,Een tuinder, maar bovenal een hardloper" Jan Keesom een begrip in de atletiekwereld. In dit vervolg een kijk op het verdere verloop van de loopbaan van een atleliek fanaat. In dit vervolg een kijk op het verdere verloop van de loopbaan vam Jan keesom. Frans Jutte ging ook mee naar Athene en had de leiding van de ploeg. Jan Keesom merkte duidelijk dat hij „beschermengelen" had, zoals hij in meerdere notities vermeldde. Zijn prestaties waren er niet minder om. In 1955 haalde hij achter elkaar eerste plaatsen op regionale en nationale kampioenschappen. Op 12 juni was hij de held van de middag. Tijdens een verregende baanwedstrijd in Bussem, waar hij Woudstra op de 3000 te snel af was. Bij de nationale avondwedstrijden versloeg hij zijn rivaal Paul Verra. „De 3000 meter is een nummer waar iedereen van genoot", schreef een verslaggever van de Atletiekwereld. Het tempo lag vrij hoog ondanks het vele bochtenwerk. Jan Keesom liet er geen twijfel over bestaan, wie vandaag de sterkste was. Het leek erop dat Verra zijn krachten iets verkeerd it 1 tSztM had verdeeld. In 1956 deed Jan Keesom opnieuw mee aan de internationale militaire kampioenschappen, die deze keer in Brussel werden gehouden. Hij eindigde als veertiende. Toen zijn dienstplicht was afgelopen, stortte hij zich weer op het baan-, straat- en veldlopen en kwam hij vooral op de 3000 en 5000 meter goed voor de dag. Op beide afstanden vestigde hij een nieuw clubrecord en werd op die afstand districtskampioen. John Pootjes bleef een trouwe clubgenoot. Ze zagen elkaar vaak bij baanwedstrijden. Naar de eendaagse wedstrijden reisden ze 's morgens samen met de trein. Dan had je 's middags de wedstrijden. In 1957 maakte Jan Keesom deel uit van de Nederlandse ploeg voor de Europese crosskampioenschappen, die in het Belgische Waregem werden gehouden. Hij eindigde daar als 32 ste en was daarmee de vierde Nederlander. Eerder die maand had hij met grote voorsprong de Suomi Cross in Velsen gewonnen. In april 1957 won hij in Rotterdam de 10 km en wist het clubrecord met twee minuten te verbeteren. In de tweede helft van de najaren vijftig hebben Jan Keesom en Paul Verra veel tegen elkaar gelopen. Verra liet een oud schoolschriftje zien met daarin geschreven dat Paul Verra elf keer had gewonnen en Jan Keesom acht keer. Jan had het in die tijd te druk om te trainen, zo liet Jan nog even weten. Voor de wedstrijden moest je niet bij hem wezen. De spanning stond op zijn gezicht te lezen. Zodra hij zijn trainingspak uitgetrokken had, was hij de spanning kwijt. Na anderhalve kilometer was hij kompleet vrij. Voor het seizoen begon, ging hij elke zaterdagmiddag naar de sintelbaan in Amsterdam. Daar buiten had Jan Keesom geen bemoeienissen met Paul Verra. Zoals Jan Keesom opgespoord werd door A.V. '23, dat staat voor atletische vereniging 1923, zo werd Paul Verra ontdekt door de atletiekvereniging Haarlem. De Roodbroek De prestaties van Jan Keeesom vertoonden eind jaren vijftig een stijgende lijn. Weliswaar moest hij het iets rustiger aan doen, omdat hij een eigen tuindersbedrijf begon. Hij trouwde met zijn lieftallige Truus Ligthart. Op bekende wedstrijden was Jan weer van de partij. In 1958 en 1959 eindigde hij steeds als eerste of tweede op de 3 en 5 kilometer. Zoals gewoonlijk liep hij in 1958 de Suomi Cross in de Heerenduinen bij Velsen, waar hij een spannende strijd leverde met De Bruin, getuige het verslag in De Athletiekwereld. „Keesom en De Bruin hebben de cross gemaakt. Ruim 6600 meter heeft De Buin een steeds beter draaiende Jan Keesom partij kunnen geven, maar in de vierde ronde schakelde de „Roodbroek" in de hoogste versnelling en liep hij nog 200 meter op De Bruin uit." Bij de eerste Sloterplasloop in Amsterdam werd zijn geploeg door het zand beloond met een overwinning op De Bruin, die volgens De Athletiekwereld met zijn vele kilo's op het zware parkoers al bij voorbaat in het DEEL 2 Atleet Jan Keesom De Nederlandse militaire atleliekploeg tijdens de Europese kampioenschappen van 1956 in Brussel. Jan Keesom staat vierde van links.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2010 | | pagina 14