Arie Goudsblom: de nieuwe Willy Wortel?
Deze Willy is geboren te Warmenhuizen in een tuindersgezin. Vader Goudsblom, die natuurlijk zeer trots
was op zijn kinderen, zal wel eens tegen zijn vrouw gezegd hebben: Een bijzonder kind en dat is hij." Dan
bedoelde hij zoon Arie, als die weer eens een grap of streek uithaalde. Willem Goudsblom, de vader van Arie,
was getrouwd met Afra Bakker. Zij hadden samen een leuk gezin met zeven kinderen, maar helaas kwam
vader al op vrij jonge leeftijd te overlijden.
Arie is toen een poos ondergebracht bij een oom en
tante in Velsen. Dit werd gedaan om het gezin een
beetje te verlichten. Arie was toen een joch van negen
jaar en kon daar heel slecht aarden. Ook op school kon
hij met al die vreemde stadse kinderen heel slecht op
schieten. Deze oom werkte bij het spoor en Arie voelde
zich niet thuis bij deze oom en tante. Wel bij een oom
en tante in IJmuiden. Daar was hij wel op zijn plek, maar
die hadden om de een of andere reden geen logeerge-
legenheid voor hem. Arie miste zijn dorp, zijn vrienden
en zijn thuis. Hoe het precies gegaan is, vertelt deze
geschiedenis niet, maar Arie was al weer gauw terug bij
zijn moeder. Zo was hij weer bij zijn vrienden en heeft hij
in Warmenhuizen zijn schooljaren afgemaakt. Hij bloeide
weer helemaal op, was zeer levenslustig, had veel
humor en ondeugende kwajongensstreken. Vandaar dat
hij wel eens vergeleken werd met Dik Trom of Pietje Bel.
Moeder Afra was ook blij dat hij weer thuis was, want ze
miste hem. Ook de andere huisgenoten misten Arie met
zijn dwaze grappen en grollen.
Na zijn schooltijd moest hij een baantje zien te krijgen
en dat was toen heel moeilijk. Zo kon hij hier en daar
een week of een paar dagen bij een tuinder aan het
werk, maar door de algemene werkloosheid was het
heel moeilijk werk te vinden. Veel mensen hadden in
die tijd geen vast werk en dus geen vast inkomen. Er
was in veel gezinnen grote armoede. Arie was echt niet
vies van werken, want hij pakte alles aan. Als hij niets
om handen had, was hij vaak op de groenteveiling en
hielp zo links en rechts met het laden en lossen van de
schuiten en de vrachtwagens. Vooral de vrachtauto's
hadden zijn belangstelling en dan kon hij wegdromen
van lange, verre ritten op zo'n wagen. Er waren toen
nog niet zoveel vrachtauto's en ook maar weinig men
sen die zo'n ding konden besturen. Hij had al gauw zijn
rijbewijs gehaald, want auto's en alles wat op een motor
liep, had zijn belangstelling. Veel bewondering had hij
voor een wagen van Leegwater uit 't Veld, waarmee een
meisje reed. Dat was Marie Leegwater en die hielp hij
dan graag met het parkeren en insteken van de vracht
wagen, dat lang niet haar sterkste kant was. Ook hielp
hij haar dan met het laden en lossen van de vrachten.
Zo heeft Arie haar gevraagd:
„Hoe kan ik nou ook aan
zo'n baantje komen, want
het lijkt mij wel wat om verre
reizen te maken? Dan kan ik
misschien mijn beroep ervan
maken en er de kost mee
verdienen". Omdat Marie
geregeld op deze veiling
kwam en Arie haar altijd
hielp, hadden ze regelmatig
contact en Arie kwam iedere
keer terug op het gesprek
over het chauffeurwerk.
Voor de vrachtwagen van Leeg
water poseren van links naar
rechts: Dik Leegwater, Arie
Goudsblom en Arie Bakker
8