Een foto, waarschijnlijk genomen in 1930, van de derde klas, groep 5, met juffrouw Kok. Op de tweede rij van onder zitten drie meisjes met witte jurken. Dat zijn v.l.n.r. Ida, Marie en Guus van der Stoop. maar ze viel prompt iedere middag in slaap. Voor ons was de verleiding heel groot om dan ondeugende dingen uit te halen. Ik heb diverse keren bij juffrouw Molenaar in de hoek gestaan. Op bladzijde vier van het tweede boekje 't Is mooi weest zijn nog foto's te zien van de Martinusschool en het Antoniusgesticht. Als je naar dat gesticht keek, dan woonde links de familie Van Hest en achter de twee rechtse ramen was de bewaarschool. Het leerjaar begon in die tijd op 1 mei. Ik was vijf jaar en acht maanden oud, toen ik in 1928 in de eerste klas kwam. Je moest immers voor 1 oktober zes jaar zijn om daarin mee te mogen draaien. De eerste drie jaren heb ik op de gemengde school doorgebracht. Twee jaar zat ik op de Martinusschool en wegens plaatsgebrek is daarna het patronaatsgebouw voor de derde en vierde klas in gebruik genomen. Juffrouw Ramler was de juf van de eerste klas. Ik weet nog goed dat we om de beurt een plaatje mochten aanwij zen op het beroemde aap-noot-mies-bord. Toen het mijn beurt was, dacht ik: „Dat weet ik zo wel." Het was een groot ei en ik zei met veel bravoure: „Aai." Nou, dat ging die stadse juf dus verbeteren en zei heel nadruk kelijk: „Ei en nu jij." Dit ben ik mijn leven lang niet vergeten. Het was niet zo dat juffrouw Ramler iedere dag naar Den Helder ging. Zij was in de kost bij de weduwe Schilder, die aan de andere kant van de boerderij van Huib Groot tegenover de pastorie woonde. Alleen in het weekend ging ze naar Den Helder. Meester De Roode woonde, als je naar de Martinusschool keek, links van de school. Er was een bruggetje over de sloot, dat hem toegang gaf tot het schoolplein. Er is in die tijd ook nog een noodlokaal gebouwd aan het pad naar Dorus Meester. Daar werd klas drie ondergebracht met juffrouw Kok als onderwijzeres. Toen de nieuwe Mariaschool was gebouwd, gebruikte men dat lokaal als naaischool en kleuterschool. Juffrouw Kok-Ursem was gehuwd en kinderloos. Zij woonde naast de familie Schiebroek, nu Bob Smit, in het huis, waar nu Cees Tamis woont. Zij was mijn laatste lerares in de derde klas. Zij is niet meegegaan naar de Mariaschool. Ik vermoed dat ze tot haar pen sioen op de jongensschool is gebleven, want ze was de jongste al niet meer. Juffrouw Corrie den Braasem uit Rotterdam nam de derde klas over in de nieuw gebouwde Mariaschool. Zij was jarenlang in de kost bij Arie Winder, totdat zij een woning kon betrekken achter de manufacturenwinkel van de dames Prinz aan het pad tegenover de kerk. Tijdens de oorlogsjaren na het bombardement van Rotterdam kwam haar zus Riek bij haar inwonen, waardoor het leven van juf Corrie ook wat gezelliger werd. Riek was totaal ontredderd door het zien sterven van haar collega's in de Bijenkorf, waar ze toen werkte. Toen ik negen jaar was, kwam het grote moment van de opening van de Mariaschool op 1 mei 1932. Zuster Assisia was het eerste hoofd en gaf les in de zesde en zevende klas. Ook juffrouw Den Braasem en juffrouw Ramler gingen mee naar de nieuwe meisjesschool. Bovendien had pastoor M. J. van der Burg met zijn Ford vijf zusters opgehaald uit Bergen. Deze ursulinen kwamen te wonen aan de Rijdersweg (nu Rijdersstraat 75). Het kerkbestuur had in 1931 hiervoor deze woning met schilderswerkplaats voor f 4.500 van Piet van Trienen gekocht. Ik was de jongste van de vierde klas en we kregen les van zuster Angella, waar we aan vankelijk erg tegenop keken. Dat was niet nodig, want zij was de liefste zuster die we hebben meegemaakt. Jammer genoeg werd ze na een jaar overgeplaatst en dat deed heel wat tranen vloeien bij de kinderen. Naderhand hoorden we wat de oorzaak van haar 6

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2009 | | pagina 6