een gevallen strijder voor orde, vrijheid en recht GERARD DUREN HULDE EN GEBED VOOR DE SOLDAAT GEB. 8 MAART 1 GESNEUVELD TE KEDIRI i 4 FEBR.1949 Telkens als Hans Middelveld langs de kerk liep en de gedenkplaat naast de kerkdeur zag, vroeg hij zich af wat er gebeurd kon zijn, waardoor Gerard Buren in 1949 sneuvelde. Toen hij op een gegeven moment iets voor zijn broer op Internet wilde opzoeken, keek hij ook of hij iets over de genoemde soldaat kon vinden. Al heel snel ontdekte hij dat hij het verhaal dat Gerard al op de heenreis aan boord van een schip was overleden, naar het rijk der fabelen kon verwijzen. Ook wist hij dat de jongste zuster van Gerard getrouwd was geweest met Piet Kramer, die helaas veel te jong was overleden. Het contact met deze zus was dus gauw gelegd. Zo kwam Hans bij de historische stichting met een aantal internetfoto's en het verzoek om in samenwerking met zus Riet het werkelijke verhaal te vertellen. „Dit verhaal mag niet verloren gaan", sprak Riet toen we haar ontmoette. De plaquette ter nagedachtenis aan Gerard Buren op de muur van de Martinuskerk in 't Veld Gerard werd op 8 maart 1926 in Bergen geboren in het gezin van vader Niek Buren en moeder Anna Buren- Louwe. Hij had twee oudere broers: Lous (Lourens) en Jan. Na hem kwamen nog Nico, Piet, Marietje en Riet. Riet was de enige uit het gezin die in Zijdewind werd geboren, omdat vader en moeder de Vivo-winkel aldaar hadden overgenomen. Het was niet altijd rozen geur en maneschijn in het gezin Buren, want Marietje overleed toen ze nog maar 9 maanden oud was. Na de lagere school ging Jan bij de melkfabriek in Lutjewinkel werken en Nico heeft een tijdje bij Kolkman gewerkt. Na de tweede wereldoorlog was er een grote vraag naar ruimtes om militairen te legeren. Daarom werden in Amersfoort een aantal oude barakken opgeknapt. Het barakkenkamp Laan 1914 was voor de tweede wereldoorlog bekend onder de naam „Kamp Oud Leusden". In de oorlog kreeg het kamp door de Duitse bezetters een andere bestemming. Het werd een „Durchgangslager. Joden, krijgsgevangenen, zwarthandelaren en ondergrondse werkers hebben in afwachting van hun verdere transport gevangen gezeten. In oktober 1946 kwam een aantal officieren bij elkaar om de opleiding van een infanteriebrigade voor te bereiden. Het was toen al duidelijk dat deze legerafdeling naar Nederlands Indië zou worden gestuurd. In november kwamen enkele bataljons onder de wapenen. Ook Gerard Buren werd opgeroepen om zijn dienstplicht te vervullen. Hij moest zich melden bij het barakkenkamp aan de Laan 1914 in Amersfoort. Op 1 maart 1947 naderde het einde van hun opleiding en werd de 4e infanteriebrigade officieel opgericht. Na een inschepingsverlof van veertien dagen kregen de soldaten met Pinksteren nog een paar vrije dagen. Op tweede pinksterdag keerden allen terug, niet alleen de aspirant oostgangers, maar ook hun vaders, moeders, hun verloofden, broers en zusjes. Zij wilden het kamp zien, kennismaken met de vrienden, wilden de Engelse geweren bekijken en kennis maken met de luitenant, de kapitein en de majoor, die allemaal moesten beloven zuinig op de jongens te zijn. Het bataljon werd toegesproken, terwijl de soldaten beter in de houding stonden dan ooit tevoren. Liefst had elke moeder naast haar zoon gestaan, maar het werd nu duidelijk dat de scheiding op handen was. Het 4e bataljon stond klaar voor het vertrek naar Nederlands Indië. In de vroege morgen van 28 mei 1947stond een lange colonne wagens gereed. Zenuwachtig klom Gerard in een van de wagens en langzaam zetten de wagens zich in beweging. De reis naar Indonesië was begon nen. Op het station van Amersfoort speelde een kapel. De mannen stapten in en de trein vertrok naar Rot terdam. Het was geen vlotte reis, want personentreinen gingen voor. In de middag werd dan toch Rotterdam bereikt. Daar zag Gerard een machtige schuit: de Kota Inten, een motorschip die hem naar Indië zou brengen. Naam voor naam werd er genoemd.Zo sjouwde hij zijn 8 Grenadier Gerard Buren

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2010 | | pagina 8