wedstrijden van de Europese Kampioenschappen in het Olympisch Stadion. We hadden een auto gehuurd, maar die begaf het toen we op de pont over het IJ stonden. Er zat een luchtbel in de benzineleiding. Jan is toen overgestapt in een andere auto. In 1952 was hij de beste junior in Nederland, want hij was kampioen op de 1500 meter en hij had het Nederlands jeugdre- cord op de 3000 meter verbeterd. Vader Willem was uitermate trots op zijn zoon. „Jan werd tijdens het werk een beetje gespaard", vertelde Arie. „Als we aan het piepers rooien waren, hoefde Jan niet op zijn knieën. Dan moest hij kisten rijden. Wij vonden dat prima. Het was voor ons ook ongelooflijk mooi dat Jan zulke prestaties leverde. Wij gingen 's avonds wel eens naar de bioscoop in Schagen, want dan was er Polygoon journaal met belangrijke atletiekwedstrijden. Dan kon je je eigen broer zien. Jan Keesom had een karakteris tieke loop: het hoofd iets naar links a la de wonderbaarlijke Emiel Zatopek. Het was een treffende gelijkenis. Toen Jan Keesom in 1952 Nederlands kampioen bij de junioren op de 1500 meter in Hilversum werd, was er direct gebeld met café de Vriendschap, zodat de achterban op de hoogte was. De alom bekende Zijdewinder Piet Tromp, die volgens Sam de Boer al enkele uren aan de rondetafel had gezeten, toog direct op zijn fiets naar de Valbrugweg en heeft daar een mooie speech afgestoken. Hij werd echter even later met zachte hand van vader Willem Keesom naar de dars gedirigeerd. De fanfare stond al te spelen om de prestatie van Jan op te vrolijken, maar Jan was nergens te bekennen. Wars van alle aandacht kwam hij enige tijd later onder luid applaus uit de boerderij. Dat Jan een zeer bescheiden mens was en is, staat buiten kijf. Als men hem vroeg hoe het gegaan was, zei hij: „Het ging goed", terwijl hij had gewonnen. Die bescheidenheid had hij van huis uit meegekregen." Jan Keesom was een topindividualist. Als het werk gedaan was, liep hij steevast een aantal ronden op het oude voetbalveld. Dat was vast en zeker, geen mens hield hem tegen. Toen Wim Groen nog aan hardlopen deed, had Jan altijd deze maat bij zich. Hij ging vaak met de bus naar Alkmaar en reisde dan met de trein verder. Het volgende voorval willen wij u niet onthou den. Arie vertelde dat het winnen van wedstrijden wel eens gebeurde op een quasi-nonchalante manier, zoals die keer in Arnhem. Dat zat die jongens uit 't Veld een beetje in het bloed. Wim Groen moest de 3000 meter lopen. Hij zat met Arie Groot nog op de tribune, toen de start werd aangekondigd. Wim Groen deed zijn broek en zijn jasje uit en liep naar de start toe. Toen hoorde je op de tribune: „Nou, die boer moet zeker ook nog meedoen.'' Hij, de boer, won ook nog. Arie herinnerde zich dat ze samen tijdens een Zijdewinder kermis aan wielerwedstrijden hadden meegedaan. Er werd gestart bij de Zijdewinder brug, dan de Sloeierd in, over de Waarlandseweg naar de Posthoorn en dan terug naar Zijdewind. Dat rondje reden ze op gewone fietsen drie keer. Je moest met minstens twee man finishen. Jan en Arie Keesom en dikke Jan Groen, de oudste broer van Arie Groen, zaten in een ploeg. Gert Groen, Dirk Wijnker en Joop Wit vormden ook een ploeg. Een ploeg uit Warmenhuizen werd eerste. Het waren mooie tijden. Het scheelde weinig of Arie Keesom was ook een goede hardloper geworden. In dienst was Arie er veel mee bezig. Hij zou in 1953 naar de Nederlandse militaire veldkampioenschap- pen gaan, maar toen liep Zeeland onder water. Daar moest hij heen, want Arie had zijn groot rijbewijs en moest als hulpchauffeur met een beroepskorporaal mee! Schoonvader als grootste fan Truus Ligthart, de oudste dochter van Piet Ligthart en Jansje Bakker uit 't Veld en in 1934 geboren zei tegen ons: „Ik heb Jan leren kennen in 1951 tijdens de Pinksterker- mis. In 1957 zijn wij verloofd. Wij zagen elkaar alleen op de zondagavond. Altijd moest Jan naar de wedstrijden. Hij was uiterst fanatiek. In die tijd ging men nog niet zoveel uit, maar later veranderde dat. De Passiespelen in Tegelen hebben we toen bezocht. Jan zat in die tijd op de landbouwwinterschool en kwam sowieso tijd te kort. Hij moest natuurlijk ook nog leren. Sommige jongens van zijn leeftijd zaten in Indië. Wij wisten niet beter en wat je niet kent, dat mis je niet. Ik liet Jan wel geheel vrij in zijn lange topcarrière. Ik kwam wel eens in het Olympisch stadion, maar ik had nooit het gevoel dat ik een beroemde vriend had." Dit is toch wel een prachtig toppunt van nuchterheid. De familie Ligthart woonde in die tijd nog in het oude Antoniusgesticht, vlak bij het schoolplein. Jan Keesom liep vanaf 1951 samen met John Pootjes, wiens vader Henny een van de oprichters was van A.V.'23. Ze gingen samen naar internationale wedstrijden, al liepen ze wel op verschil lende nummers. A.V.'23 had in die tijd wel veel jongens van buiten Amsterdam. Je zag ze doordeweeks haast nooit, maar je kon er als club mee aan de weg timmeren, want je had wel bijna de beste sporters van Nederland in je club. Jo Moerman had een forse vinger in de pap. Als topman van de KNAU stelde hij de teams samen en als lid van A.V.'23 had je gewoon een streepje voor. De schoonouders van Jan en v.l.n.r. Truus, Thea en Siem Lighart

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2010 | | pagina 7