is hij al dood?" Direct daarna kwam de vraag: „Is het Gerard of Nico?" Er waren immers twee zonen naar Nederlands Indië gestuurd. Nico Buren had al dezelfde dag gehoord dat zijn broer Gerard was gesneuveld. Omdat overledenen daar meestal vanwege de hitte zo snel mogelijk werden begraven, probeerde hij om meteen naar Kediri te reizen. Het was triest voor hem, want hij kwam te laat. Zijn broer was al begraven. Nico mocht vanwege het overlijden van zijn broer eerder naar huis. Ook zijn jongere broer Piet hoefde niet naar Indië. Hij had broederdienst, zoals dat werd genoemd. Een jaar later kwamen een aalmoezenier en twee grenadiers op bezoek bij de familie Buren in Zijdewind om hun deelneming te betuigen, maar moeder Anna heeft het nooit kunnen verwerken. Zij heeft Gerard nooit meer kunnen zien, zodat ze nooit afscheid heeft kunnen heid en kracht in omgang ons bezielen om altijd en overal trouw onze plicht te vervullen, om ook aan ons leven klank en kleur, zin en betekenis te geven. Onze deernis gaat vooral uit naar Vader en Moeder Buren. Zo schreef Gerard zelf een keer naar huis, toen hij aan het graf gestaan had van een zijner makkers: „Laten wij toch vóór alles medelijden hebben en bidden voor de ouders van de gesneuvelden, omdat van hen het zwaarste offer gevraagd wordt". En daarom juist deed het deze ouders zo goed, te zien, hoe in deze dagen de hele parochie met hen meeleefde, hoe ieder zich beijverde om aan hun Gerard de eer te geven, die hem rechtens toekwam. Wat een toeloop bij het Rozenkrans bidden in huis en in de Kerk! Wat een prachtige krans van Katholiek Thuisfront afd. 't Veld! War een plechtig gezongen Requiem-Mis met assistentie! Katafalk in het midden der kerk! Militaire nemen. In maart 1949 schreef pastoor Mart. Jos. v. d. Burg onder een foto van Gerard een soort in memoriam. Hieronder zullen we de letterlijke tekst vermelden. Een treffende gebeurtenis Wie het voorrecht hadden Gerard Buren, onze eerste gevallen strijder voor orde, vrijheid en recht, meer van nabij te leren kennen èn uit zijn persoonlijk leven èn uit zijn brieven, welke hij bijna dagelijks schreef, zullen het met mij eens zijn, dat met hem een zeer sympathieke, een oer-degelijke jongen van ons is heen gegaan. Grote idealen sluimerden in de blijde eenvoud van dit al te vroeg geëindigd leven. Onder zijns gelijken was hij bescheiden, voor zijn makkers vriendelijk, voor zijn overheden trouw en volgzaam, voor zijn familie, broers en zusje, vol blijde lach, voor zijn ouders een grote steun, voor God een uitverkorene. Daarom heeft God zich gehaast hem uit ons midden weg te nemen, opdat het bederf der wereld de schoonheid van zijn ziel niet zou verduisteren. God schudde aan de boom en de rijpste vruchten vielen, terwijl de groene bleven hangen. Zijn nagedachtenis blijve in zegening! Moge zijn voorbeeld, zijn karaktervastheid, zijn overtuigingsdurf, zijn geloofsmoed, zijn soepel- eer door een peleton van 10 soldaten! Langs de weg de vlaggen halfstok. In één woord: aan belangstelling geen gebrek. „Dat doet je goed", zeggen Vader en Moeder, „waar heeft Gerard dat aan verdiend? Een priester kon geen groter eer te beurt vallen". Een tref fende gebeurtenis, schreef ik hierboven en inderdaad: een gebeurtenis, die niet spoedig uit ons geheugen zal worden uitgewist. De familie Buren is daarvoor de parochie en inzonderheid Katholiek Thuisfront buiten gewoon erkentelijk. In 1977 besloot de toenmalige regering om het vaandel van het Garderegiment Grenadiers aan te vullen met het opschrift: Oost-Java 1947-1949, omdat het 4e bataljon zich bijzonder heeft onderscheiden op Oost-Java, onder meer te Kediri. Bron: Oost-Java, gedenkboek der 4e infanteriebrigade, Tilburg, 1950 Dank aan: Hans Middelveld, Mevr. M. J. Roos-Buren De entreepoort naar de begraafplaats Erebegraafplaats te Soerabaya 1986

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2010 | | pagina 13