opinie der deelnemers buitengewoon zwaar." Verder vermeldde de krant dat deze regionale wedstrijden georganiseerd waren door A.V.'23 uit Amsterdam en dat Jan Keesom van A.V.'23 bij de junioren A, die 1200 meter liepen, als derde was geëindigd. Zijn dorpsge noot Wim Groen won bij die gelegenheid als senior de 3700 meter. Diezelfde maand deed Jan Keesom mee op Duindigt bij Den Haag aan de Silvesterloop en werd hij vijfde bij de A-junioren op de 600 meter, omdat hij volgens eigen zeggen de finish niet kon vinden! Daar maakte hij toen kennis met enige Londengangers, zoals Frits de Ruiter van A.V.'23. Die Frits de Ruiter had in 1948 aan de Olympische Spelen in Londen meege daan. Maar hoe kwam een vijftienjarige jongen uit 't Veld tussen zulke fameuze leden van een atletiekclub in Amsterdam terecht? En welke rol speelde Wim Groen? Voetballen of hardlopen? Jan werd op zijn tiende jaar lid van VZV. Zelf schrijft Jan dat hij zondags moest voetballen en daarom weinig wedstrijden kon lopen. Hij moest kiezen en gaf het voetballen op. Volgens Jan is het hardlopen in 't Veld populair geworden door de invloed van Arie Groot uit Warmenhuizen. Deze Arie Groot kwam in 't Veld wonen. Door hem is Wim Groen ook gaan lopen. Gymoefeningen werden in de winter gedaan in café de Vriendschap tegenover de kerk. Via Wim Groen is Jan Keesom terecht gekomen bij A.V.'23. Wim Groen was toen al lid en had wat voor Jan geregeld. Ook Gert Groen probeerde in de zomer van 1949 de atletiek in te gaan, maar vond tijdens de ronde van Tuitjenhorn Jan Keesom op zijn pad. Het was een loop van 3200 meter en ik won, zo schrijft Jan. Hij deed het ook goed tijdens de 400 en 1500 meter junioren. Deze wedstrijden werden dat jaar op het VZV-terrein in 't Veld tijdens de Pinkster gehouden. Hij werd die dag eerste op zowel de 400 als op de 1500 meter. In de jaren vijftig was Amsterdam met AAC, A.V.'23 en het Olympisch Stadion, waar altijd grote wedstrijden waren, het bolwerk van de atletiek in Nederland. Vele bestuursleden van de KNAU, zoals Jo Moerman en Jan Blankers, waren Amsterdammers. In de jaren vijftig wilde iedereen naar Amsterdam komen. Bij wedstrijden zat het Olympisch Stadion vol. Er was ieder jaar een Olympische dag. Die was altijd van tevo ren uitverkocht. Er was paardensport, voetbal, atletiek en wielrennen. Lopen in een vol stadion was een onverge telijke ervaring. Die ervaring deed Jan Keesom voor het eerst op in 1951. Terwijl hij aanvanke lijk nog op zondag bleef voetballen, werd hij in 1950 toch districtkampi oen op de 1500 meter en liep wedstrijden van 600, 1500 en 3000 meter. In Utrecht kreeg hij een diploma voor het winnen van de 600 meter als B-junior. Toen hij in 1951 A-junior werd, liep hij steeds langere afstanden. Hij werd tweede op de jubileumwedstrijd van de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU). In oktober 1951 kwam Jan Keesom als eerste junior over de finish tijdens de Pim Mulierloop.Volgens het Haarlems Dagblad kreeg hij daar onverwachte tegen stand te verduren van de jonge atleet Mak. Dankzij een lange eindspurt deed Keesom echter wat een favoriet behoorde te doen. Zijn grote idool was toch zonder meer Emiel Zatopek, de Tsjechische locomotief, zoals zijn bijnaam luidde. Met gepaste trots vertelde Jan Keesom, dat hij hem de hand heeft mogen schudden. Emiel Zatopek, drievoudig wereldkampioen, liep op 10 augustus 1952 in het Olympisch Stadion in Am sterdam de revanchewedstrijden van de Olympische Spelen in Helsinki. Veldloopkampioen Jan Keesom bleek een natuurtalent te zijn in het veld en cross countrylopen. Het was een van de zwaarste nummers die hij had gekozen. Om aan het klimmen te wennen trainde Jan Keesom elke zaterdagmiddag in januari, februari en maart in Bakkum. Hij deed dat vaak met Henk Heida ook ter voorbereiding van de Nederlandse veldloopkampioenschappen. Ook Heida was lid van A.V.'23. Hij herinnerde zich Jan Keesom als een jongen, die zich met hart en ziel op het lopen stortte, net als al die jongens in die tijd. Uit zijn eigen aantekeningen bleek dat Jan Keesom zich in 1952, het laatste jaar als junior, heeft voorgenomen zoveel mogelijk nationale titels te behalen en dat lukte hem wonderwel. In het voorjaar van 1952 won hij de Florapark-loop in Amsterdam-Noord en de baankam- pioenschappen van Noord-Holland op de 1500 meter. Op dezelfde afstand werd hij eerste in Haarlem en eerste tijdens de Olympische dag in 1952, die op 17 juni in het Olympisch Stadion werd gehouden. Tijdens die internationale wedstrijden ging alle aandacht uit 5 Bovenste rij: onbekend. Onderste rij: v.l.n.r.: Kees Ligthart, keeper Wim Smit, Jan Keesom Emiel Zatopek

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2010 | | pagina 5