Naoorlogse grote gezinnen ■j0>J& 'oFi^ki Een van onze abonnees stuurde de redactie een foto van de familie Cees Bakker van de Weel. Een foto van Cees Bakker en Jannetje Kwakman met een kinderschaar van 21 kinderen, allen uit dit huwelijk. In de volksmond werd gesproken van Cees Bakker van de eenentwintig en het gezin telde inderdaad een en twintig kinderen. Op een oude dorpsfilm, gemaakt door broeder Stade- gaard, een broederreligieus, broer van Dirk en Cor Stadegaard sr., is een shot gemaakt van de woning van de familie Cees Bakker bij de achterdeur. Daar stonden drieëntwintig paar klompen afgebeeld, van elk gezinslid een paar. Het lopen op klompen vlak na de oorlog was een bekend verschijnsel in de West-Friese dorpen. Een grote kinderschaar werd in katholieke kringen als een weldaad ervaren. De ouders van die grote gezinnen hadden best wel veel zorgen op materieel en financieel gebied, maar er leek altijd wel ruimte te zijn voor een nieuwe boreling en het gehele gezin verheugde zich erop als zich weer een nieuwe spruit aandiende. De oudste kinderen gingen spontaan voor de jongere broertjes en zusjes zorgen en zo reilde en zeilde zo'n huishouden. Alle noodzakelijke materiële zaken waren voorhanden en er werd geen honger geleden en iedereen kon netjes in de kleren worden gestoken. Sommige kinderen konden naar het vervolg onderwijs, zij het dat niet iedereen echt kon doorleren, zoals men dat destijds noemde. Had het katholieke geloof iets met die grote gezinnen te maken? Dat zou nog wel eens best kunnen, omdat geboortebeperking in die tijd not done was. Pas toen Monseigneur Bekkers, bisschop van Den Bosch, open lijk durfde te stellen dat de keuze van het kinderaantal bij de ouders lag en niet bij de leiders van de katho lieke kerk. Vanaf dat moment werden de grote gezin nen zeldzaam en kozen de echtelieden op basis van economische principes voor kleinere gezinnen, waarin de kinderen meer tot hun recht konden komen en zich beter konden voorbereiden op de eisen van de steeds meer ingewikkeld wordende maatschap pij. Die maatschappij ging steeds hogere eisen stellen aan eenieder en om maatschappelijk te slagen was het volgen van vervolgonderwijs een must. Was het nog eerder mogelijk de oudste kinderen van de gezinnen bij het bedrijfsgebeuren van de ouders in te zetten, ook de gestelde eisen aan de bedrijven werden steeds ingewikkelder en dat eiste ook meer kennis. En al waren die kinde ren dan aanvankelijk goedkope arbeidskrachten, de modernisering van bedrijven eiste ook het een en ander. Het kinderaantal van die grote gezinnen was hoog. Een gezin met tien kinderen was een goede middelmaat. Hiernaast een portrettengalerij van grote families: 1. Familie Cees Bakker - De Weel 21) 2. Familie Jan Koenis - 't Veld (15) 3. Familie Gert Blom - 't Veld (12) 4. Familie Piet van der Stoop - 't Veld (11) 5. Familie Piet Jong - 't Veld (10) Natuurlijk is dit een willekeurige greep. Opgroeien in een groot gezin gaf alle kinderen veel sociale bagage mee. Er werd je vroeg geleerd rekening te houden met je broertjes en zusjes, alles eerlijk delen en iedereen kreeg al snel een taak toebedeeld om het huishou den goed te laten functioneren. Er werd uiteraard ook gekibbeld en geruzied, maar als dat binnen de perken werd gehouden, had dat ook alleen maar opvoedkun dige waarde en leerde je winst en verlies te delen. De meeste ouders waren streng voor hun kinderschaar en van de andere kant ook buitengewoon liefdevol. Was het hebben van zoveel kinderen dan nimmer een punt van discussie in katholieke kringen? Welzeker. Bij Piet Jong de kruidenier was een debatingclub actief, die dit soort onderwerpen bediscussieerde. Naast de toenmalige kapelaan Brans en enkele onderwijzers en andere dorpsprominenten, was onder meer ook zijn neef Frans Jong sr., van de partij. Deze laatste had ietwat spottend „De bond van groote gezinnen" opgericht. Aan de spotprent te zien had de debatingclub ook al een over het fenomeen „getuigen van Jehova" gedis cussieerd. Ook in die tijd gingen de getuigen van dit geloofsgenootschap blijkbaar al van huis tot huis in 't Veld en Zijdewind. Op de foto is duidelijk Piet Jong, de VIVO kruidenier waar te nemen, die in zijn winkel bezocht wordt door een Jehovagetuige. Of de discussie in de debatingclub leidde tot reductie van grote gezinnen is mij niet bekend, maar de grote gezinnen konden wel overal in het dorp op de lat kopen en kregen op deze manier toch een vorm van krediet.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

't Is mooi weest - 't Veld, Zijdewind | 2009 | | pagina 22