie. Gezin Keesom bijeen in 1955. Staand v.l.n.r. Dries, Joop, Jan, Henk, Bets, Annie, Arie en Wim. Zittend in het midden v.l.n.r. vader Willem, Trien, op de leuning Nel, Lien en moeder Jansje. Zittend voor-links Sjaak en rechts Ton

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2011 | | pagina 11